Op maandagavond konden we genieten van één van de prachtigste derby’s die er bestaat in het voetbal: Liverpool FC – Manchester United, oftewel the Hate Game. Bij winst konden de mannen van Klopp naar een gedeelde eerste plaats met Arsenal en Manchester City springen. Indien United won, hadden de mannen van Mourinho evenveel punten als onder Van Gaal na evenveel speeldagen in het seizoen 2015-2016.

Onder een massaal gezongen “You’ll never walk alone” won Liverpool de toss en trapte Zlatan de match in gang. Bij Liverpool zaten Mignolet en Origi op de bank, bij Manchester United stond Fellaini weer terug op het veld en werd Pogba opgeschoven naar de nummer 10.

In de beginfase werd voornamelijk veel strijd geleverd. Liverpool had het balbezit, maar foutjes van beide kanten haalden de wedstrijd telkens uit het ritme. Na 6 minuten probeerde Ibrahimovic het eens vanuit een verre vrije trap, maar zijn schot vloog metershoog de tribune in.

Hoewel Liverpool de meest aanvallende intenties had, was het toch United dat af en toe een afstandsschot loste. Pogba, Fellaini en Ibrahimovic mikten telkens op een speler van Liverpool of over. Na 22 minuten probeerde Can het ook eens voor Liverpool, maar op Anfield Road mogen ze blij zijn dat het stadion nog een 2e ring heeft.

Op het halfuur kregen we dan toch eindelijk een eerste kansje: na een aanval die over veel stationnetjes rond de 16 verliep, dropte Henderson de bal in de 16 tot bij Firmino. Diens kopbal mag dan de eerste bal tussen de palen zijn geweest, echt zorgwekkend was dit voor De Gea niet. Ook een voorzet-schot van Coutinho kon hij zo oprapen. Met een flauwe 0-0 en 2 gele kaarten voor Bailly en Young floot Anthony Taylor voor de rust.

Na de pauze kregen we een aantrekkelijkere wedstrijd te zien, met een aanvallender Liverpool. Het was echter door een verschrikkelijke kaats van Karius dat Ibrahimovic alleen voor doel werd gezet. De Duitser mag een weesgegroetje doen dat er voor buitenspel werd gevlagd – Mignolet zag het met lede ogen aan. Na 51 minuten dan toch ook een eerste echte keer Manchester United: Ibrahimovic kopte een voorzet van Pogba echter weg van het doel.

Het was na 58 minuten De Gea die voor het eerst echt werk leverde. Matip kreeg de bal tot bij Can, die op zijn beurt met zijn linker de bal naar de hoek kon trappen. De Gea ging goed plat, en hield met een knappe save zijn ploeg in de wedstrijd. Liverpool ontwikkelde onder het lawaai van zijn supporters steeds meer druk en aanvalsdrang, onder meer met de inbreng van Lallana. Het was echter weer De Gea die de hoofdrol opeiste. Coutinho toverde vanop grote afstand een héérlijk afstandsschot uit de sloffen, maar de Spanjaard pakte uit met een even heerlijke wereldsave.

Jammer genoeg was dit ook het enige spannende dat nog gebeurde in de wedstrijd. Liverpool had nog wel goede wil en bracht 5 minuten voor tijd ook nog Origi in, maar het was enkel United dat nog in de buurt van het doel kwam, met een kopbal van Fellaini. Vooral Mourinho lijkt te hebben wat hij wilt, want echt aandringen deed ManU nooit. Voor wie de wedstrijd gemist heeft, is dan ook enkel het afstandsschot van Coutinho dat door matchwinnaar De Gea op magistrale wijze gepareerd werd, een aanrader om te herbekijken.

Koen Lamberechts