Naast Tom Saintfiet (Gambia), Paul Put (Congo-Brazzaville), Hugo Broos (Zuid-Afrika) en de Algerijn-met-tevens-Belgisch-paspoort Adel Amrouche (Tanzania) heeft België er met Kévin Nicaise (Tsjaad) een vijfde bondscoach in het buitenland bijgekregen. Nicaise maakte in 2012 dan wel zijn interlanddebuut voor Tsjaad, de oud-speler van onder andere Union Sint-Gillis, RWDM Brussels en FCV Dender EH is geboren en getogen in België. Wij zetten tien sleutelmomenten uit de carrière van Nicaise, die in het voorjaar van 2019 al eens met DFVF sprak, op een rijtje.

1. Naar Union via een tip van Jason Duchâtelet
Het begon voor Nicaise allemaal bij FC Saint-Michel, de Brusselse club waar ook onder andere Thomas Chatelle, Landry Dimata en Andy Kawaya een deel van hun jeugdopleiding genoten. Het is ook de ex-club van René Taelman, de latere bondscoach van Burkina Faso en Benin. Alsof het zo moest zijn. Op een bepaald moment maakte Nicaise de overstap naar RAEC Mons, dat in 2002 voor het eerst naar Eerste klasse promoveerde. De Brusselaar slaagde er niet in om een plekje in het eerste elftal te forceren bij de club die hij in een eerder interview met DFVF bestempelde als een club die weinig kansen gaf aan de jeugd. Om door te breken moest hij dus een stapje terugzetten.

Het is vandaag de dag moeilijk te geloven, maar in die periode was een transfer naar Union Sint-Gillis een stapje terug. Die transfer kwam er via jeugdvriend Jason Duchâtelet, de latere speler van onder andere La Louvière en Diegem Sport met wie Nicaise jarenlang de kleedkamer deelde bij de jeugd. Duchâtelet had in 2005 via een makelaar een transfer versierd van de jeugd van Bergen naar toenmalig tweedeklasser Union. Toen hij daar hoorde dat zijn nieuwe club nog iemand zocht voor in de verdediging, kon Nicaise – nochtans eerder opgeleid als verdedigende middenvelder – snel gaan testen bij de elfvoudige landskampioen. De test viel tegen, maar Nicaise versierde toch een contract bij Union, dat kort daarvoor centrale verdediger Jules Mbayoko had zien uitvallen met een zware blessure.

2. Degradatie naar Derde klasse met Union
De eerste trainer van Nicaise in het Joseph Mariënstadion was Joe Tshupula Kande, de latere bondscoach van Mauritius. De twintigjarige Brusselaar groeide al gauw uit tot een vaste waarde in de defensie van Union, dat net als in het seizoen 2004/05 – een seizoen waarin Union promovendus was – in de onderst regionen van de tweede divisie eindigde. Voor Nicaise was het wél een geslaagd seizoen, want nog voor het einde van de competitie mocht hij zijn handtekening onder een contractverlenging zetten.

In 2008 degradeerde Union weer naar Derde klasse. Daarvoor moet u niet naar Nicaise kijken, want in januari 2008 scheurde hij de ligamenten van zijn knie. Bij zijn terugkeer in oktober 2008 heetten zijn tegenstanders niet langer Antwerp, OH Leuven en Lierse, maar Gent-Zeehaven, Sottegem en Wielsbeke. Nicaise deed nog een seizoen mee en vertrok in 2009 met spijt in het hart. “Ik ben einde contract en denk niet dat men op mij nog een beroep wil doen. Jammer wat er met deze sympathieke club aan het gebeuren is. Ik heb hier vier jaar gevoetbald en heb spijt dat het zo moet eindigen. Als ik zie hoe men met spelers omspringt…”, liet Nicaise toen optekenen in de pers. In zijn interview met DFVF in het voorjaar van 2019 liet hij zich evenwel lovend uit over zijn ex-club.

