Borussia Dortmund heeft afgelopen woensdag de finale van de Duitse beker bereikt. In München was de ploeg van trainer Thomas Tuchel met 2-3 te sterk voor Bayern.
Bayern begon met Arjen Robben in de basis. Vorig seizoen veroverde Bayern nog de beker door Borussia Dortmund in de finale na strafschoppen te verslaan.
In het begin van de wedstrijd had Bayern het best lastig tegen “die Borussen”. Na 19 minuten opende Marco Reus de score voor de ploeg uit Dortmund. Bayern moest daarop in de achtervolging. In de 28e minuut kwam Bayern op gelijke hoogte. Javi Martinez was de man van het doelpunt. Vlak voor rust wist Bayern ook nog de voorsprong te pakken. Verdediger Mats Hummels maakte het doelpunt tegen zijn oude team.
In de tweede helft ging Dortmund op zoek naar de gelijkmaker. Beide ploegen kregen kansen op een doelpunt, maar deze bleef enige tijd uit. Twintig minuten voor het eind wist Pierre-Emerick Aubameyang dan toch de gelijkmaker voor Dortmund te maken. Hij kopte de bal achter doelman Neuer. Vijf minuten later ging het zelfs helemaal mis voor Bayern. Philipp Lahm leed slordig balverlies en de bal kwam aan op de rechterkant van het strafschop gebied. Ousmane Dembélé krulde de bal vervolgens via de onderkant van de lat in het doel. Hierdoor werd de einduitslag bepaald op 2-3.
Dortmund speelt in de finale van de DFB Pokal tegen Eintracht Frankfurt, dat dinsdag Borussia Mönchengladbach uitschakelde. De finale is zaterdag 27 mei in Berlijn. De wedstrijd begint om 20:00 uur.
