In Duitsland is vorige week Rudi Gutendorf op 93-jarige overleden. Gutendorf schreef geschiedenis door 55 teams te coachen verspreid over 32 landen, een prestatie waarmee hij het Guinness Book of Records haalde. Gutendorf, actief van Antigua tot Zimbabwe, stond enkele jaren na de genocide aan het hoofd van de nationale ploeg van Rwanda en miste het WK 1974 door de Chileense dictator Augusto Pinochet.
Het curriculum vitae van Gutendorf past haast niet op één A4-bladzijde. De Duitser, geboren in 1926, ging na zijn spelerscarrière in de leer bij Sepp Herberger – de bondscoach die West-Duitsland in 1954 naar de wereldtitel leidde – en ontving in 1954 zijn trainersdiploma. Gutendorf lanceerde zijn trainerscarrière in 1955 bij de toenmalige Zwitserse tweedeklasser FC Blue Stars Zürich. Later stond hij in de Bundesliga aan het hoofd van Meidericher SpV (1963-1965), VfB Stuttgart (1965-1966), Schalke 04 (1968-1970), Kickers Offenbach (1970-1971), Tennis Borussia Berlin (1976/77) en Hamburger SV (1977). Tussen zijn Duitse avonturen door was hij bondscoach van onder andere Chili, Bolivia, Grenada, Trinidad en Tobago, Botswana, Antigua en Barbuda, Australië, Nieuw-Caledonië, Tonga, Nepal en Rwanda. Op clubniveau zette hij ook bij Real Valladolid even zijn koffers neer. Zijn laatste werkgever was Samoa, waar hij in 2003 als late zeventiger ontslagen werd.
In zijn meer dan 50 jaar durende trainersloopbaan (het Guiness Book erkent zijn passage bij SV Rengsdorf in 1946 als zijn eerste trainersopdracht) boekte Gutendorf geregeld succes. Zo werd hij in het allereerste seizoen van de Bundesliga (1963/64) meteen tweede met Meidericher SpV 02, dat tegenwoordig onder de naam MSV Duisburg speelt. Met het Japanse Yomiuri SC schreef hij zelfs geschiedenis: toen hij in 1984 landskampioen werd met de club werd hij de eerste buitenlandse trainer die kampioen werd in de Japanse competitie. Maar evengoed zorgde de sociale/geopolitieke context voor de uniekheid van het avontuur. Zo was Gutendorf eind jaren ’90 bondscoach van Rwanda, waar hij enkele jaren na de Rwandese genocide de Hutu’s en Tutsi’s moest laten samenspelen. In de jaren ’70 moest hij dan weer Chili van dictator Augusto Pinochet ontvluchten vanwege zijn relaties met de afgezette president Salvatore Allende. Het kostte hem het WK 1974.