Een sportief-financieel plan voor de nieuwe eigenaar van Standard / Un plan sportif-financier pour le nouveau propriétaire du Standard

FR: dessous
EN: below

Beste nieuwe eigenaar van de meest iconische voetbalclub van België,

Ik kom meteen ter zake.

Standard zou een van de gemakkelijkst te leiden voetbalclubs moeten zijn:

• Grote, trouwe supportersschare met enorme sportieve impact
• Regionaal quasi-monopolie, met voordelen op economisch vlak en qua aantrekkingskracht naar jonge talenten toe
• Een van twee nationale clubs in België, met supporters over het hele land
• Uitstekende faciliteiten
• En vooral: een duidelijk voetbal-DNA

Dat bleek de laatste jaren echter niet (en steeds minder) in de praktijk.

De enige juiste manier van werken schuilt in een tweesporenoplossing, met financiële maar bovenal sportieve krijtlijnen.

Want de grootste fout die 777 Partners gemaakt heeft, is verwachten dat sportief succes automatisch volgt uit financiële stabiliteit. Hoewel dat causaal verband in zekere zin steek houdt, is het dan vooral de vraag waar je die stabiele lat precies legt. Als het jaarlijks transferbudget zich stabiliseert rond één miljoen euro, zijn de middelen om sportief succes te kopen niet aanwezig. Bovendien gaat het kopen van sportief succes doorgaans gepaard met enorme schulden.

Het is zaak om uit te gaan van een omgekeerde causaliteit: financiële stabiliteit is in eerste instantie het gevolg van sportief succes. Clubs die het sportief goed doen, halen immers niet alleen meer middelen uit ticketverkoop, sponsoring, merchandising en Europese kwalificaties. Ook de marktwaarde van de spelersgroep gaat er zo sterk op vooruit. En laat dat nu net de voornaamste bron van inkomsten(groei) zijn in het voetbal, met volgens recent onderzoek een aandeel van 38%. Dat is bij uitstek in een trampolinecompetitie als de Belgische het geval.

‘Hoe realiseer je sportief succes?’, is dan de logische vraag. Met de sportief-financiële tweesporenoplossing als antwoord. Waarbij de verbondenheid van het sportieve en het financiële al aan bod kwam, maar in wat volgt nog beter geïllustreerd wordt.

SPORTIEF

Veranker het voetbal-DNA van Standard. Want hoewel daar consensus over bestaat en het de onmisbare basis vormt van sportief succes bij deze unieke club, werd het recent niet meer gerespecteerd.

• Coaching

Een vaste formatie is niet nodig; in het moderne voetbal is tactische flexibiliteit cruciaal. Maar vaste basisingrediënten moeten er wél zijn: energie, intensiteit, hoge pressing, voorwaartse verticaliteit en ruimte voor ‘la folie’. Georganiseerde chaos, zo u wil.

De laatste jaren maakte coach na coach dezelfde fouten; iedereen die er een sportief helikopterperspectief op nahoudt, beseft dat. Het club-DNA bleef meestal achterwege. Een analyse die intern jammer genoeg nooit gemaakt werd. Uiteraard moet er een zekere waakzaamheid zijn voor naïef voetbal , ook de meest offensieve topcoaches moeten in bepaalde omstandigheden terugvallen op een mediumblok of zelfs laag blok. Maar laf, reactief, futloos en ongeïnspireerd voetbal moet – zeker tegen lager geklasseerde ploegen – dringend iets van het verleden zijn.

Waarom? Omwille van de unieke symbiose die kan ontstaan tussen Standardsupporters en -spelers, met name op Sclessin maar zeker ook elders. Denk aan de wedstrijden onder Michel Preud’homme waarin een late gelijkmaker door een Rouche quasi altijd het begin zou vormen van een voltooide comeback en dus overwinning. Denk aan de recente matchen tegen topclubs op Sclessin, zoals de 3-2 in de Clasico, toen de tactiek van de coach met de ruggensteun van Sclessin in de vuilbak werd gekieperd en de aangehaalde basisingrediënten plots wel boven water kwamen.

Waarom nog? Omdat het ontbreken van het club-DNA op het veld en bijgevolg het uitblijven van die unieke symbiose fungeert als een negatieve katalysator. In combinatie met de specifieke druk die Standard zo typeert, zorgen Standard-onwaardige sportieve prestaties voor resultaten die nóg slechter zijn dan bij andere clubs in dezelfde situatie. En voor een negatieve spiraal die het begrip dieptepunt steeds opnieuw herdefinieert. Wie Standard kent, begrijpt helemaal wat ik hiermee bedoel. Toch een voorbeeld om het te duiden. Stel dat (je sportieve kwaliteit objectief kan meten en) Standard kwalitatief de achtste ploeg van de competitie is. Als je het team dan op een Standard-onwaardige manier laat voetballen, is de degradatiestrijd niet veraf. Gelukkig is ook het omgekeerde van tel: respecteer het DNA, en Standard overstijgt zichzelf. Waardoor je dus ook een versnelde financiële inhaalbeweging kan maken.

