Wie aan de spelerscarrière van Stéphane Demol denkt, zal altijd denken aan die dolle maand in 1986 – van zijn goal tegen Club Brugge in de tweede testwedstrijd om de titel op 6 mei tot zijn belangrijke interlandgoal tegen de Sovjet-Unie op 15 juni in Mexico. Met een doelpunt in de achtstefinalewedstrijd op het WK 1990 had Demol zich helemáál onsterfelijk kunnen maken, het zou David Platt de moed om te trappen misschien hebben ontnomen. Helaas. Een EK-held is Demol daarentegen nooit geworden, want toen hij zijn officiële debuut maakte in het eerste elftal van RSC Anderlecht was het EK 1984 al gedaan, en daarna was het wachten tot het jaar 2000 om de Rode Duivels nog eens aan het werk te zien op een EK. Demol was toen net aan zijn trainerscarrière begonnen bij tweedeklasser KV Turnhout, weliswaar nadat hij daarvoor al was ingesprongen bij SK Halle.

Toen vier jaar later een nieuw EK plaatsvond in Portugal, had Demol al enkele clubs op zijn trainers-cv staan. Met Turnhout was hij tweede geëindigd in Tweede klasse, maar door licentieproblemen moest de club naar Derde klasse zakken. Verbroedering Geel parkeerde hij in het seizoen 2001/02 na een snertseizoen, waar voor hem ook ex-Rode Duivels Jos Heyligen en Dimitri M’Buyu passeerden, op een twaalfde plek in Tweede klasse. Zijn eerste passage in Eerste klasse bij KV Mechelen, dat op het einde van het seizoen in vereffening ging, liep niet af zoals vooraf gehoopt, en bij tweedeklasser FC Denderleeuw haalde hij in het seizoen 2003/04 niet eens Allerheiligen. Demol werd in het toenmalige Florent Beeckmanstadion vervangen door zijn voorganger René Desaeyere, die ook nog voor het einde van het seizoen vertrok bij de hekkensluiter van dat seizoen, die een jaar later zou opgaan in fusieclub FCV Dender EH.

Werklozentrainer vindt club

Op 26 juni 2004, de dag dat Nederland in Faro zijn strafschoppenserie tegen Zweden won en zo doorstroomde naar de halve finale van het EK, leidde Demol in Doornik de Belgische werklozen naar een 1-0-zege tegen de Noord-Franse lotgenoten. Het was Serge Mputu Mbungu (ex-Lokeren en -Harelbeke) die de Belgische selectie, onder andere ook bevolkt door Theophilus Amuzu (ex-Standard en -KV Mechelen, vader van Francis en Joseph), naar de zege leidde.

Een kleine week later – nog vóór de EK-finale op 4 juli – mocht de naam van Demol geschrapt worden van het lijstje van werkloze Belgische trainers. Niet OFI Kreta of Raja Casablanca, maar de Griekse eersteklasser Egaleo FC werd de nieuwe werkgever van de 38-jarige Demol, die midden de jaren 90 even actief was geweest bij Panionios FC. Een club zonder grote aanhang, maar ook zonder grote schuldenberg. “Eerst was Walter Zenga in beeld, maar uiteindelijk koos men voor mij omdat we ook vorig jaar als eens contact hadden”, verklapte Demol toen aan de Belgische pers.

Fulham en Koper

Egaleo doet vandaag de dag niet al te veel belletjes meer rinkelen, maar in die periode was de club uit hoofdstad Athene aan een goede periode bezig in de Super League: na de vijfde promotie naar het hoogste niveau in de clubgeschiedenis was de club in het seizoen 2001/02 begonnen met een tiende plaats (op veertien clubs), wat zowaar gepaard ging met een Intertototicket. De club maakte zijn Europese debuut tegen Fulham FC, dat slechts met een 2-1-totaalscore afstand kon nemen van de Griekse club, ondanks de aanwezigheid van onder andere Edwin van der Sar, Steed Malbranque en Louis Saha op het veld. In het seizoen 2002/03 deed de club beter door tiende te eindigen in de competitie, maar dan op zestien clubs. Opnieuw mocht de club naar de Intertoto, waar opnieuw met slechts één doelpunt verschil werd verloren, ditmaal van het Sloveense FC Koper.

Het Intertoto-intermezzo tegen Koper was de voorbode van het beste seizoen uit de clubgeschiedenis: een vijfde plaats in de competitie, net als in het seizoen 1970/71 – al zullen de fanatiekelingen opmerken dat er in dat seizoen 1970/71 achttien clubs speelden in de Super League en in het seizoen 2003/04 ‘slechts’ zestien. Hoe dan ook, in 1970/71 leverde de vijfde plaats geen Europees ticket op, in tegenstelling tot 33 jaar later. Demol, die in Griekenland een contract voor een jaar met optie ondertekende, kreeg met een plaatsje in de UEFA Cup-kwalificatiefase een mooi welkomstcadeau van zijn voorganger.

