Een opvallend gevleugeld schepsel klieft tijdens het Jupiler Pro League-seizoen 2021/22 door het Belgische luchtruim. Elke speeldag kiest het zo fris als een hoentje één wedstrijd uit, waarbij de hoofdvogel steevast wordt afgeschoten. Maak kennis met avis tactici, de tactiekvogel. Telkens zal dit gevederd voetbaltechnisch meesterbrein een opvallende tactische zet, een innovatief spelsysteem of een geniale wedstrijdkantelende ingreep vanuit de nok van het stadion met een adelaarsblik bestuderen en via dit platform aan u kenbaar maken. Eén ding is zeker: van de Kehrweg tot de Diaz Arena is elke stuntelige oefenmeester een vogel voor de kat.

Bij gebrek aan een tactiekvogelopvangcentrum was de interlandperiode geen pretje. Aangezien deze rubriek echter geen podium voor een klaagmonoloog vormt, vliegen we er meteen terug in. Vrijdag ging speeldag 7 van start, maar ik oefende geduld uit en stelde de terugkeer van het clubvoetbal voor mij persoonlijk nog uit tot zondag. Dan stond RSC Anderlecht – KV Mechelen op het programma, een ideale partij om de draad van de tactische analyse terug op te pakken.

Net als de vele andere toeschouwers in het stadion was ik getuige van een figuurlijke terugkeer in de tijd. De klok werd ogenschijnlijk enkele decennia teruggedraaid naar een verleden waar vele onrealistische voetbalfans melancholisch op terugblikken. Daarmee doel ik niet louter op het resultaat – een stevige overwinning van Anderlecht in eigen huis – maar vooral op het tactische plaatje. Tegenwoordig verlangen veel supporters van hun coach een heropleving van die goede oude 4-4-2. Want “dat is erg aanvallend”, hoor je dan wel eens. Dat systeem is in de praktijk slechts in drie gevallen zeer offensief: wanneer er sprake is van een enorm kwaliteitsverschil (in het nadeel van de tegenstander), wanneer de counterkwaliteiten werkelijk spectaculair zijn of wanneer de opponent óók in een 4-4-2 tussen de lijnen komt. Als niet aan minstens een van die vereisten wordt voldaan, is het behoorlijk lastig om een zekere vorm van dominantie te kennen in een wedstrijd. Zonder de linies dicht bij elkaar te houden, geef je immers veel te veel ruimte weg, en linies bij elkaar houden doe je meestal niet op de helft van de tegenstander.

Terug naar de voorwaarden. Bij RSCA – KVM gold uiteraard optie drie. Net als KV Kortrijk zweren beide teams bij een 4-2-2-2, een term die heden ten dage vaak wordt gebruikt – van zodra een van de flanken af en toe eens naar binnen knijpt en zijn flankverdediger wat oprukruimte biedt – bij wijze van verbloeming van het feit dat er in een 4-4-2 wordt gevoetbald. Vooral bij Anderlecht blijft die formatie toch nadrukkelijk ruiken naar stijlbreuk, ondanks de enorme overwinning tegen Malinwa. Wat een contrast ook met de eindeloze focus op het club-DNA tijdens de beginmaanden van tijdperk Kompany. Maar goed, 4-4-2 tegen 4-4-2 dus. Geen gespiegeld systeem heeft zo’n neutraliserend effect als hierbij het geval. Het tactische plaatje wordt daardoor minder belangrijk, alles draait om de letterlijke vorm van het moment en de vraag welk van beide teams het vaakst de beschikbare ruimte weet te verzilveren.

Dat werd vooral duidelijk in de eerste helft. Geen kat had na die periode gedacht dat Anderlecht na rust zesmaal zou scoren, al is ook dat gegeven een kenmerk van een spelsysteem waarin tactiek minder van tel is dan goede ingevingen of sterke spelfases en het spelbeeld een aantal keer per wedstrijd volledig op zijn kop gezet kan worden. De gelijkmaker van Nikola Storm was meer dan verdiend te noemen, KVM voetbalde vooral voor de openingstreffer van Benito Raman veel mogelijkheden bij elkaar. Overal op het veld en in het voordeel van beide teams lag constant veel ruimte. Een onophoudelijk geswitch tussen 4-4-2 en 4-2-4 en dat bij zowel ploeg A als B, dat levert vaak spektakel op maar allicht geen duurzame zeges of prestaties. Dat spektakel deed velen wel mijmeren over de tijd van toen en maakt het ergens wel te begrijpen dat men graag vol heimwee en nostalgie terugdenkt aan die vele jaren waarin zowat elke oefenmeester een 4-4-2 op de mat bracht.


Eerder verschenen: