Sinds op het EK 1980 de groepsfase werd geïntroduceerd, was het slechts twaalf keer gebeurd dat een land het maximum van de punten behaalde. Spanje zorgde voor een dertiende perfect rapport. De Spanjaarden behaalden ook in 2008, het jaar van hun tweede EK-eindwinst, een perfecte 9 op 9 in de groepsfase. De twee andere landen die dat minstens tweemaal deden, zijn Italië en Nederland. Een terugblik op de perfecte rapporten in EK-groepsfases, die weliswaar niet altijd een garantie waren op eindwinst.

EK 1984: Frankrijk (groep A): gastland pakt eindzege
Het enige land dat het in een tweepuntensysteem flike, is Frankrijk. De Fransen begonnen op het tweede EK in eigen land met een zuinige 1-0-zege tegen Denemarken, waarin Michel Platini pas in het slotkwartier de score opende. Daarna werden alle registers opengetrokken: tegen België werd het 5-0, tegen Joegoslavië haalde Frankrijk het dankzij een hattrick van Platini met 3-2. Met 6 op 6 stroomde het gastland door naar de halve finale, waar ze voor de derde wedstrijd op rij minstens drie keer de netten deden trillen – al hadden ze wel verlengingen nodig om Portugal met 3-2 te verslaan. In de finale tegen Spanje zetten ze de kroon op het werk met een 2-0-zege.

EK 2000: Portugal (groep A): met dank aan de buzzergoal van Costinha… en de hattrick van Conceição
Na drie EK’s zonder land dat erin slaagde om het maximum van de punten te sprokkelen in de groepsfase, waren er op Euro 2000 maar liefst drie landen die erin slaagden. Een dag na Italië in groep B deed Portugal het in groep A. Met dank aan een weergaloze Sérgio Conceiçao, die zijn land met een hattrick naar een 3-0-zege tegen Duitsland leidde. Ook Costinha dient bedankt te worden, want op de tweede speeldag had hij in Arnhem pas in de blessuretijd het enige doelpunt van de wedstrijd gescoord tegen Roemenië. Ook op de openingsspeeldag hadden de Portugezen het spannend gemaakt: na achttien minuten stonden ze in Eindhoven al 0-2 in het krijt tegen Engeland, maar via Luís Figo, João Pinto en Nuno Gomes werd het nog 3-2. Portugal ging als groepswinnaar door naar de kwartfinale, waar het Turkije klopte om vervolgens in de halve finale te sneuvelen tegen wereldkampioen Frankrijk.

EK 2000: Italië (groep B): enkel België komt er niet tussen
Een dag voor Portugal had ook Italië al de groepsfase afgesloten met een perfecte 9 op 9. Na twee speeldagen waren de Italianen al geplaatst na een nipte 1-2-zege tegen Turkije en een simpele 2-0-zege tegen medegastland België. In het laatste groepsduel tegen Zweden scoorden de Italianen opnieuw 2-1, maar net als tegen Turkije zorgde de tegenstander tussen de twee Italiaanse goals voor wat spanning. In Eindhoven was het Henrik Larsson die in het begin van het slotkwartier de 1-0 van Luigi Di Bagio had uitgewist. Pas een paar minuten voor het einde van de reguliere speeltijd zorgde Alessandro Del Piero voor de beslissende 2-1. De Italianen worstelden zich vervolgens voorbij Roemenië en Nederland naar de finale, waar David Trézéguet de Fransen een nieuw delirium bezorgde met zijn golden goal.

