Het lijstje van spelers die zowel voor KV Mechelen als voor Roda JC hebben gespeeld, is te lang om op te noemen. Spelers die met beide clubs naar het hoogste niveau zijn gepromoveerd, zijn al iets zeldzamer. Arjan Swinkels is een recent voorbeeld, de pas overleden Henk van Rooij – ook wel eens van Rooy gespeld – een iets ouder voorbeeld. De man uit ‘s-Hertogenbosch maakte zeventien goals in de Eredivisie, maar raakte toch vooral bekend als promotie-specialist: zowel met Roda JC (1973) als met Willem II (1979) en KV Mechelen (1981) promoveerde hij naar het hoogste niveau.
Het lijkt wel voorbestemd dat Henk van Rooy op een dag in België zou komen voetballen. Bij RKVV Wilhelmina, een club uit zijn geboortestad ‘s-Hertogenbosch, had hij met Louis Frans immers een tijdje een Belgische trainer. Frans was de laatste trainer van Wilhelmina in het amateurvoetbal. Na het seizoen 1966/67 sloot Wilhelmina zich aan bij het nog jonge FC Den Bosch ’67, dat in 1965 de proflicentie van BVV – had overgenomen. Zowel BVV als RKVV Wilhelmina bestaan thans nog steeds als amateurclubs.
Van Rooy, die de parochiale voetbalclub De Muntel op jonge leeftijd had ingeruild voor Wilhelmina, stroomde door naar FC Den Bosch ’67. De Kee, zoals zijn bijnaam luidde, kwam onder leiding van trainer Ben Tap maar weinig aan spelen toe in de Eerste Divisie, ondanks zijn vele goals bij het B-elftal van de fusieclub – ooit scoorde hij in een 7-0-zege tegen De Volewijckers alle zeven de doelpunten. Zijn aflopende contract werd dan ook niet verlengd. Enrico, de drie jaar oudere broer van Frans die het Nederlands UEFA-jeugdelftal haalde, bleef langer hangen bij FC Den Bosch ’67 en maakte zelfs de promotie naar de Eredivisie in 1971 nog mee.
Historische promotie na de Efteling
En Frans? Die zette in 1969 een stapje terug en ging voetballen voor VV DESK, een amateurclub uit Kaatsheuvel. Dat dorp doet natuurlijk in de eerste plaats denken aan de Efteling – DESK speelde ooit nog op de terreinen waar het pretpark tegenwoordig staat –, maar in Kaatsheuvel herlanceerde Van Rooij wel zijn carrière, weliswaar met de hulp van het Nederlands Militair Elftal. In 1971 tekende hij bij Roda JC, dat net als FC Den Bosch ontstaan was door een fusie in de jaren ’60.
Toen Van Rooij in 1971 neerstreek in Kerkrade, was de Tweede divisie net opgeheven, waardoor hij met zijn nieuwe club aan de slag kon in de Eerste divisie. In zijn eerste seizoen eindigde hij meteen tweede in de topschuttersstand met negentien doelpunten, weliswaar op zes goals van topschutter Gerdo Hazelhekke van WVV Wageningen. Een seizoen later trof hij ‘slechts’ twaalf keer raak, maar daarmee hielp hij zijn club wel aan een historische promotie naar de Eredivisie.
Co Adriaanse
Zijn eerste wedstrijden in de Eredivisie speelde Van Rooij in het seizoen 1973/74, maar dan wel in het shirt van NAC. Met respectievelijk vijf en drie competitiegoals in zijn eerste twee seizoenen was hij er geen veelscorer. Het seizoen 1973/74 is desondanks allicht lang in het geheugen van Van Rooij gegrift gebleven, want dat jaar bereikte NAC voor het tweede seizoen op rij de finale van de KNVB Beker.
Titelhouder NAC verloor de finale uiteindelijk met 6-0 met PSV, dat kon rekenen op een hattrick van Willy van der Kuijlen, maar het zal vooral de halve finale tegen FC Utrecht geweest zijn die Van Rooij is bijgebleven. In Stadion De Vliert in ’s Hertogenbosch, dat destijds wel vaker gastheer was voor wedstrijden die op neutraal terrein gespeeld moesten worden, troefde hij Co Adriaanse tweemaal af met het hoofd af en nam Tom Smits tweemaal dankbaar aan, Tegenover FC Utrecht had Van Rooij niets te bewijzen, maar hij had toch maar mooi geschitterd in zijn geboortestad, waar hij met FC Den Bosch nooit had kunnen schitteren.