3. URS du Centre wordt La Louvière Centre
Na vier seizoenen in de hoofdstad keerde Nicaise in 2009 terug naar Henegouwen. Meer bepaald naar Haine-Saint-Pierre, een deelgemeente van La Louvière en toen nog de thuishaven van URS du Centre. De club had toen net zijn eerste seizoen in lange tijd in Derde klasse achter de rug – de club tuimelde in 1961 voor het laatst in lange tijd uit de derde divisie. De club had meteen hoge ogen gegooid in Derde klasse: Les Pierrots waren vijfde geëindigd in hun reeks, wat door het afhaken van Diegem Sport genoeg was voor een eindrondeticket. Racing Mechelen ging voor de bijl in de eerste ronde, VW Hamme was evenwel te sterk in de volgende ronde.

Met Nicaise erbij deed zich in het seizoen 2009/10 een gelijkaardig scenario voor, met ditmaal KV Woluwe-Zaventem als nummer vier die zijn plaats in de eindronde afstond aan de Henegouwers. URS du Centre raakte voorbij KSK Ronse en Dessel Sport, maar in de finale tegen Rupel Boom was een knotsgekke 4-4 in de terugwedstrijd niet genoeg door de 1-0-nederlaag in de heenwedstrijd. In het seizoen 2010/11 eindigde de club zevende, wat niet genoeg was om een levenslijn toegeworpen te krijgen.

Ook in het seizoen 2011/12 bereikte Nicaise de finale van de eindronde, zij het dan wel als speler van… UR La Louvière Centre. Stamnummer 213 onderging in 2011 effectief een gedaanteverwisseling: de club van Nicaise verhuisde van het Stade Raymond Dienne naar het Tivolistadion van de in 2009 definitief ter ziele gegane ex-eersteklasser RAA Louviéroise. Van 2009 tot 2011 had het voormalige RACS Couillet er gespeeld onder de naam Football Couillet La Louvière, maar na twee seizoenen was de club, tegenwoordig opnieuw in het Tivolistadion spelend onder de naam RAAL La Louvière, teruggekeerd naar Charleroi.

We zouden die finale nog vergeten. UR La Louvière Centre eindigde in zijn eerste seizoen onder die naam op een gedeelde tweede plaats in Derde klasse A, op ruime afstand van kampioen Mouscron-Péruwelz. In de eindronde werd de maat genomen van Bocholter VV en KVK Tienen, waarna KSV Oudenaarde – dat net als Les Loups 65 punten had behaald in Derde klasse A – wachtte. De heenwedstrijd eindigde op 0-0, waardoor La Louvière Centre in eigen stadion wel moest scoren door de toen nog geldende uitdoelpuntenregel. Geen enkele ploeg scoorde, waardoor er strafschoppen nodig waren om een winnaar aan te duiden. Oudenaarde haalde het, waardoor aanvoerder Nicaise en co naast een ticket voor Tweede klasse grepen.

4. Debuut als international op z’n 26e
Schrikkeldagen zijn zo speciaal dat veel mensen nog haarfijn weten wat ze op de 29e februari van het jaar xxxx gedaan hebben. Nicaise weet waarschijnlijk maar al te goed wat hij op schrikkeldag 2012 deed: die dag maakte hij immers zijn interlanddebuut voor Tsjaad, het land van zijn vader. Het Afrikaanse land wilde Nicaise eigenlijk al inzetten voor de kwalificatiewedstrijden voor de Afrika Cup 2012, maar Nicaise raakte er uiteindelijk pas later bij. De contacten werden gelegd door Japhet N’Doram, de ex-speler van onder andere Nantes FC en AS Monaco die destijds spelers met Tsjaadse roots ronselde in Europa.

In zijn debuutinterland mocht Nicaise meteen zegevieren: Tsjaad won met 3-2 van Malawi. Een paar maanden later verloor Tsjaad evenwel de terugwedstrijd, waardoor het land meteen een kruis mocht maken over de Afrika Cup 2013. Nicaise speelde een tiental interlands voor Tsjaad en slaagde er nooit in om zich met het land van zijn vader te plaatsen voor een groot toernooi.

5. Faillissement van RWDM Brussels
Na drie seizoenen in Henegouwen keerde Nicaise in de zomer van 2012 terug naar Brussel. Een mooie stap vooruit voor de 27-jarige verdediger, die na vier seizoenen in Derde klasse weer op het tweede niveau kan uitkomen. Nicaise werd zowaar een ouderdomsdeken in het Edmond Machtensstadion: met de Fransman Stéphane Coqu stond er een dertiger in doel, van de twintigers was Nicaise zowaar de oudste – al waren Jean-Christophe Vergerolle en Samy Houri ook van het geboortejaar 1985.