EK 2000: Nederland (groep D): twee keer pas laat in gang geschoten
Ook Nederland sloot de groepsfase af met een perfect rapport. Het begon nochtans moeizaam: tegen Tsjechië kon Oranje pas in de 89e minuut scoren, via een strafschop dan nog wel. Tegen Denemarken werd er dan weer pas kort voor het uur voor het eerst gescoord, al werd het uiteindelijk nog 0-3 in Rotterdam. De slotwedstrijd van de groepsfase was er uiteindelijk een om in te kaderen: Oranje kwam tot tweemaal toe op achterstand tegen Frankrijk, maar won in Amsterdam uiteindelijk met 2-3. Het medegastland was op dreef en boeke in de kwartfinale een historische 6-1-zege tegen Joegoslavië – nooit eerder had een land zes doelpunten gescoord in eenzelfde EK-wedstrijd. Tegen Italië vielen er weliswaar een pak minder goals: na 120 minuten voetballen stond het nog steeds 0-0. Patrick Kluivert trapte tijdens de strafschoppenserie als enige raak voor Oranje, waardoor Italië en niet het medegastland naar de finale ging.

EK 2004: Tsjechië (groep D): op achterstand bij de rust tegen de debutant
Op Euro 2004 kwam alleen Tsjechië foutloos doorheen de groepsfase. Dat was niet bepaald simpel in een groep met Duitsland en Nederland. Het liep in de eerste groepsfase zelfs al bijna mis tegen… debutant Letland! Māris Verpakovskis zorgde tijdens de blessuretijd van de eerste helft voor de verrassing door de 0-1 te scoren. Het kwam evenwel nog goed via Milan Baroš en Marek Heinz. Baroš scoorde vier dagen later ook het tweede Tsjechische doelpunt in de 2-3-zege tegen Nederland, waarin de Tsjechen na nog geen twintig minuten al tegen een 2-0-achterstand aankeken. Ook tegen Duitsland kwamen de Tsjechen op achterstand, maar Heinz en Baroš – ditmaal in andere volgorde – zorgden voor een 1-2-zege tegen de vicewereldkampioen, die er zowaar voor zorgde dat Duitsland net als in 2000 in de groepsfase sneuvelde.

EK 2008: Kroatië (groep B): onder het wakend oog van een paar Nederlandstaligen
Tegen de Oostenrijkers was het al snel gebakken voor Kroatië: al na een paar minuten wees scheidsrechter Pieter Vink naar de strafschopstip, waarna de toen 22-jarige Luka Modrić de klus klaarde. Verdere goals kwamen er niet. Nederlandstalige scheidsrechters leken de Kroaten op Euro 2008 wel geluk te brengen, want onder het wakend oog van scheidsrechter Frank De Bleeckere kwam de ploeg van bondscoach Slaven Bilić kort na het uur plots 2-0 voor via een goal van Ivica Olić. Het werd nog 2-1 via Lukas Podolski, maar Kroatië liet het niet meer liggen. Bilić kon wat sleutelen in zijn basisploeg voor de derde groepswedstrijd, maar zelfs dan nog was Kroatië te sterk voor het Polen van Leo Beenhakker. Drie zeges met het kleinste verschil leverden Kroatië een perfect rapport af, waarna Turkije wachtte in de kwartfinale. Beide landen scoorden eenmaal in de verlengingen, zij het wel heel laat: Ivan Klasnić opende de score in de 119e minuut, Semih Şentürk maakte in de blessuretijd gelijk. Turkije haalde het in de strafschoppenserie.

EK 2008: Nederland (groep C): als eerste tweemaal 9 op 9
Zagen de Nederlandstalige scheidsrechters dat Kroatië een perfect rapport afleverde, dan zagen de kijkers thuis dat het enige Nederlandstalige land op het EK het ook niet slecht deed. Oranje spoelde een moeilijke kwalificatiereeks door met een klinkende 3-0-zege tegen regerend wereldkampioen Italië. Na een dik halfuur stond het al 2-0 via Ruud van Nistelrooij en Wesley Sneijder, in het slotkwartier maakte Giovanni van Bronckhorst de rekening nog wat gepeperder voor de Italianen, die desondanks nog tweede in de groep werden. Tegen Frankrijk, regerend vicewereldkampioen, werd het dan weer 4-1 voor Nederland. Dirk Kuijt opende al snel de score in Bern, Robin van Persie maakte er kort voor het uur 2-0 van. Thierry Henry maakte het in de 71e minuut even spannend, maar Nederland schakelde meteen goed om en Arjen Robben maakte er 3-1 van. Wesley Sneijder dikte in de blessuretijd nog aan tot 4-1. Knappe scores, en dan moest Roemenië nog komen. Ondanks het feit dat Marco van Basten wat wissels doorvoerde in zijn basisopstelling, won Nederland met 2-0 na goals van Klaas-Jan Huntelaar en Robin van Persie. Nederland werd zo het eerste land dat tweemaal 9 op 9 behaalde in de groepsfase. Dat was helaas voor Oranje niet de voorbode van een gunstig eindresultaat, want in de kwartfinale was het Rusland van Guus Hiddinkte sterk.

