Union Sint-Gillis werd zondagavond voor de twaalfde keer landskampioen, exact 90 jaar na de elfde landstitel. Ongezien in België en zelfs op wereldvlak verbazingwekkend. Voor de gelegenheid rangschikte DFVF de Belgische kampioenen op langste tussentijd tussen twee landstitels. RWDM en KAA Gent, de twee Belgische clubs die slechts één keer landskampioen werden, rekenen we logischerwijs niet mee.
Langste tijd tussen twee landstitels (record per club)
90 jaar – Union Sint-Gillis (1935-2025)
66 jaar – Antwerp FC (1957-2023)
53 jaar – RFC de Liège (1899-1952), Club Brugge (1920-1973)
41 jaar – KV Mechelen (1948-1989)
37 jaar – Lierse SK (1960-1997)
25 jaar – Standard Luik (1983-2008)
16 jaar – Cercle Brugge (1911-1927)
15 jaar – Daring Club de Bruxelles (1921-1936)
10 jaar – Beerschot AC (1928-1938)
9 jaar – KRC Genk (2002-2011)
7 jaar – RSC Anderlecht (1974-1981)
5 jaar – Racing Club de Bruxelles (1903-1908), KSK Beveren (1979-1984)
Doorbroken droogterecords in chronologische volgorde
- RFC de Liège, de allereerste kampioen, is logischerwijs de eerste naam in de lijst. De Luikenaars werden kampioen in 1896, eindigden in 1897 tweede na Racing Club de Bruxelles en veroverden in 1898 hun tweede landstitel. In 1898 mocht de huidige tweedeklasser twee jaar na hun eerste landstitel dus nog eens vieren.
- Stamnummer vier was in de eerste vier seizoenen maar liefst driemaal de beste ploeg. Toen Racing Club de Bruxelles in 1900 aan een reeks van vier opeenvolgende landstitels begon, doorbraken zij dus een (relatieve) droogte van drie jaar zonder landstitel.
- Na de vier landstitels op rij van Racing Club de Bruxelles was het aan Union Sint-Gillis om vier keer op rij kampioen te worden. Toen Racing Club de Bruxelles in 1908 zijn zesde en laatste landstitel veroverde, was dat na een droogte van vijf jaar.
- Union Sint-Gillis verdubbelde het record in 1923 door voor het eerst sinds 1913 nog eens kampioen te worden, tien jaar na de laatste keer dus. Ter nuance dient natuurlijk gezegd dat er tijdens de Eerste Wereldoorlog niet gevoetbald werd.
- RCS Brugeois, het huidige Cercle Brugge, won in 1927 zijn tweede van drie landstitels. De eerste landstitel dateerde van 1911, dat was zestien jaar eerder.
- Daar had je in 1952 plots RFC de Liège weer! De allereerste kampioen pakte in 1952, voor het eerst sinds de eeuwwisseling, nog eens de landstitel. Drieënvijftig jaar na de laatste triomf, alstublieft. Alsof het zo moest zijn, evenaarde Club Brugge, de eerste kampioen van het interbellum, dat getal in 1973.
- Op 4 juni 2023 hadden verschillende clubs de landstitel aan de voet, maar het was Toby Alderweireld die met zijn doelpunt tegen KRC Genk een einde maakte aan de zesenzestig jaar durende droogte van Antwerp FC.
- Union Sint-Gillis sprong op 25 mei 2025 nóg een paar decennia verder: na drie seizoenen van ‘net niet’ trokken de Brusselaars exact negentig jaar na hun landstitel van 1935 een twaalfde streepje achter hun naam.
Andere sprongen van minstens een decennium
- 18 jaar – Lierse SK (1942-1960)
- 13 jaar – Antwerp FC (1931-1944)
- 11 jaar – Standard Luik (1971-1982), Club Brugge (2005-2016)
- 10 jaar – Union Sint-Gillis (1913-1923, 1923-1933), Lierse SK (1932-1942)