Schuiftrompetgebaar
Na twee seizoenen bij NAC koos hij in 1975 voor rivaal Willem II, dat in 1955 de eerste landskampioen van het betaald voetbal was geworden maar sinds 1967 in de Eerste divisie speelde. In zijn debuutseizoen bij Willem II scoorde hij tien keer in de competitie, in het seizoen daarop slechts één in 33 competitiewedstrijden. Van Rooij herpakte zich wel: in de seizoenen 1977/78 en 1978/79 scoorde hij respectievelijk dertien en vijftien competitiegoals. In dat laatste seizoen won Willem II op doelsaldo de nacompetitie, waardoor de Tilburgers weer naar de Eredivisie mochten. Van Rooij kroonde zich in beide seizoenen tot clubtopschutter van Willem II, telkens wel op afstand van de topschutters van de competitie, Peter Houtman en stadsgenoot Cees Schapendonk.
Uit zijn tijd bij Willem II moet ook het ‘schuiftrompetgebaar’ dateren waarmee Van Rooij wel eens doelpunten vierde. “In die tijd probeerde Willem II wat meer sfeer in het stadion te krijgen. En dus hadden ze een jazzbandje geregeld, The Wooltown Jazz Band. Zij speelden tijdens de warming-up en na doelpunten, om het publiek een beetje enthousiast te maken. Op een dag speelden we een thuiswedstrijd, Henk maakte al na één minuut de 1-0. Maar die band stond nog uit te puffen na de warming-up, volgens mij hadden ze hun instrumenten ook even weggelegd. Dus toen maakte hij voor de grap dat gebaar, richting dat bandje. Zo van: “Ga eens spelen!”. Dat gebaar heeft Henk er daarna in gehouden”, liet oud-ploegmaat Clemens Bastiaansen ooit optekenen door Brabants Dagblad.
Gulden letters
Het schuiftrompetgebaar zegt Kamiel Van Damme, zijn oud-trainer van bij KV Mechelen, niet meteen iets. KV Mechelen, jawel. Na zijn laatste seizoen in de Eredivisie, waarin hij er negen in het mandje legde – enkel Toine van Mierlo, later aan de slag in België, deed net iets beter –, stak Van Rooij in 1980 de grens over. De jaren ’80 staan in gulden letters in de clubgeschiedenisboeken gedrukt, maar wie herinnert zich nog dat Malinois dat decennium begon in Tweede klasse, waar het in 1980 voor de tweede keer op rij in de rechterkolom finishte?
Van Rooij was in het seizoen 1980/81 het ouderdomsdeken van KV Mechelen, dat het seizoen begon onder leiding van de Joegoslavische trainer Ned Bulatović. De Nederlander scoorde dat seizoen zeven goals, wat niet veel lijkt, maar Malinois scoorde dat seizoen slechts 32 keer in de competitie. Enkel spitsbroeder Dirk Mertens stond in de reguliere competitie vaker aan het kanon, tien keer. Na de eindronde kwamen Karel Kesselaers en Gustavo Lisazo, die beide twee keer scoorden, naast Van Rooij te staan. De Nederlander kwam in de eindrondewedstrijden tegen KSK Hasselt, RFC Sérésien en Eendracht Aalst niet tot scoren, maar hij had wel degelijk zijn aandeel in de 7 op 12 die KV Mechelen aan een ticket naar de hoogste divisie hielp.
Aandeel zonder goals
“Henk was een zeer waardevolle speler, die destijds zijn ervaring heeft meegebracht. Een laconieke speler met heel veel rendement”, vertelde zijn toenmalige trainer Kamiel Van Damme aan Door Fans Voor Fans. “Hij bracht branie van Nederland mee, maar in de omgang was hij zeer joviaal. Het was een waardevolle speler met een goed kopspel, hij kon zijn stempel drukken op een wedstrijd en de spelers rond hem beter laten spelen. In de periode dat hij bij KV Mechelen zat, heeft hij de club nog veel bijgebracht. Zijn ervaring speelde daar een grote rol in: we zijn in die eindronde begonnen met een overwinning, maar daarna hebben we tweemaal op rij verloren. Henk heeft toen op het juiste moment met sommige spelers gesproken.”
Van Rooij speelde in het seizoen 1981/82 nog met KV Mechelen in Eerste klasse, maar verder dan één goal in vijftien competitiewedstrijden kwam hij daar niet meer. Op z’n 34e was het goed geweest. Na zijn spelersafscheid bleef Van Rooij verbonden aan zijn ex-club Wilhelmina, mede dankzij tennispartijtjes met een paar vroegere clubgenoten. Helaas kreeg de ziekte van Alzheimer de voormalige aanvaller te pakken. Henk van Rooij, die sinds januari 2020 in een verzorgingshuis in Vught woonde, overleed op 76-jarige leeftijd.
