Het overlijden van Stéphane Demol deed ons allemaal eens terugdenken aan zijn mooie spelerscarrière en stralende persoonlijkheid. Wie zich de Beerselaar in een trainersplunje inbeeldt, denkt waarschijnlijk terug aan zijn periode als assistent bij Standard en de Rode Duivels. Demol passeerde evenwel ook in andere boeiende decors.

Toen de pers bij zijn aanstelling bij toenmalig tweedeklasser KV Turnhout in 2000 sprak over het trainersdebuut van Demol, herinnerde de ex-Rode Duivel eraan dat hij in het voorjaar van 1996 al een tijdje gedepanneerd had bij tweedeprovincialer SK Halle. Onder leiding van Demol, toen nog voetballer, bleef Halle ongeslagen: de club won vijf keer en speelde vijf keer gelijk.

Zijn ervaringen op Lamme Guiche waren ongetwijfeld plezant, maar het échte werk begon weliswaar bij KV Turnhout, dat met grote ambities aan het seizoen 2000/01 begon. Al was Demol ook tijdens zijn spelerscarrière al een gids, zo blijkt uit navraag bij Sadio Ba (50), die in het seizoen 1998/99 met Demol samenspeelde bij FC Denderleeuw.

“Het was mijn eerste jaar bij FC Denderleeuw, waar ik uiteindelijk maar een seizoen ben gebleven. Het was ook het eerste seizoen van Stéphane bij Denderleeuw”, aldus Ba, die op dat moment al even van Eerste klasse had geproefd met KSC Lokeren en later nog meer dan 150 wedstrijden op het hoogste niveau zou spelen met KVC Westerlo.

“Stéphane heeft me meteen onder zijn hoede genomen, ik heb veel tips gekregen van hem. Hij kon heel goed met de jeugd om. Eigenlijk kun je wel stellen dat hij me geherlanceerd heeft. Nadat ik een paar maanden naast hem had gespeeld, was er al gauw weer interesse uit Eerste klasse voor mij. Dat heb ik absoluut aan hem te danken, want de kleine details had hij onder de knie, en daar kon ik heel wat van leren. Hij was verbaal bijvoorbeeld heel sterk”.

“Stéphane was een topper, zowel op als naast het veld. Hij had absoluut geen dikke nek. Moest je hem niet gekend hebben vanop televisie, zou je nooit geweten hebben dat hij Porto, Anderlecht enzo gespeeld heeft, laat staan op wereldbekers. Hij was gewoon een van onze kernspelers. Als je hem later nog eens tegenkwam, was hij de eerste om je te komen begroeten. Sadio dit, Sadio dat. En hij was met iedereen zo”.

“Ik denk dat zijn lichaam op dat moment op was. Je mag ook niet vergeten dat hij sinds zijn zeventiende of achttiende aanwezig was in Eerste klasse en in de nationale ploeg. Zijn lichaam was serieus belast geweest door al die jaren. Dat weegt echt wel op je eenmaal je de dertig gepasseerd bent. Je spreekt toch van een andere belasting dan bij iemand die pas later komt kijken in Eerste klasse”.

Om het nog eens over die grote ambities van Turnhout te hebben: Demol was niet de enige grote naam die in 2000 arriveerde in de Kempen. “Het is lang geleden, maar ik kan het mij allemaal nog goed herinneren. Ik speelde al sinds mijn zesde bij KFC Turnhout, waar op een dag Jean-Marie Pfaff komt binnengewandeld. Hij werd plots onze sportief directeur”, schetst Yves Lenaerts (40), de latere doelman van onder andere Club Brugge en OH Leuven.

“In zijn kielzog kwamen ook Stéphane Demol en de latere hulptrainer Nico Claesen. Drie ex-Rode Duivels, dat is voor een zeventienjarige wel impressionant. In die trainersstaf had je trouwens ook nog Fuat Çapa, die eveneens assistent was en later ook nog een mooie carrière heeft gemaakt als trainer”.

“Het is Stéphane Demol die me naar de A-kern heeft gehaald. Ik zat toen nog bij de UEFA Juniors, maar als derde keeper trainde ik af en toe mee met het eerste elftal. Ik ben zelfs nog mee op winterstage naar Turkije geweest. Een Belgische tweedeklasser op stage in Turkije… het klinkt ongelofelijk, maar dat kon toen allemaal in Turnhout. Fuat Çapa had connecties in Turkije, Jean-Marie regelde alles qua publiciteit”.

Recht door zee

De ballon werd zo hard opgeblazen dat ze een jaar later ontplofte. Turnhout eindigde in het seizoen 2000/01 tweede in zowel de reguliere competitie als de eindronde, maar kreeg geen licentie meer en moest naar Derde klasse.