Zoals al meegegeven, kan en moet er flexibel omgegaan worden met de precieze invulling van deze voetbalfilosofie. Zowel in aanloop naar als tijdens wedstrijden, zoals Preud’homme mooi illustreerde in zijn laatste bewind. Anderzijds weet de aandachtige waarnemer dat een viermansverdediging en dubbel bezette flanken, met backs die elk een creatieve winger overlappen in een team met verschillende dynamische driehoekjes, in de praktijk zelden ontbreken bij de grootste successen van Standard. We kunnen niet langs het feit dat de laatste twee bekerzeges in een 4-2-3-1 werden behaald, om maar een voorbeeld te geven.

En uiteraard moet de Standardfilosofie ook terug te zien zijn bij de jeugdploegen.

• Scouting

Garanderen dat de coaches op alle niveaus van de club het juiste voetbal (willen) brengen, is een fundamentele maatregel. Maar minstens even belangrijk is de scouting, want het juiste voetbal brengen lukt natuurlijk veel gemakkelijker met de juiste spelers. Als we al even terugblikken op het seizoen 2023/24, mag je bijvoorbeeld gerust stellen dat Standard veel hoger was geëindigd met 20 Wilfried Kanga’s in de selectie. En als je de op een rijtje gezette collectieve basisingrediënten doorvertaalt op individueel niveau, kijk je snel voorbij de statistieken van Hayao Kawabe.

In de vergaderzaal van het sportief comité van Standard (zie lager) moet een grote portretfoto hangen. Die van Sergio Conceiçao. Bepalen of de spelers die op basis van data en de expertise van de scouts geselecteerd werden effectief aanwinsten zouden zijn, moet dan ook via het Sergio Conceiçao-model gebeuren. Daarbij toets je elke potentiële nieuwe speler af aan de criteria ‘kwaliteit’, ‘grinta’, ‘winnaarsmentaliteit’, ‘passie’ en ‘drukbestendigheid’, en de aanvullende factoren ‘ervaring’, ‘tactisch inzicht’ en ‘rendement’.

Het criterium ‘(Standard)drukbestendigheid’ mag absoluut niet ontbreken in die beoordeling . De besproken symbiose tussen spelers en fans kan ongekende hoogten aannemen op Sclessin, maar zoals reeds aangeraakt geldt hetzelfde voor de druk. Spelers moeten die aankunnen. Waak ook over het verschil tussen ‘grinta’ en ‘winnaarsmentaliteit’: grinta is onmisbaar om matchen te winnen (en bij Standard om het juiste voetbal te brengen), met een winnaarsmentaliteit win je prijzen. Dat subtiel maar levensbelangrijk verschil leunt dicht aan bij de volgende te onthouden stelling. Elke speler wint graag, maar lang niet elke speler is bereid al het nodige te doen om – keer op keer – te winnen.

Weinig voetballers komen nog maar aan de enkels van Sergio Conceiçao, laat dat duidelijk zijn. Betaalbare spelers vinden die aan alle criteria voldoen, is niet realistisch. Het moet het doel zijn om zoveel mogelijk criteria zo goed mogelijk in te vullen met een speler.

En dan mag grinta gerust af en toe de voorkeur krijgen op kwaliteit. Zeker als het transferbudget enkel stelselmatig opgedreven kan worden, is dat de manier om erbovenop te komen. Want financiële stabiliteit volgt uit sportief succes.

Uiteraard moet deze filosofie ook doorgetrokken worden naar de jeugdscouting, die overigens een veel sterkere uitbouw vereist. Laat de degradatie van SL16 niets aan die focus veranderen, integendeel.

Over de link tussen het jeugdgegeven en het A-kernbeheer tot slot nog twee zaken. Maak voorspellende projecties van de ontwikkeling van de grootste talenten uit de jeugdopleiding en neem die inzichten mee in het transferbeleid. En aansluitend: koop nooit spelers die de speelkansen en dus ontwikkeling van een intrinsiek beter jeugdproduct tegenhouden.

• Sportief comité

En dus moet Standard sportief geleid worden door een comité dat het Standard-DNA begrijpt, omarmt en telkens opnieuw in de praktijk brengt. Een comité, omdat die taak niet louter op de schouders van een sportief directeur mag rusten. Stel een veelzijdig sportief comité samen, met verschillende profielen en expertises.