EK 2008: Spanje (groep D): eindigen tegen de uittrende kampioen
Dat een 9 op 9 in de groepsfase wél de voorbode kan zijn van een gunstig eindresultaat, bewees Spanje in 2008. De ploeg van Luis Aragonés begon met een klinkende 4-1-zege tegen Rusland, dat ondanks die slechte start zou uitgroeien tot een van de toernooirevelaties. David Villa plaveide de weg met een hattrick, Cesc Fàbregas maakte de klus af in de blessuretijd. Enkel Roman Pavljoetsjenko kon daar een paar minuten voor tijd nog iets tussenin brengen. Tegen Zweden ging het iets moeilijker: Zlatan Ibrahimović wiste iets na het halfuur de openingsgoal van Fernando Torres uit, pas in de blessuretijd kon David Villa voor de 1-2 zorgen. Spanje geplaatst voor de kwartfinale, maar eerst wachtte uittredend Europees kampioen Griekenland nog. Die gingen met nul punten naar huis, want ook deze wedstrijd eindigde op 1-2. De Grieken kwamen kort voor de rust op voorsprong via Angelos Charisteas, de doelpuntenmaker in de finale van 2004, maar Rubén de la Red en Daniel Güiza zorgden alsnog voor een Spaanse zege. Het vervolg kent u: via Italië en… Rusland bereikten de Spanjaarden de finale, waar de goal van Fernando Torres een eerste eindzege sinds 1964 opleverde.

EK 2012: Duitsland (groep B): de toon gezet door Mario Gómez, de droom afgebroken door revelatie
Duitsland behaalde zijn eerste 9 op 9 in een behoorlijk moeilijke groep: naast Denemarken zaten ook Nederland en Portugal in een groep met de vice-Europese kampioen. Duitsland haalde het drie keer met het kleinste verschil. In Lviv werd het 1-0 tegen Portugal, met dank aan Mario Gómez, die ook tweemaal trefzeker was in de 1-2-zege tegen Nederland vier dagen later. In Charkov gingen de Duitsers rusten met een 0-2-voorsprong, Robin van Persie slaagde er pas kort voor het slotkwartier in om de wedstrijd wat spannender te maken. Dan hing er in de derde partij tegen Denemarken wat meer spanning in de lucht: Michael Krohn-Deli hing de bordjes in de 24e minuut gelijk, pas in de 80e minuut slaagde Lars Bender erin om zijn naam onder Lukas Podolski te zetten op het scorebord. Duitsland nam in de kwartfinale afstand van Griekenland, maar in de halve finale speelde Mario Balotelli voor kwelduivel.