Place to be in de sportwereld

Demol werd door zijn aanstelling bij Egaleo de gedroomde correspondent voor de Belgische sportjournalisten. Griekenland was toen immers dé place to be in de sportwereld: de Griekse nationale voetbalploeg had net verrassend het EK gewonnen, een dikke maand voor de start van de Olympische Zomerspelen in… Athene. Demol pikte er wat mee van de Olympische Spelen: de Beerselaar was aanwezig op het bronzen feestje van Axel Merckx, die net als Demol nog het shirt van Anderlecht droeg bij de jeugd. “De Grieken hebben totaal geen fietscultuur. Mijn spelers begrepen er niks van dat ik al om 8 uur ’s morgens wilde vertrekken om het wielrennen te zien”, merkte Demol op. Opmerkelijk: toen Johan Museeuw in 1996 wereldkampioen werd in Lugano, was Demol er op dat moment ook net werkzaam.

Uit een interview met journalist Patrick Vercruysen, een streekgenoot van Demol, leerden we hoe de Griekse hoofdstad in de laatste weken vóór de openingsceremonie nog een grondige metamorfose onderging. Niet alleen door het aantal Griekse vlaggen die ter ere van Angelos Charisteas en co massaal werden opgehangen, maar ook door een grondige poetsbeurt. “Ik heb nog nooit zo’n propere stad gezien”, vertelde Demol, die een duidelijk verschil zag met het Athene van zijn tijd bij Panionios. Als Egaleo het Ukkel van Athene was, zoals Demol destijds vertelde, dan mag u zelf invullen met welke Brusselse gemeente Nea Smyrni (het stadsdeel waar Panionios gehuisvest is) vergeleken kan worden…

Nóg een duidelijk verschil tussen zijn periodes bij Panionios en Egaleo: de goesting om de Griekse taal aan te leren. Zijn passages bij Porto en Bologna leverden hem kennis van respectievelijk het Portugees en het Italiaans op, maar bij Panionios was Demol daar niet toe gekomen. “Panionios was van al mijn buitenlandse avonturen het minst geslaagde. Ik voelde me er niet goed, zowel op als naast het veld. Al na twee maanden werden we niet meer betaald. Dan ben je niet gemotiveerd om je te integreren en de taal te leren”, biechtte Demol op toen Sport/Voetbalmagazine hem bij de start van zijn tweede passage in Griekenland kwam opzoeken. Of Grieks nu zijn zevende of achtste taal was, zullen we waarschijnlijk nooit weten – twee interviews spreken elkaar op dat vlak tegen. Hoe dan ook: al na een paar weken probeerde Demol al wat woordjes Grieks te roepen vanop de zijlijn. Dat zal zeker geapprecieerd geweest zijn.

Daems, Skoko en Youla

Op 16 september, vijf dagen na de bekerwedstrijd tegen GS Marko, moesten de jongens van Demol aan de bak in de UEFA Cup. Egaleo en Gençlerbirligi moesten onder elkaar uitvechten wie naar de groepsfase van de UEFA Cup. De stage in de Griekse bergen nabij Thessaloniki deed de jongens van Egaleo kennelijk deugd, want in alle competities nam de club een prima start. Die bekerwedstrijd in Markopoulo Mesogaias werd met 1-4 gewonnen, de heenwedstrijd tegen Gençlerbirligi eindigde op 1-0. De Turkse bekerfinalist van 2004, met op het veld naast de Belg Filip Daems ook Josip Skoko (ex-Genk) en Souleymane Youla (ex-Lokeren en -Anderlecht), had in de ronde daarvoor op uitdoelpunten gekwalificeerd ten nadele van HNK Rijeka en verloor in Griekenland zijn tweede opeenvolgende Europese wedstrijd. “Egaleo is niet bepaald een topper, wel een agressieve ploeg met kopbalsterke spelers achterin. Wij maakten de fout te veel met de lange bal te spelen. Maar ik heb er vertrouwen in dat we die 1-0 volgende week in Ankara rechtzetten”, had Filip Daems destijds niet veel goeds te vertellen over zijn tegenstander.

Helaas voor Daems, maar gelukkig voor Demol werd het vertrouwen van de toen nog eenmalige Rode Duivel beschaamd. Georgios Barkoglou zorgde een paar minuten voor de rust voor een tweede Griekse doelpunt, de own-goal van Günter Friesenbichler in de tweede helft bracht de kwalificatie van Egaleo niet meer in gevaar. Feest bij Egaleo, dat tussen de twee kwalificatiewedstrijden ook al een prima start had gemaakt in de competitie: tegen topclub AEK Athene dwongen de jongens van Demol een 1-1-gelijkspel af, op bezoek bij… OFI Kreta werd het 0-1.

