70e minuut: Michiel Kramer valt bij een 1-0 stand tussen NEC en Feyenoord in. 90+1′: Michiel Kramer maakt de 1-2 en winnende goal voor Feyenoord. Mooi voor hem, mooi voor de club en mooi voor de fans. Het enige wat ik er dan niet aan kan begrijpen, is zijn manier van juichen.

Michiel Kramer is bij Feyenoord week in week uit verzekerd van een vaste plek op de bank. Hij moet tot ergernis van hemzelf de andere Feyenoord-spits Nicolai Jorgensen voor hem dulden. De invalbeurten van Kramer, in dit nog jonge seizoen, zijn bijna op één hand te tellen. Je hebt zelfs aan één vinger genoeg om zijn aantal doelpunten bij te kunnen houden. Dan kan ik er met mijn gedachten totaal niet bij waarom je dan zou gaan juichen, zoals Kramer deed na zijn beslissende goal tegen het legioen van NEC.

Alsof hij de grote man is die iedere week weer op het scorebord staat, vierde hij zijn goal. Met zijn rug naar de meegereisde supporters, wijzend naar zijn eigen naam. Die arrogantie is in mijn ogen volledig misplaatst. Wanneer hij nou iedere week zou scoren en het dan een keer zo zou vieren, zou ik er gewoon mee kunnen leven. Maar niet, zoals nu het geval was, wanneer je een soort van veredelde waterzakdrager bent, die wekelijks de sfeer op de bank in stand mag blijven houden.

Ik gun het Feyenoord en Kramer heus wel, dat juist hij dit belangrijke doelpunt heeft mogen maken, maar vier het dan gewoon normaal met je teamgenoten en met je supporters. Dat zou in dit geval meer op zijn plaats zijn.

Stan Damen