“Ik denk inderdaad dat ze het allemaal wat te groot hadden gezien op den duur. Die mannen komen natuurlijk niet gratis. Voor Turnhout was het uiteindelijk wat te hoog gegrepen”, aldus Lenaerts, die meteen onder de indruk raakte van trainer Demol, ondanks diens toen nog maagdelijke cv.

“Hij had een zeer grote persoonlijkheid, het was echt een figuur die voor je stond. Voor mij als jonge gast toen was dat Stéphane Demol, de ex-Rode Duivel, die voor mij stond. Het was een heel aanwezige figuur. Hij was verbaal heel sterk, had een uitgesproken mening. Streng, maar wel rechtvaardig, recht door zee. Dat is natuurlijk hoe ik het als jonge speler heb ervaren. Maar bovenal was hij joviaal in de omgang, ook naar de spelers toe”.

Demol zakte aanvankelijk mee naar Derde klasse, maar nam in september 2001 zelf ontslag. Çapa nam over en startte zo zijn later succesvolle trainerscarrière. En Demol? Die werd in de pers al gauw gelinkt aan eersteklassers La Louvière en RWDM, maar tekende uiteindelijk bij tweedeklasser Verbroedering Geel, waar hij in november al de derde trainer van het seizoen was.

“Het was een vrij moeilijk seizoen. We hadden toen vrij hoge ambities, maar eigenlijk hebben we toen gewoon een grijs seizoen gedraaid”, schetst Bart Vanhees, vandaag op z’n 42e nog actief bij de Limburgse tweedeprovincialer As-Niel United. Als verdediger stak hij naar eigen zeggen veel op van Demol.

“We zijn het seizoen gestart met Jos Heyligen, maar die is toen vrij snel ontslagen. Dimitri M’buyu volgde hem op, maar toen het ook daar niet liep zoals het moest is Stéphane gekomen. Dat het seizoen zo slecht is verlopen voor Geel, was denk ik een samenloop van omstandigheden. Als je een ploeg hebt waarvan de drive niet altijd even groot is… Dat was denk ik de voornaamste oorzaak, samen met het feit dat de groep niet heel goed aan elkaar klitte. Oude spelers, buitenlanders…”.

Demol die dan plots als crisismanger moet optreden? “Stéphane was een persoonlijkheid. Als hij binnenkwam, stond er echt wel iemand. Met zijn palmares is het natuurlijk makkelijker om dingen te eisen dan iemand anders. Op dat gebied heeft hij de situatie in Geel nog zo goed mogelijk proberen aan te pakken. Ach, wat mij vooral bijblijft is zijn jovialiteit, alsook het positivisme dat hij toen nog probeerde aan te halen. Dat was achteraf gezien misschien tevergeefs, maar hij heeft er toch nog het beste van wíllen maken. Hij heeft er nog heel veel aan gedaan om Geel nog op de rails te krijgen, maar als ik er nu op terugkijk, denk ik dat het onevenwicht in die groep veel te groot was”, aldus Vanhees, die in zes seizoenen bij Geel nooit lager eindigde dan twaalfde zoals in 2001/02.

Na twee seizoenen coachen – sorry, SK Halle – stond Demol al in Eerste klasse. Promovendus KV Mechelen gaf hem een eerste kans op het hoogste niveau. Het spreekt voor zich dat dat in het turbulente seizoen 2002/03, het laatste seizoen voor de vereffening, geen sinecure was. Nog voor Kerstmis wierp Demol de handdoek in de ring. In de zomer van 2003 hernam hij het werk bij tweedeklasser FC Denderleeuw, waar hij in het seizoen 1998/99 nog een seizoen in Tweede klasse had gespeeld.

Bij Denderleeuw, dat op het einde van het seizoen degradeerde en een jaar later opging in fusieclub FCV Dender EH, haalde hij dat seizoen zelfs Allerheiligen niet. Maar dat heeft volgens Steven De Petter, die toen pas kwam piepen bij de eerste ploeg, niet per se met Demol te maken.

“Voor mij is het nooit bijgebleven dat de degradatie door een trainer is gekomen, en al zeker niet door Stéphane Demol. Voor mij stonden zijn kwaliteiten buiten kijf. De trainingen waren kwaliteitsvol”, aldus De Petter (37), die later met Dender, Westerlo, KV Mechelen en STVV in Eerste klasse voetbalde.

“Als jonge gast heb je altijd wat dingen die je bijblijven van die trainingen in de beginjaren. Bij mij waren dat pass- en trapvormen. Dat was met een flankverandering. Als daar een paar mindere ballen tussenzaten, dan zei Stéphane: luister, geef me de bal, zo moet je ‘m trappen. En dan was dat letterlijk op de stropdas dat die bal toekwam. Dat was zijn kwaliteit, de bal nemen en tonen: zo moeten ze komen. Dat maakt indruk op een jonge gast, maar ook op iemand met al wat meer ervaring. Als de coach daarmee kan uitpakken, weet je dat hij weet waarover het gaat”.

