Jean-Paul Colonval kenden we als voetballer, voetbaltrainer, voetbalcommentator en technisch directeur. Bijna alles deed hij binnen onze landsgrenzen, maar als trainer trok hij er toch één keer op uit: in 1983 coachte hij de IJslandse eersteklasser Víkingur Reykjavík. Colonval kwam met zijn IJslandse club zelfs uit in de Europacup I. “Hij zal voor altijd een plek in mijn hart hebben”, aldus Adalsteinn Adalsteinsson, die destijds als jonge twintiger in de selectie onder de indruk was van de Belg.

“Je hebt de beste speler uitgekozen om over hem te babbelen”, lacht Adalsteinn Adalsteinsson wanneer we hem op maandagavond bellen om terug te blikken op de passage van Colonval in IJsland. “Ik denk dat ik de speler was die het dichtst bij hem stond.” Adalsteinsson is vandaag 61 jaar oud, maar in 1983 was hij een middenvelder van begin de twintig in de selectie van Víkingur Reykjavík. Die leeftijd zal nog een belangrijke rol spelen, maar eerst zoomen we even in op de club. Víkingur Reykjavík is, toevallig of niet, de regerende landskampioen in IJsland. De club doet qua landstitels denken aan Standard: zeven landstitels verspreid over meerdere decennia, met vaak twee of drie landstitels op korte tijd. Vergelijkt u zelf maar: 1920-1924-1981-1982-1991-2021-2023 voor Víkingur, 1958-1961-1963-1969-1970-1971-1982-1983-2008-2009 voor Standard.

“Tussen die landstitel van 1924 en 1981 zat héél veel tijd”, vertelt Adalsteinsson, die destijds al deel uitmaakte van de selectie. “Nadat we ook in 1982 landskampioen werden, is er het een en het ander veranderd. Als je naar een foto kijkt van de selectie van 1983 (zie boven, red.), zie je heel wat jonge spelers zitten. Er waren verschillende oudere spelers uit de dubbele kampioenenploeg vertrokken, die waren dan vervangen door jonge jongens. Ook op bestuursniveau waren er wat wissels. Ja, Jean-Paul stond meteen voor een paar hindernissen toen hij zijn koffers neerzette in Reykjavík.”

Hasselsts contract

Hoe belandt een man als Colonval begin jaren ’80 in godsnaam in Reykjavík? Ook dát meent Adalsteinsson zich te herinneren. “Ik geloof dat hij iemand kende die in het comité van Víkingur zat en die nog in België had gespeeld. Het moet alleszins heel speciaal geweest zijn voor hem om in 1983 in IJsland te komen werken. Je moet je bedenken dat het voetbal, klimaat en eten van IJsland niet hetzelfde is als dat van België. En als we het dan over het IJsland van 1983 hebben… dat was nog een groot verschil met het IJsland van toen. The good old Iceland, noem ik het. Op donderdag was er toen geen tv, alsook in de hele maand juli. Tot 1987 of 1988 mocht je hier zelfs geen bier drinken. Ik kan me inbeelden dat dat voor hem een vreemde setting was (lacht).”

Colonval en Adalsteinsson deden in de zomer van 1983 trouwens bijna aan landruil. “Nauwelijks een jaar nadat Lárus Gudmundsson, mijn toenmalige ploegmaat en een van mijn beste vrienden, in 1982 profvoetballer werd bij THOR Waterschei, stond ik zelf dicht bij Sporting Hasselt. In de zomer van 1983, toen Colonval al bij ons zat, heb ik een tiental dagen met hen meegetraind. Hasselt was toen een tweedeklasser, de trainer was een Tsjechoslowaak (niemand minder dan Josef Masopust, de Ballon d’Or-winnaar van 1962).”

“De toenmalige voorzitter nodigde me uit bij hem thuis. Een fantastisch huis met een prachtige tuin. Dat laatste ben ik nooit vergeten, want ik ben een verwoed amateurtuinder (lacht). Hasselt bood me na mijn trainingsstage een contract aan, dat ik ook effectief ondertekend heb. Maar het is uiteindelijk niet doorgegaan – iets te dicht bij het einde van de transfermercato getekend. Ik heb dus uiteindelijk nooit in België gevoetbald, al ben ik er wel vaak naartoe blijven komen doordat ik op een bepaald moment in de cargosector ben gestapt. Dat contract van bij Hasselt moet ik hier trouwens nog ergens liggen hebben (lacht).”

Vader en zoon

“Of het via Colonval was dat ik bij Hasselt ben kunnen gaan testen? In de eerste plaats via mijn makelaar, denk ik. Die had wel wat connecties. Maar ik vermoed dat ze ook met Colonval gebabbeld hebben. Die man had het goed voor met mij, hij wilde echt dat ik een goede speler zou worden. Nu ik er zo over nadenk, ben ik er eigenlijk wel vrij zeker van”, aldus Adalsteinsson, die een mooie anekdote bovenhaalt om zijn goede relatie met Colonval te illustreren.