De jonge ploeg van FC Brussels had niet veel overschot: in een seizoen waarin voorzitter Johan Vermeersch meer van trainer dan van overhemd wisselde eindigden de Molenbekenaars veertiende met slechts drie punten meer dan barragist… KSV Oudenaarde. In het seizoen daarop slechts twee trainers voor Brussels, dat voortaan RWDM Brussels heette, maar ondanks de achtste plaats wel een dramatische afloop: de club kreeg geen licentie voor Tweede klasse, waarop Johan Vermeersch de stekker uittrok in het Edmond Machtensstadion. Een dikke tien jaar na de opslorping van KFC Strombeek door RWDM was het over and out voor stamnummer 1936.

6. Promotie-eindronde met Dender tegen een oude bekende
Net als Jérôme Nollevaux vond Nicaise na het faillissement van RWDM Brussels onderdak bij FCV Dender EH. Keerde Nollevaux een jaar later al terug naar Sint-Jans-Molenbeek om voor het nagelnieuwe RWDM te spelen, dan bleef Nicaise vier seizoenen in het Vanroystadion voetballen. Bij Dender werkte Nicaise een eerste keer samen met Stéphane Demets, waartegen hij nog voetbalde toen laatstgenoemde nog voor KV Kortrijk voetbalde.

Bij Dender werden geen zes trainerswissels op één seizoen doorgevoerd, maar er werd toch aardig wat geschoven in de dug-out. Na Demets en interim-trainer Gerland De Latte kwam het duo Emilio Ferrera-Marc Grosjean, daarna maakte oude bekende Thierry Pister zijn intrede. Een oude bekende voor Nicaise weliswaar: beide heren werkten al samen bij La Louvière Centre. Lang duurde de passage van Pister in Denderleeuw niet, want in maart 2016 was het alweer over voor de in december 2015 aangestelde Gentenaar. Clubicoon Jean-Pierre Vande Velde nam over en parkeerde Dender op een vijfde plaats, waardoor Dender in het laatste seizoen voor de competitiehervorming mocht deelnemen aan de eindronde. Na een succesvolle eerste ronde tegen Londerzeel SK moest Dender het in de tweede ronde opnemen tegen… La Louvière Centre. Het is een kleine wereld.

De heenwedstrijd eindigde op 1-1, waardoor de Brabantse fusieclub aan een 0-0-gelijkspel in eigen huis genoeg had. Het werd echter 2-0. Dender, met Nicaise tweemaal in de basis, mocht na de competitiehervorming van 2016 aan de slag in Eerste klasse amateurs. Daar speelde Nicaise nog twee seizoenen in het shirt van Dender: eerst nog een seizoen onder Jean-Pierre Vande Velde, vervolgens nog een jaar onder ex-Rode Duivel Chris Janssens.

7. Speler-trainer bij Leopold FC
In 2018 keerde Nicaise voor de derde keer in zijn carrière terug naar Brussel. Ditmaal ging hij aan de slag bij Leopold FC, een stokoude club die het stamnummer vijf draagt en in het seizoen 1901/02 zelfs vicekampioen van België werd. De club verzeilde evenwel al decennia geleden in de onderste regionen van het Belgisch voetbal: het seizoen 1951/52 was het laatste seizoen van de club op het derde niveau. Leopold FC, dat in de loop der jaren verschillende clubs opslokte – waaronder ex-eersteklassers Uccle Sport en La Forestoise – promoveerde in 2010 naar Vierde klasse en werd na de competitiehervorming van 2016 ondergebracht in Derde klasse amateurs. De club plaatste zich in het eerste seizoen van Nicaise in het mythische Fallonstadion voor de eindronde, maar botste daarin in de eerste ronde op RCS Onhaye.