Tussen Denderleeuw en zijn passages bij Standard Luik en de Rode Duivels, waar hij als assistent fungeerde van respectievelijk Dominique D’Onofrio en René Vandereycken, was Demol in het seizoen 2004/05 coach van het Griekse Egaleo FC (zie ‘EK-winst, Olympische Spelen en… UEFA Cup-kwalificatie met Egaleo FC: de boeiende trainerspassage van Stéphane Demol in Athene‘). Met deze club verwezenlijkte hij een stunt door in de UEFA Cup-voorronde het Gençlerbirliği SK van Filip Daems uit te schakelen. In de groepsfase eindigde Egaleo laatste met 1 op 12. Dat ene punt werd weliswaar behaald tegen het SS Lazio van onder andere Fernando Couto, Massimo Oddo, Paolo Di Canio en Simone Inzaghi.

Na nog een seizoen bij het Cypriotische Ethnikos Achna, waarmee hij in de allerlaatste Intertoto Cup-editie ooit sneuvelde tegen het Albanese KF Besa Kavajë, kreeg hij in 2009 een nieuwe kans in de Belgische Eerste klasse van Sporting Charleroi. De Henegouwers, die in de zomer van 2009 spelers als Bertrand Laquait en Fabien Camus verloren waren, namen dat seizoen geen topstart. Niet per se door Demol, aldus toenmalig assistent Mario Notaro (73).

“Het was een boeiend figuur, omdat hij iets bijzonders had. Zijn charisma was groot, zijn présence impressionant. Hij was heel menselijk in zijn samenwerking, hij legde zijn oor graag te luister bij zijn andere stafleden. Wij werkten hand in hand”, aldus Notaro, die al meer dan twintig jaar bij Charleroi werkt en er al heel wat trainers zag passeren.

Ook Notaro gebruikt het woord ‘joviaal’ om Demol te omschrijven. “Hoeveel ervaring hij ook had, hij blijf steeds bescheiden. Wat een carrière heeft die man gehad als speler. Tegenwoordig is het schering en inslag om als jonge twintiger naar het buitenland te vertrekken, toen nog niet. In dat opzicht was hij een van de pioniers. Hij sprak er allemaal over, maar zonder zichzelf centraal te zetten”.

“Stéphane is heel goed ontvangen geweest in Charleroi, en omgekeerd werkte hij ook meteen graag samen met ons. Ik zeg het: hij gooide onmiddellijk zijn charisma in de strijd. En zijn talenkennis. Met mij kon hij Italiaans spreken, dat had hij geleerd toen hij bij Bologna speelde. Door zijn passage bij Porto sprak hij ook Portugees. Als een trainer wat talen kan spreken, is dat altijd mooi meegenomen”.

Wanneer we Notaro vragen of hij denkt te weten wat er is misgelopen in het grijze seizoen 2009/10 – het seizoen vóór de degradatie naar Tweede klasse –, staat Notaro erop om ons op een opmerkelijk feit.

“Stéphane is niet ontslagen geweest bij Charleroi, hij is zelf opgestapt. Dat is iets dat me altijd is bijgebleven. De exacte reden kan ik u niet geven, omdat ik het zelf allemaal nooit echt geweten heb, maar ik weet wel nog dat hij me op een dag na een wedstrijd even apart nam. Wat is er, vroeg ik hem. Ik stop ermee, was zijn antwoord. Had hij er geen zin meer in of voelde hij zich niet goed? Daarover kan ik helaas niet in detail treden. Maar ik hamer wel op het feit dat hij niet aan de deur is gezet bij Charleroi. Oke, de resultaten waren wel niet zo denderend onder hem. Maar bij welke Charleroi-coach wél in die periode…”.

Nog in datzelfde seizoen coachte hij in Cyprus Aris Limassol, waar hij slechts zeven wedstrijden aanbleef. Vlak voor de start van de degradatiebarrages werd hij ontslagen. Zijn opvolger kon het behoud niet verzekeren. De Griekse tweedeklasser PAS Giannina promoveerde in het seizoen 2010/11 daarentegen naar het hoogste niveau onder Demol.

Bij tweedeklasser FC Brussels, waar hij op het einde van het seizoen 2011/12 een korte doortocht maakte, pakte hij 13 op 30, waardoor de club nooit onder de degradatiestreep belandde. Het was zijn laatste trainersklus in België. Demol coachte daarna ook nog bij het Thaise BEC Tero Sasana (waar toen ook de Belgen Bertrand Crasson en Robert Procureur werkzaam waren) en de Saoedische clubs Al-Faisaly FC (de club waar Yves Vanderhaeghe recent tekende) en Hajer Club. Wie weet wat had de toekomst nog gebracht…