Het Italiaanse Juventus heeft zondagmiddag het 6de kampioenschap van de Serie A op rij gepakt. Het was de 33ste (35ste) in de historie van de club. Door het omkoopschandaal in 2006 werden de kampioensbekers van de seizoenen 2004/2005 en 2005/2006 van de club afgepakt. Veel fans tellen ook die kampioenschappen gewoon mee en noemen het dus al het 35ste kampioenschap.

Na de degradatie in het seizoen 2006/2007 (die de bond de club voor straf oplegde) kwam de ploeg meteen terug in de Serie A. Onder coach Antonio Conte pakte de club uit Turijn vervolgens de eerste Serie A-winst weer in 2012. Diezelfde trainer leidde de club naar vervolgens nog 2 kampioenschappen, om vervolgens te vertrekken voor het Italiaanse elftal. Massimiliano Allegri, de nieuwe trainer, zette de reeks voort en pakt nu dus al het 6de kampioenschap op rij.

Sinds lange tijd had Juventus dit jaar eindelijk weer enigszins concurrentie. AS Roma en Napoli volgen allebei met respectievelijk 4 en 5 punten verschil, er is nog 1 speelronde te gaan. Juventus haalde afgelopen transferperiode onder andere sterkhouders Miralem Pjanic (AS Roma) en Gonzalo Higuaín (Napoli). Pjanic gaf dit seizoen de meeste assists voor de club (10), Higuaín scoorde verreweg de meeste doelpunten (24). In de Serie A scoorden enkel Andrea Belotti (Torino, 25), Dries Mertens (Napoli, 27) en Edin Dzeko (AS Roma, 28) tot nu toe meer.