Het einde van het seizoen 2018/19 luidde ook het begin van iets nieuws in: tegen Onhaye was het niet langer Thierry Blindenbergh, maar Nicaise die samen met Rachid Belaid de leiding had over Leopold. Nicaise begon het seizoen 2019/20 uiteindelijk als speler-trainer. Dat was hem voorgesteld door Jacques Maricq, die meer dan vijftig jaar voorzitter was van Leopold en in april 2020 overleed. Vincent Kohl werd in oktober 2019 aan boord gehaald om Nicaise bij te staan, maar nog geen twee manden later weer weggestuurd wegens het gebrek aan match.

Begin december 2019 ‘degradeerde’ Nicaise weer naar de functie van speler, want Olivier Suray, ex-speler van onder andere Anderlecht en Standard, werd teruggehaald als T1 na een eerdere passage bij de club. Lang duurde dat niet, want in februari 2020 werd Suray alweer ontslagen. Nicaise nam opnieuw over, ditmaal met het idee om hem voornamelijk coach te laten worden. Of hij nog veel gespeeld zou hebben, zullen we nooit weten, want in maart 2020 werd de competitie stopgezet vanwege de coronapandemie. Leopold stond op dat moment op een degradatieplaats en tuimelde bijgevolg na tien jaar in de nationale reeksen weer naar Eerste provinciale.

8. Toetreding tot de technische staf van Tsjaad
Het jaar 2020 was een sleuteljaar in de carrière van Nicaise. Niet alleen hing hij dat jaar zijn voetbalschoenen definitief aan de wilgen, hij kreeg dat jaar ook de vraag om toe te treden tot de technische staf van de nationale ploeg van Tsjaad, met de bedoeling om zich hoe langer hoe meer te integreren. “Alles zal natuurlijk afhangen van mijn situatie volgend seizoen. Als ik ergens T2 word zal dat wel lukken, als ik blijf verderspelen zal het iets moeilijker worden om alles te combineren”, hield Nicaise in april 2020 nog alle opties open. Het werd dat eerste – meer daarover in het volgende punt.

Nicaise was er onder andere bij toen bondscoach Emmanuel Troagat in juli 2020 zijn in Europa voetballende spelers bijeenriep voor een korte stage in Tourcoing, een Franse stad aan de grens met België.

9. In het kielzog van Stéphane Demets
Verder voetballen of ergens T2 worden, dat was de vraag die Nicaise zich in april 2020 nog stelde. Het werd dat laatste. De 35-jarige Nicaise ging aan de slag bij KSK Heist, waar zijn ex-trainer Stéphane Demets sinds 2019 hoofdtrainer was. Nicaise kreeg in de technische staf van Demets een plaatsje als fysiektrainer.

Toen Demets in mei 2022 de overstap maakte van KSK Heist naar Rupel Boom, nam de ex-speler van RWDM, KSK Beveren en KV Kortrijk Nicaise mee naar het Gemeentelijk Parkstadion. De passage van Demets bij de Steenbakkers werd geen succes: Rupel Boom startte met 0 op 15 een boekte pas op de tiende competitiespeeldag zijn eerste zege van het seizoen. Een week later verloor de club met 1-0 in Knokke en werd Demets op de keien gezet. Assistent Pascal Pilotte nam over, maar na iets meer dan een maand – waarin Rupel Boom wel 9 op 15 pakte – haakte hij af omwille van gezondheidsredenen.

Enter Nicaise. Die kreeg echter geen beterschap in de zaak: onder zijn bewind won Rupel Boom slechts 2 van zijn 21 competitiewedstrijden. Toen de club op 29 april 2023 uit Eerste nationale degradeerde, had Nicaise al aangekondigd dat hij na het seizoen 2022/23 geen trainer meer zou zijn van de club.

10. Bondscoach van Tsjaad
In oktober 2023 promoveerde Nicaise bij Tsjaad tot de functie van bondscoach. De nationale ploeg trok diezelfde maand nog naar Saoedi-Arabië voor een oefenstage. Op 17 oktober 2023 ging Tsjaad in het King Fahd Sports City Stadium in Taif met 1-0 onderuit in een oefeninterland tegen Soedan.

In november 2023 begint Tsjaad aan zijn kwalificaties voor het WK 2026. Het huidige nummer 181 op de FIFA-ranking zit in een kwalificatiegroep met Mali (49), Ghana (60), Madagaskar (108), de Centraal-Afrikaanse Republiek (127) en de Comoren (129).