Als de huidige generatie zijn naam niet mee zou kennen, tot daar aan toe, maar een van zijn legendarische uitspraken hebben ze dan vast al gehoord. Laat staan dat ze dan zouden weten dat Rik De Saedeleer, een van onze bekendste vaderlandse voetbalcommentoren ooit, als voetballer ook potten brak bij zijn geliefde Racing Mechelen. De Saedeleer, die op 3 maart 2013 op 89-jarige leeftijd overleed, zou vandaag honderd jaar geworden zijn.
De Saedeleer raakte op latere leeftijd helemaal verknocht aan de Belgische kust, maar hij is natuurlijk wel geboren en getogen in Mechelen. Op 17 januari 1924 zag hij op een boogscheut van het Oscar Vankesbeeckstadion, waar Racing Mechelen vandaag de dag nog altijd speelt, het levenslicht. Ook de vader en grootvader van De Saedeleer hadden groen-wit bloed: zijn vader speelde er, zijn grootvader stelde er zelfs ooit de ploeg op.
Het kon niet anders zijn dan dat Rik ook ooit het groen-witte shirt zou aantrekken. In 1939, op zijn vijftiende, maakte hij zijn debuut in het eerste elftal van Racing Mechelen, de ploeg uit de Mechelse arbeidersbuurten. Hij zag zijn carrière flink geremd door de Tweede Wereldoorlog, die op een slecht moment uitbrak: twee dagen later, op 12 mei 1940, zou Racing de stadsderby tegen het katholieke KV Mechelen spelen.
Eenmaal de oorlog voorbij kon De Saedeleer de familietraditie voortzetten. In 1948 werd Racing Mechelen kampioen in de Eerste Afdeling A en keerde de club terug naar het hoogste niveau, waar de club in 1937 voor het laatst had gespeeld. Het waren de gloriejaren van de club: na twee derde plaatsen op rij (1950 en 1951) werd Racing Mechelen in het seizoen 1951/52 zowaar vicekampioen. In 1954 verloor de club ook de bekerfinale van Standard. Zonder De Saedeleer, die in het begin van dat jaar door blessureleed op amper dertigjarige leeftijd de schoenen aan de wilgen had gehangen. Speelden wél mee: Jozef Mannaerts (die in het vicekampioenenseizoen nationaal topschutter werd, zo bleek enkele decennia later), en 23-voudig international Jan Van Der Auwera.
“Rik was een spilfiguur in de ploeg van Racing Mechelen. Vaak vertrok de trein via hem. Hij kon ook verdedigen, maar offensief was hij toch beter, want dan kon hij iets op poten zetten”, aldus Brian Nackaerts, de man die in 2011 de kat aan de bel bond toen hij uitrekende dat niet Rik Coppens, maar Jozef Mannaerts in het seizoen 1951/52 topschutter van België was. Hij bevestigt daarmee de kwaliteiten die vaak in de mond genomen worden om de voetballer Rik De Saedeleer te omschrijven: vista en precisie.
Het feit dat De Saedeleer een gebrek aan fysiek werd aangewreven – een van de redenen waarom hij nooit helemáál doorbrak als voetballer –, is Nackaerts niet onbekend. “Om De Saedeleer te jennen, sprak Coppens hem toen geregeld aan over zijn zwaarlijvigheid. Dat was toen Mechelen tegen Antwerpen, natuurlijk, in een kader van 22 Belgen tegen elkaar aan de aftrap. Maar ja, men heeft natuurlijk wel nooit kunnen zeggen dat Rik De Saedeleer echt strak stond”, aldus Nackaerts, een grote supporter van Racing Mechelen die zich veel bezighoudt met de geschiedenis van de club.
NIR
Welke voormalige ploegmaat uiteindelijk de grootste rol in zijn leven speelde? Dat is misschien wel Remy C. van de Kerckhove, die jaren bij de Racing speelde maar na de Tweede Wereldoorlog in Brussel ging spelen. In de jaren ’50 ging hij immers ook aan de slag bij het NIR, de openbare omroep die in 1960 zou opsplitsen in de BRT (thans VRT) en de RTB (thans RTBF). Van de Kerckhove was een absolute pionier in de wereld van de Vlaamse voetbalcommentatoren, zo becommentarieerde hij bijvoorbeeld voor een paar honderd kijkers de legendarische Engeland-Hongarije uit 1953. Toen Van de Kerckhove zijn medewerking verleende voor de organisatie van Expo 58 – dat kostte hem uiteindelijk het leven –, vroeg hij aan De Saedeleer om hem te vervangen bij de openbare omroep. De Saedeleer, die toen net een jaar Heizelschool achter de rug had met het oog op een trainerscarrière, was eerst maar weinig geïnteresseerd.
De Saedeleer mag dan wel niet de allereerste voetbalcommentator der natie zijn, hij maakte wel de pioniersjaren mee. Het is de tijd dat Pol Jacquemyns nog letterlijk vertélde over wedstrijden, zonder dat er matchbeelden aan te pas kwamen. Het eerste wereldkampioenschap voetbal dat De Saedeleer aandeed was het WK 1962 in Chili. Voor u zich daar exotische beelden bij bedenkt: De Saedeleer volgde dat WK samen met dertig andere commentatoren vanuit… Frankfurt. Zijn tiende en laatste WK was er een dicht bij huis: het WK 1998 in Frankrijk. Daarna ging De Saedeleer op welverdiend pensioen.
