Iedere club bezit wel een eigen identiteit. Supporters herkennen zich daar volledig in en slaan daarin ook nog weleens door. Het cultureel erfgoed van de desbetreffende club wordt door hen als een waakhond gekoesterd. Excessen daarin worden keihard neergesabeld en vaak wordt een trainer of het complete bestuur geattaqueerd als van het opgelegde en verwachtte patroon wordt afgeweken. Maar wat zijn nu de essentiële verschillen tussen de clubs in Nederland?

 

Laten we eens in het noorden beginnen. In Groningen heb je het plaatselijke F.C. Thuishaven, “De Groene Kathedraal”, dat de plaats heeft overgenomen van het vermaarde Oosterpark. De Groningers zijn harde werkers, maar koesteren ook artistieke voetballers. Milko Djurovski was zo’n cultheld, maar ook de bonkige spits Harris Huizingh was zo’n figuur. Hennie “met de kont naar achteren” Meijer werd ook een boegbeeld. Mister Groningen is de hardwerkende middenvelder Jan van Dijk, die inmiddels als voetbaltrainer een vervolg aan zijn voetballoopbaan heeft gegeven.

 

Sportclub Heerenveen is naast Cambuur dé trots van de Friezen. Een heerlijke cultuurclub, waar voorafgaande aan iedere thuiswedstrijd het Friese volkslied wordt gespeeld. Vele Scandinaviërs hebben voet aan Friese bodem gezet. Denk bijvoorbeeld aan Jon Dahl Tomasson en aan Alfred Finnbogasson, om er maar eens twee te noemen. Het stadion is vernoemd naar het clubicoon: Abe Lenstra. “Us Abe” velde in zijn eentje ooit het grote Ajax door vijf treffers in één wedstrijd te maken.

 

De provincie Drenthe kent alleen Emmen als betaald voetbalclub, maar zij acteren al enige jaren redelijk anoniem in de Jupiler League. Overijssel kent wat meerdere clubs, zoals Go Ahead Eagles, PEC Zwolle, Heracles Almelo, maar vooral FC Twente. Het team uit de gouden jaren zeventig met types als Theo Pahlplatz, Jan Jeuring, Kick van der Val, Piet Schrijvers, maar vooral met clublegende en libero Epi Drost. Zijn spel was nooit zonder risico. Hij hief het uitverdedigen tot kunst door rustig enkele spelers iut te spelen in de eigen zestien. Dat maakte hem groot…

 

De Gelderse derby tussen Vitesse Arnhem en het Nijmeegse N.E.C. is een wedstrijd die op zichzelf staat. F.C. Hollywood aan den Rijn, zoals Vitesse spottend genoemd wordt vanwege de samenwerking met Chelsea, kent als clubiconen Charlie Bosveld en wat recenter Theo Bos. Bij N.E.C., dat dit seizoen over een selectie bezit met de meeste nationaliteiten in de Eredivisie, is Antoon Janssen wel een speler die menig Nijmegerhart sneller doet kloppen.

 

De provincie Utrecht kent ook één club en die draagt de naam van de stad. Een fanatieke aanhang, die vooral strijd verwacht van het team. Mouwen opstropen en een niet aflatende inzet tonen. Toonbeeld hierin is clubicoon Leo van Veen met zijn karakteristieke snor in vroeger jaren. Maar wie nog dieper in de Utrechterharten zit, zijn de veel te vroeg overleden Fransman David Di Tomasso en de Roemeen Nesu, die een dwarslaesie opliep tijdens de training. Flevoland, de jongste provincie, heeft sinds enkele jaren Almere City als uithangbord. De Zwarte Schapen was de eerdere naam van deze nog jonge vereniging, dat vooral op het hoogste amateurniveau zijn successen wist te behalen.

 

Noord-Holland dan. “In Alkmaar begon de victorie,” A.Z. dus, dat zijn grootste triomfen vierde begin jaren tachtig in de Alkmaarder Hout. De ploeg van toenmalig coach Georg Kessler en financieel gesteund door de gebroeders Molenaar haalde in die tijd de UEFA-Cup finale tegen Ipswich Town. Deze ging in twee wedstrijden verloren, maar het vormde in die tijd het hart van het Nederlands Elftal. Architect van dat team was echter een Deen: Kristen Nygaard met een fluwelen linkerbeen. Ook oud-bondscoach Bert van Marwijk maakte furore in dat elftal, net als de spits Kees Kist die werkelijk vanaf iedere plek op het veld het vijandige doel onder vuur nam.
Ajax Amsterdam is de meest iconische club van Nederland en heeft elke denkbare trofee in de prijzenkast staan. Met Johan Cruijff en Sjaak Swart zijn direct de clubiconen genoemd. Maar altijd is er een bepaalde onrust rondom de club. Mede door een luidruchtige achterban, die vaak nog denkt en leeft in het verleden. Verder is er nog Volendam te vinden in deze provincie met zijn beruchte “heen en weer,” dat aangaf dat men continu aan het pendelen was tussen Eredivisie en de eerste divisie en de Witte Leeuwen uit Velsen-Zuid: Telstar.