“Ik herinner me dat ik op een dag naar de training kwam en Jean-Paul me apart nam. Ik had een training gemist, wat ondanks ons amateurstatuut toch niet echt gebruikelijk was. We trainden wel niet zoals de profspelers, maar we trainden wel zeer hard. Afijn, de toon waarop Jean-Paul tegen me sprak… als een vader die zijn zoon toesprak. Hij maakte er geen té groot spel over, begon niet te roepen. Daar was ik wel blij om. Ach, hij zag ook wel dat ik nog een jonge kerel was die nog aan het begin van zijn leven stond. Hij heeft me dingen bijgebracht over het leven, terwijl hij zelf eigenlijk nog maar 43 jaar oud was. Dat onderonsje, dat ben ik zeker nog niet vergeten.”

“Jean-Paul was een strikte coach, hij had zijn principes. Maar hij had ook présence. If he was there, everybody knew that he was there. Hij is nog televisiecommentator geweest, zeg je? Dat verbaast me niet. Hij had een goede stem. Maar hij had ook een groot voetbalbrein.” Dat laatste lijkt wel geen overbodige luxe als je in het pre-internettijdperk in de Europacup I wordt uitgeloot tegen ETO FC Gyõr. “In Hongarije hebben we zeer goed gespeeld. Met dank aan Jean-Paul, die ons goed had voorbereid. Maar ja, uiteindelijk zijn we er in de eerste ronde uitgegaan (het werd 2-1 in Hongarije en 0-2 in IJsland, red.). Het jaar voordien hadden wij in de Europacup I, weliswaar voor de komst van Jean-Paul, twee keer met het kleinste verschil verloren van Real Sociedad. De Spaanse kampioen, hè. Zo’n slechte amateurs waren we destijds niet, toch?”, knipoogt Adalsteinsson.

Haan en Boskamp

Een snelle exit in de Europacup I, een zevende plaats op tien clubs in de competitie: het jaar 1983 was op sportief vlak geen groot succes voor Víkingur. Adalsteinsson roept voor Colonval maar weinig voorbereidingstijd had: na het vertrek van Yuri Sedov kwam er volgens de clubwebsite een andere coach uit de Sovjet-Unie, maar dat ging uiteindelijk niet door, waardoor Colonval pas twee weken vóór de competitiestart aan de slag ging met Víkingur.

“Jean-Paul heeft wat tijd nodig gehad om alles op orde te zetten. Waarom we pas zevende zijn geëindigd na die twee landstitels? Zoals ik al zei, al die kampioenen die vervangen werden door jonge jongens. De rek was eruit, het leek er niet echt op dat Víkingur snel weer zou kunnen aanknopen met die successen van een paar jaar eerder. In 1985 zijn we onder leiding van een IJslandse coach zelfs gedegradeerd. Ach, we zien het ook bij Manchester United, waar niemand er nog echt iets van gebakken heeft na het vertrek van Alex Ferguson. Ik vergelijk Víkingur nu niet met Manchester United, maar je begrijpt wat ik bedoel (lacht).”

Het dient wel gezegd: het was niet allemáál slecht in 1983. De club vierde dat jaar zijn 75e verjaardag en ontving ter die gelegenheid VfB Stuttgart voor een galawedstrijd. Maakte op dat moment deel uit van de selectie van Stuttgart: Ásgeir Sigurvinsson, de IJslander die tussen 1973 en 1981 bij Standard voetbalde. “Ook Arie Haan zakte voor de gelegenheid af naar IJsland”, verrast Adalsteinsson aanvankelijk. Haan werd toch maar een paar jaar later coach van Stuttgart? Het antwoord vinden we op de clubwebsite van Víkingur: de Nederlander maakte deel uit van het Víkingur-sterrenteam dat Stuttgart met 2-0 versloeg – al waren de Duitsers wel de uiteindelijke winnaars na hun 3-0-zege tegen het ‘gewone’ Víkingur van Colonval. Maakten nog deel uit van het sterrenteam van Víkingur: Piet Schrijvers van Ajax, de IJslanders Sævar Jónsson en Ragnar Margeirsson van Cercle Brugge, de IJslander Magnús Bergs van KSK Tongeren, de eerder genoemde IJslander Lárus Gudmundsson van THOR Waterschei en… Johan Boskamp van Lierse SK.

Gelijkmaker op het EK

Wij danken Adalsteinsson voor het graven in zijn olifantengeheugen. Afsluiten doen we met de vraag of hij tijdens zijn trainerscarrière jonge IJslandse spelers lanceerden die later in België kwamen voetballen, kwestie van de cirkel rond te maken met Colonval in gedachten.

“Naar mijn weten niet, neen. Albert Guðmundsson, ex-PSV en -AZ maar nu bij Genoa CFC, onder mijn hoede gehad. Ik werkte ook met Ragnar Sigurðsson, de man die in 2016 de gelijkmaker scoorde tegen Engeland op het EK 2016. Waar ik nu mee bezig ben? De voorbije paar jaar heb ik een eersteklasser gecoacht, maar nu zit er iets nieuws aan te komen in het jeugdvoetbal. Elite, want ik heb een UEFA-diploma. Na mijn spelerscarrière bleef ik in het voetbal, ik ben al meer dan dertig jaar trainer. Tsja, als het in je bloed zit…”