In 2011 bracht De Saedeleer in samenwerking van Carl Huybrechts zijn memoires uit: Rik De Saedeleer, De stem van ons voetbal. Om het voor eens en altijd gezegd te hebben waarschijnlijk, want De Saedeleer trad niet graag op de voorgrond. Het liefst kwam hij niet met zijn gezicht voor de camera, maar bleef hij in zijn omroepershokje. Dat liet hij in de zomer van 2000, aan de vooravond van het EK in België en Nederland, nog eens blijken. “Wat een voorstellen heb ik allemaal gekregen. Of ik alstublieft een column wilde schijven tijdens Euro 2000. Een optreden in De Kampioenen of bij Nonkel Jef. Mark Uytterhoeven was zelfs bereid een captatiewagen naar Knokke te sturen om mij iedere keer als de thuiskijker te laten opdraven. Ik heb aan iedereen neen gezegd”, aldus De Saedeleer toen in De Tijd. Het was tijd om zijn ego te ontvetten.
San Titar
De Saedeleer kwam uiteindelijk tóch in FC De Kampioenen voor. Niet in persoon, maar via zijn legendarische Goaaaaaal, uitgeroepen door Carl Huybrechts tijdens de officieuze interland tussen FC De Kampioenen en FC Kroket. Een van de redenen waarom het televisieprogramma over de fictieve caféploeg de tand des tijds zal overleven is, naast de legendarische herhalingen, de talloze catchphrases. Dat is bij Rik De Saedeleer niet anders. “Jef, doe eens iets”. “Daar is em, daar is em”. “Dag moeder”, “Moet er nog zand zijn”, “San Titar”: we kunnen onmogelijk alle uitspraken opnoemen die in losse context gebruikt kunnen worden, maar ontegensprekelijk ook aan De Saedeleer doen denken. Play Sports en Woestijnvis dachten in 2021 aan San Titar toen ze een naam zochten voor hun nieuwe maandelijks magazine.
Play Sports en Woestijnvis mogen zich – alle gekheid op een stokje – gelukkig prijzen dat de VRT geen vergoeding vroeg voor het gebruik van die naam, aangezien De Saedeleer ze de wereld instuurde tijdens zijn werk voor de openbare omroep. Ach, de BRT – VRT kreeg De Saedeleer niet over zijn lippen – had in zijn hart een plekje naast Racing Mechelen. “Ik heb het altijd een voorrecht gevonden bij de BRT te mógen werken. Goed betaald, interessante job, overal komen, enorme vrijheid, de grootste baas met de voornaam aanspreken, waar vind je dat nog. Ik zeg dat de BRT een hemel is”, sprak De Saedeleer in januari 1994. Tegelijk spaarde hij ook zijn kritiek voor zijn toenmalige werkgever niet. “Het is niet goed dat iemand die op zijn 23 slaagt in een examen gerust is tot zijn 65. Zo creëer je ambtenaren, terwijl creatief werk enkel op niveau kan gebeuren door mensen die bezeten zijn van wat ze doen”. Om een kader te schetsen: het was toen nog geen tien jaar geleden dat de openbare omroep er met VTM een revolutionaire concurrent had bijgekregen.
Op diezelfde VTM, dat (uitgerekend) in 1998 de presentatie van de Gouden Schoen overnam van de openbare omroep, werd De Saedeleer op 11 januari 2011 geërd door Oud-collega’s Carl Huybrechts en Mark Uytterhoeven reikten hem een Lifetime Achievement Award uit in de vorm van… een grote flatscreen, omdat De Saedeleer had geklaagd dat hij de spelers op zijn televisie niet meer kon zien. De Saedeleer was toen bijna 88. Niet alleen Huybrechts en Uytterhoeven – net als Frank Raes een van de vele poulains van de Mechelaar –, maar gewoonweg de hele natie paste niets dan een grote dank. Niet één, maar vele generaties zijn opgegroeid met het commentaar van De Saedeleer. Heel wat legendarische sportmomenten, niet in het minst Mexico ’86, hebben we beleefd door zijn ogen en met zijn legendarische quotes. Wie terugdenkt aan Erwin Vandenbergh die eindeloos lijkt de talmen voor de Argentijnse doelman in de openingswedstrijd van het WK 1982, hoort er onvermijdelijk de stem van De Saedeleer bij. God weet wat heeft hij Guy Thys in zijn succesrijke periode als bondscoach allemaal ingefluisterd – ahum, Wilfried Van Moer, ahum. Niemand zal tijdens livewedstrijden allicht nog zo met weetjes kunnen strooien als De Saedeleer destijds, maar dat komt omdat informatie door de opkomst van het internet tegenwoordig veel toegankelijker is geworden dan destijds. Maar ssssssht, dat blijft tussen ons.