 

Rotterdam mag men betitelen als voetbalhoofdstad van Nederland: Met maar liefst drie clubs zijn zij vertegenwoordigd op het hoogste niveau: Excelsior, Sparta en Feyenoord. Excelsior werd altijd gezien als “het lelijke eendje” van de drie, maar houdt zich toch al enige jaren met beperkte middelen staande. In het verleden waren Sjaak Roggeveen en doelman Eddy van der Roer toch wel de namen die bijblijven. Sparta is de oudste club van het betaalde voetbal en ademt traditie. Het rood witte shirt in verticale banen, het oude Kasteel in de volkswijk Spangen en een florerende jeugdopleiding. Na jaren in de eerste divisie te hebben gebivakkeerd zijn zij terug van weggeweest. Bok de Korver is daar de held van weleer, maar het Sparta dat Europees ook zijn kunsten vertonen werd op het middenveld geleid door ene Louis van Gaal. Bekendste supporters van deze club zijn Hugo Borst en Jules Deelder. Feyenoord wist als eerste Nederlandse club de Europacup 1 te veroveren in 1970 en ook de Wereldbeker werd een prooi. Daar zijn ze nog altijd zeer trots op. Vier jaar later werd de UEFA-Cup veroverd. De gloriedagen van het Nederlandse voetbal stammen vooral uit die tijd. Het clubicoon voetbalde echter enkele jaren daarvoor: Coen Moulijn. Zijn soms onnavolgbare dribbels hebben vele verdedigers tot wanhoop gebracht. Wim Jansen en Wim van Hanegem waren wel exponenten uit die jaren zeventig die men nog altijd koestert. De bewoners van Rotterdam Zuid wachten al enige jaren met smart op een landstitel. De club met de derde grootste begroting van het land heeft wel het materiaal dit jaar om ver te reiken. Zou het hen dit seizoen wél gaan lukken?
ADO Den Haag is eveneens een traditieclub, enigszins vergelijkbaar met F.C. Utrecht, met net zo’n fanatieke supportersgroep (North Side). Het knusse Zuiderpark werd vervangen door het Kyocera Stadion, dat qua gezelligheid niet veel onderdoet voor de oude accommodatie. Aadje Mansveld is de held van de Hagenezen, net als Lex Schoenmaker en in iets mindere mate Dick Advocaat. Ook zij haalden in de jaren zeventig de meeste successen. FC Dordrecht aan de Kromme Dijk gaat redelijk anoniem door het leven als betaald voetbalorganisatie. De Schapenkoppen gingen eerder door onder de naam DS ’79 en speelde zelfs nog in de Eredivisie.

 

Zeeland kende heel even een profclub: FC Vlissingen en later FC Zeeland. Het meest bekende exportartikel van deze twee clubs is Peter van Vossen. De altijd hardwerkende Zeeuw speelde daarna voor zowel Ajax als Feyenoord en was populair bij de aanhang.

 

Brabant is een broeinest van betaald voetbalorganisaties. Bijna iedere stad heeft wel zijn club. NAC Breda, RKC Waalwijk, Helmond Sport, FC Den Bosch, FC Eindhoven en FC Oss vinden we nu terug in de Jupiler League, maar op het hoogste niveau zijn er nog maar twee clubs: Willem II en P.S.V. De Tilburgers worden vaak “Het Ajax Van Het Zuiden” genoemd vanwege hun aanvallende spelstijl. De tricolores zijn daamee geliefd bij de pure voetballiefhebber, maar dat leidt niet altijd tot succes. Wél heeft het team onder leiding van Co Adriaanse één seizoen Champions League mogen spelen, echter zonder punten te halen. John Feskens en Bud Brocken zijn de clubhelden in Tilburg.
P.S.V. komt slecht van het imago af van bedrijfsteam, mede door de voering van de naam Philips. Daardoor kreeg het ook de status van “koopteam” maar dat lijkt achtergehaald door de tijd. In 1978 wisten de Eindhovenaren de UEFA-Cup te winnen door Bastia in een tweeluik te verslaan. Tien jaar later volgde het absolute hoogtepunt in hun historie: Het winnen van de Europacup 1! Nadat in de halve finale het sterker geachte Real Madrid was teruggewezen mocht men in de finale aantreden tegen het Portugese Benfica. In een draak van een wedstrijd was het stoppen van één penalty door Hans van Breukelen voldoende voor het ophalen van de cup. Bekendste spelers van de club zijn all-time topscorer Coen Dillen, de buitengewoon atletische doelman Jan van Beveren en de vermaarde Willy van der Kuijlen.

 

De meest zuidelijke provincie dan, Limburg: VVV Venlo, Fortuna Sittard en MVV Maastricht zijn verenigingen met historie, maar Roda JC uit Kerkrade is toch wel de bekendste van de vier actieve verenigingen. Géne Hanssen, Ger Senden en spits Dick Nanninga zijn de bekendste namen van de koempels. Voor de meeste andere clubs is een reis naar Limburg geen pretje en zeker de terugreis niet als er verloren is. Dan duurt de busreis nog nét iets langer.

André van der Voort