Het leek een leuke avond te gaan worden. Met zijn dochter stapte hij al vroeg de bus in. Op weg naar het stadion dacht hij terug aan de eerste keer dat hij naar het stadion ging. De club uit zijn stad speelde toen op zondagmiddag. Aan de kassa kochten ze twee kaartjes en ze keken naar voetbal. In de rust kreeg hij een Mars.
Vandaag zou het net zo gaan. Al had hij de kaartjes van tevoren via internet besteld. Dat gaf nog een heel gedoe, want hij moest eerst een clubcard lenen van een collega. Zonder deze kaart was het kopen van kaartjes onmogelijk. Maar uiteindelijk was het gelukt.
Eenmaal bij het stadion aan gekomen verbaasde hij zich niet over de politieagenten die op paarden rondjes reden rond het gebouw. Het hoorde er nu eenmaal bij, zelfs bij potjes als deze. In zijn jongere jaren was het niet anders geweest.
Met enige moeite drong hij zich door de toegangspoortjes die met een chique woord tourniquette heten. Toen hij daar doorheen was liet hij zich gewillig bevoelen door een vreemde man. Hij moest glimlachen toen de man doodernstig een strip paracetamol uit zijn binnenzak haalde. Die zat er nog in van de vakantie waarin hij wat last van hoofdpijn had gehad. Alsof de derde wereldoorlog was uitgebroken werden zijn dochter en hij ingesloten door ingehuurde beveiligers. De paracetamol werd in beslag genomen. Hij ging niet in discussie maar lachte om zo veel domheid.
Eenmaal binnen zochten ze een plekje. Het was nog erg rustig, maar toen de wedstrijd eenmaal begon zat het stadion toch redelijk vol met lieden die zich op dezelfde manier hadden laten behandelen.
En toen de scheidsrechter voor het eerst voor een overtreding tegen zijn ploeg floot, begon iedereen om hem heen de meest vreselijke ziektes te roepen. Hij keek even om zich heen en dacht: waar ben ik aan begonnen?
Danny van der Linden
