Twee weken geleden viel mijn oog op een leuke tweet van een Engelse groundhopper. In de Derde divisie vond de Zeeuwse derby tussen HSV Hoek en VV Kloetinge plaats. El Zeelandio, noemde de groundhopper het duel. Een belangrijke wedstrijd wordt maar al te vaak zo verbasterd, en dat was niet anders tussen de twee hoogst gerangschikte teams uit Zeeland.

Bij aanvang van de derby was VV Kloetinge de hoogst gerangschikte Zeeuwse club: de promovendus begon het seizoen in de Derde Divisie B met 13 op 27, Hoek deed met 11 op 29 net iets slechter. Die kloof bleef na afloop van de derby ongewijzigd, gezien het 1-1-gelijkspel. De thuisploeg opende kort na het halfuur de score vanop de strafschopstip, in de 83e minuut zette ook Kloetinge een strafschop om. Beide teams sloten de derby af met tien man.

Voor ondergetekende had de derby tussen Hoek en Kloetinge nog een extra laagje. Een soort België-Nederland, zeg maar. Hoek heeft immers een heuse belgentraditie, terwijl het zowel in de huidige kern als in de clubgeschiedenis van Kloetinge zoeken is naar Belgen. Transfermarkt, Wikipedia, Google met dubbele haakjes: het leverde vooralsnog geen resultaten op. Wie een Belg kan vinden die ooit het shirt van VV Kloetinge droeg, mag het zeker laten weten.

Bij Hoek weten we dan weer niet waar eerst beginnen qua Belgen. Alleen al in de huidige spelerskern vinden we met Lars Knipping, Gertjan Martens, Jarno Lion, Mathieu De Smet – broer van Thibault –, Glenn Diedhiou en Rik Impens enkele leuke namen terug. Ook de trainer is een Belg: Maxime Decraene, de voorbije twee seizoenen aan de slag bij eersteprovincialer Eendracht Zele, nam afgelopen zomer over van interim-trainer Quincy Rombaut, ook al een Belg. In het verleden waren ook mannen als Cédric Roussel, Dimitri Mbuyu, David Destorme, Jürgen Belpaire, Zinho Chergui, Griffin De Vroe al actief bij Hoek. En dit is dan nog maar het neusje van de zalm.

Een hele school Belgen bij een buitenlandse club, dat is niets nieuws. Vind echter maar eens een buitenlandse club die ook een dozijn Belgen als trainer heeft gehad. Eddy Mestdagh, Gaby Demanet, Kenny Verhoene, Jannes Tant, Hugo Vandenheede, Lieven Gevaert, Steven De Groot, Lorenzo Staelens, Björn De Neve, Pieter Ongena… De ene bleef al wat langer dan de andere, maar voor liefhebbers van de Belgische trainersgilde in het buitenland is het een lijstje om van te likkebaarden. En om u nog meer te doen watertanden: de lijst wordt nog langer als we er de assistent- en keeperstrainers bijnemen.

Het zou zo een quizvraag kunnen zijn: welke Zeeuwse club werd in het verleden ook nog gecoacht door een ex-Rode Duivel? Het antwoord: VC Vlissingen. De club speelde tussen 1990 en 1992 op het tweede niveau onder de naam VCV Zeeland, maar vertoeft momenteel in de Derde klasse, oftewel vier niveaus lager dan HSV Hoek en VV Kloetinge. De ex-Rode Duivel in kwestie, dat Florimond Vanhalme, die 39 A-caps behaalde tussen 1921 en 1930 – geen enkele Cercle-speler verzamelde ooit meer A-caps voor België. Vlak voor de afreis naar Montevideo voor het WK 1930 speelde Vanhalme zijn laatste interland. In 1927 werd hij als speler landskampioen met Cercle, in 1930 zelfs als speler-trainer. Dat Vanhalme later ook bij VC Vlissingen terechtkwam, kwam mede doordat de toenmalige voorzitter Rafael Brysse, ook een Belg was, zo vertelde VC Vlissingen-archivaris Kees Lindenberg ons.

Vanhalme stond als trainer ook nog aan het hoofd van Kortrijk Sport, een van de twee clubs die in 1971 opgingen in fusieclub KV Kortrijk, en Knokke FC. Zijn naam staat natuurlijk vooral in gulden letters geschreven in de geschiedenisboeken van Cercle Brugge, waar hij in het seizoen na de eerste landstitel (behaald in 1911) zijn opwachting maakte in het eerste elftal. Pas in 1941, zo’n drie decennia later, trok hij ‘definitief’ de deur achter zich dicht in het RCS Brugeois-stadion, dat later werd omgedoopt tot het Edgard De Smedtstadion. Om hoe laat vertrok die bus van Brugge naar Breskens, waar de boot naar Vlissingen wacht?