EK 2020: Italië (groep A): man uit de B-ploeg houdt aan zijn goal tegen Wales extra kansen over
Na vier EK’s op rij met minstens één land met een perfect rapport, was er op Euro 2012 geen enkel land dat de groepsfase overleefde zonder puntenverlies. Italië nam als eerste weer de draad op. De Italianen konden in de openingswedstrijd van het door de coronapandemie uitgestelde EK pas na de rust scoren tegen Turkije, maar via een Turkse own-goal en de Italiaanse goals van Ciro Immobile en Lorenzo Insigne werd het alsnog 0-3 in Rome. Ook tegen Zwitserland werd het 3-0, ditmaal tekende Immobile aan voor de derde goal, nadat Manuel Locatelli in elke helft één goal had gemaakt. Tegen Wales viel er slechts één goal: Matteo Pessina, een van de acht nieuwkomers in de basisopstelling van Roberto Mancini, deed de natie een derde keer op rij feesten. De toenmalige speler van Atalanta Bergamo bewees in de achtste finale tegen Oostenrijk dat hij ook als invaller kan scoren: in de verlengingen trapte hij de 2-0 voorbij Daniel Bachmann. De Oostenrijkers kwamen nog terug tot 2-1, maar konden de latere eindwinnaar niet meer bedreigen.

EK 2020: België (groep B): de enige Scandinavische openingsgoal is de andere niet
Ook België behaalde eens een perfect rapport. In de eerste wedstrijd tegen Rusland nam Romelu Lukaku al na tien minuten de twijfels weg. De recordtopschutter van de Belgische nationale ploeg scoorde een paar minuten voor het einde van de reguliere speeltijd ook de geruststellende 3-0, daartussen pikte ook Thomas Meunier zijn doelpuntje mee. Minder geruststellend was de situatie vijf dagen later tegen Denemarken: de ploeg van Kasper Hjulmand, die een paar dagen eerder nog was opgeschrikt door de hartstilstand van Christian Eriksen, kwam na twee minuten voor via Yussuf Poulsen. Pas in de tweede helft konden de Belgen via Thorgan Hazard en Kevin De Bruyne uit het dal kruipen. Vier dagen later was het eerste doelpunt opnieuw van Scandinavische makelij, maar dat kwam België niet slecht uit: Lukáš Hrádecký verschalkte immers zijn eigen doelman. Romelu Lukaku maakte er niet veel later 0-2 van. Lukaku scoorde in de kwartfinale zijn derde doelpunt van het toernooi tegen Italië, maar zoals u hierboven reeds kon lezen – en hoogstwaarschijnlijk gewoon al wist –: dat was een maat om niets. Voor wie het vergeten was: in de achtste finale schakelde België wel eerst Portugal uit dankzij de tweede toernooigoal van Thorgan Hazard.

EK 2020: Nederland (groep C): de debuutgoal van Denzel Dumfries
En dat is drie! Na het EK 2000 en het EK 2008 was het corona-EK het derde waarin Oranje de groepsfase afsloot met een perfect rapport. Nederland opende tegen Oekraïne pas na de rust de score, maar kort voor het uur stond het 2-0 via Georginio Wijnaldum en Wout Weghorst. Toen het slotkwartier aanbrak, zorgden Andrij Jarmolenko en Roman Jaremtsjoek op een paar minuten tijd warempel voor een totale ommekeer: plots stond het 2-2 in de Johan Cruijff ArenA. Vijf minuten voor het einde van de reguliere speeltijd belandde de bal via invallers Owen Wijndal en Nathan Aké evenwel bij Denzel Dumfries, die met z’n eerste interlanddoelpunt voor de belangrijke 3-2 zorgde. Dumfries maakte ook vier dagen later, toen Nederland met 2-0 won van Oostenrijk, het laatste doelpunt. Oranje had in de tweede groepswedstrijd niet op het rustsignaal gewacht om de eerste goal te scoren: in de elfde minuut zorgde Memphis Depay vanop de strafschopstip voor 1-0 na een fout van David Alaba op… Dumfries. Op 21 juni 2021 volgde een vrij nutteloze ontmoeting tussen Noord-Macedonië en Nederland: Oranje was al geplaatst als groepswinnaar, Noord-Macedonië was al uitgeschakeld. Het werd 0-3 via Memphis Depay en twee goals van Georginio Wijnaldum. Het zelfvertrouwen groeide bij Nederland, de klap na de onverwachte uitschakeling tegen Tsjechië in de achtste finale was dan ook groot.