Sinterklaas

De droom van Egaleo ging maar door. Op de derde speeldag won de club ook met 1-0 tegen Ionikos Nikeas, waardoor de club op de vierde speeldag zowaar voor de leidersplaats kon spelen. Het bleef evenwel 0-0 tegen toenmalig leider Panathinaikos, waardoor Egaleo naar de vijfde plaats zakte. Ook niet slecht natuurlijk. De eerste nederlaag in de competitie leed de club trouwens pas op 5 december: het GS Kallithea van Theofanis Gekas en trainer Takis Lemonis kwam op de tiende competitiespeeldag met 1-2 winnen. Een dag voor Sinterklaas – Athene ligt niet overdreven gek ver van Turkije – was de ongeslagen reeks van Egaleo voorbij. In Griekenland althans, want in de UEFA Cup was Egaleo toen zelfs al uitgeschakeld.

Drie dagen eerder, op donderdag 2 december, had Egaleo een knap 2-2-gelijkspel uit de brand gesleept tegen SS Lazio. Roberto Muzzi had de vroege openingsgoal van Giannis Chloros nog voor de rust omgebogen in een 1-2-voorsprong, onder andere via een directe vrije trap, maar in de 55e minuut hing Anestis Agritis de bordjes weer gelijk. De inbreng van Goran Pandev en Simone Inzaghi ten spijt, bleef het 2-2. Niet voldoende voor beide clubs, die door dit gelijkspel alle twee uitgeschakeld waren. Egaleo had eerder al tweemaal verloren in de UEFA Cup, eerst met het kleinste verschil tegen Middlesbrough FC en vervolgens met een droge 4-0 tegen Partizan Belgrado. Tegen Middlesbrough, dat pas twintig minuten voor tijd Jimmy Floyd Hasselbaink van de bank haalde, lag Egaleo niet echt onder, maar het was een andere invaller van Steve McClaren– Stewart Downing – die in de 78e minuut de Griekse droom doorprikte. Demol zou het eind november 2004 de beste wedstrijd van het seizoen noemen. De 4-0-nederlaag in Belgrado kwam er dan weer omdat Demol zélf vijf invallers in de basis dropte tegen Saša Ilić en co met het oog op de belangrijke competitiewedstrijd tegen AO Kerkyra drie dagen later.

Patrick Ogunsoto

Het is een grappige gedachte dat Demol met Egaleo meer wedstrijden heeft verloren in de UEFA Cup-groepsfase dan in competitieverband. Want jawel, ook de laatste groepswedstrijd op 15 december leverde een 4-0-nederlaag op. Ditmaal bij Villarreal CF, dat van alle drie de gekwalificeerde clubs in groep E het verst zou raken, namelijk tot in de kwartfinale. Toen Egaleo met 4-0 de boot in ging tegen Santi Cazorla en co, stond de teller in eigen land nog maar op één competitienederlaag – die eerder genoemde 1-2-nederlaag tegen het GS Kallithea van Gekas en Lemonis. Op 29 december keek Demol pas voor de tweede keer tegen een nederlaag aan in de Super League: bij het Ergotelis van de latere Westerlo-spits Patrick Ogunsoto werd het 2-1. Het dient wel gezegd dat ze in Griekenland pas twaalf speeldagen hadden afgewerkt met Kerstmis, maar toch: Demol mocht aan de kerstdis toch uitpakken met het heuglijke feit dat zijn ploeg vierde stond in de competitie, weliswaar op tien punten van Olympiakos Piraeus. En met goed (doch weinig efficiënt) voetbal, want eind november was Egaleo de ploeg die na Olympiakos de meeste kansen versierde.

En dan zijn er van die mensen die nooit tevreden zijn. Begin januari 2005 werd Demol door eigenaar en voorzitter Thomas Mitropoulos op non-actief geplaatst als trainer van Egaleo. Na afloop van een training kreeg Demol plots een brief van de voorzitter toegestopt met het verrassende nieuws. “Ik heb op mijn manier resultaten geboekt en misschien vond de voorzitter het vervelend dat hij zich niet mocht moeien met de opstelling en de tactiek. Ik heb me laten vertellen dat zijn invloed in het nabije verleden veel groter was. Maar echte wrijvingen waren er niet. In februari zouden we zelfs rond de tafel gaan zitten om te praten over een nieuw contract”, trachtte Demol destijds een verklaring te vinden. Demol vond hoe dan ook dat opstelling en tactiek zijn terrein was en niet dat van de voorzitter. “Waarom heb ik anders vijf jaar lang een trainersopleiding gevolgd?”, aldus de ex-Rode Duivel, die nog vertelde dat de spelers niet konden geloven wat ze zagen. Oef, het is dan toch niet waar, zeiden ze toen ze Demol op maandag toch nog op de club zagen. Helaas. Egaleo ging verder met Ilie Dumitrescu, die de club op een zesde plaats parkeerde.

Demol ging een halfjaar na zijn vertrek bij Egaleo aan de slag als assistent-trainer bij Standard Luik. Van 2006 tot 2008 was hij de assistent van René Vandereycken bij de Rode Duivels. Daarna hernam hij zijn rol als hoofdtrainer. Van 2010 tot 2011 was hij in Griekenland trainer van PAS Giannina, dat hij naar het hoogste niveau loodste.

Zie ook
Van Lamme Guiche tot Lazio, een schets van de trainerscarrière van Stéphane Demol: “Zijn charisma was groot, zijn présence impressionant”