Bijvoorbeeld:
– Een ervaren sportief directeur die het voortouw neemt
– Een ervaren hoofdscout
– Een data-analist
– De hoofdcoach
– Een ex-Rouche die het DNA begrijpt en met veel jaren op de teller in coaching/scouting/spelersbegeleiding/…
– Een jonge ex-Rouche die het DNA begrijpt en al wat ervaring heeft in een van de subdomeinen van de sport, zoals Paul-Jose Mpoku
– Réginal Goreux voor een sterke link met het opleidingscentrum (en de kwaliteiten van profiel zes in de opsomming)
– Een supportersvertegenwoordiger die het DNA mee bewaakt en tevens voor een rechtstreekse lijn met de fans zorgt
– …

Uiteraard maakt de coach deel uit van het comité. En uiteraard staat het comité de coach bij in zijn functie. Niet per se op dagelijkse basis, wel waar nodig. De Chinese muur of scheiding der machten die velen hier verwachten, slaat nergens op. We’re in this together moet het motto zijn.

FINANCIEEL

Doorheen het sportieve luik kwam het financiële plaatje al meermaals aan bod. De verwevenheid tussen beide aspecten staat buiten kijf en de stelregel, financiële stabiliteit volgt uit sportief succes, blijft steeds gelden.

Dat 777 Partners Standard zelfbedruipend wou maken, was allerminst een slecht plan. Genoeg andere clubs bewijzen dat dat geen utopie hoeft te zijn. Bij Standard zijn alle intrinsieke componenten daarvoor alleszins aanwezig.

Zoals in de introductie aangegeven, mag de zogezegd stabiele lat daarbij echter niet te laag liggen. Met andere woorden: als nieuwe eigenaar moet je Standard het startpunt geven dat het verdient. Concreet:

• De schulden wegwerken
• Een transfer- én loonbudget installeren waarmee het sportief comité het beschreven sportief beleid kan lanceren

Standard hoeft niet meteen het hoogste budget van de competitie te hebben. Gestage groei is prima. Als er maar vooruitgang zichtbaar is, en als die sportieve hefboom gestoeld op het Standard-DNA en de besproken unieke symbiose maar in werking kunnen treden. Net omdat je dan op een organische manier zelfbedruipend kan worden terwijl je constant sportief competitief bent. Meer nog: zo ontstaat een opwaartse spiraal met steeds hogere marktwaarden, inkomsten en budgetten, en steeds betere prestaties.

Hou daarbij wel altijd een slag om de arm en bouw een veiligheidsmarge in. Een mislukte transfermercato, die altijd kan voorvallen, mag het kaartenhuis natuurlijk niet in elkaar doen storten. Hoewel de combinatie dus absoluut realistisch is en jaar na jaar realistischer zal worden als de juiste sportieve keuzes worden gemaakt, gaat duurzaamheid altijd voor succes.

---

Tot zover dit beknopt sportief-financieel plan om Standard er terug bovenop te helpen. Klinkt dit alles te simplistisch? Of ís het gewoon niet zo moeilijk en vraagt het simpelweg een consistent beleid? Ik neig alvast naar optie twee.

Afsluiten doe ik met een reeks aanvullende vereisten of maatregelen, die parallel aan de heropstanding geïmplementeerd kunnen worden en aantonen dat het werk nooit af is:

• Hey Baby als vaste goaltune – dat moet haast wel voor een toename in de doelpuntenproductie zorgen
• Transparante communicatie naar supporters
• Participatieve sociowerking, financieel en inhoudelijk
• Winstpremie voor supporters
• Stade Maurice Dufrasne terugkopen
• Groter stadion op de SL16 Football Campus
• …

Hoogachtend,
Wout Ectors, fanatiek supporter, voorvechter, ideoloog, waar nodig criticus en vrijwillig tactisch analist van R. Standard de Liège

---

EN: below

Cher nouveau propriétaire du club de football le plus emblématique de la Belgique,

J’irai droit au but.

Le Standard devrait être l’un des clubs les plus faciles à diriger :

• Base de supporters large et fidèle, avec un impact sportif énorme
• Quasi-monopole régional, avec des avantages économiques et en termes d’attirer des jeunes talents
• L’un des deux clubs nationaux de Belgique, avec des supporters dans tout le pays
• Des installations de qualité
• Et surtout : un ADN footballistique clair

Néanmoins, ces dernières années, cela ne s’est pas (et de moins en moins) concrétisé dans la pratique.

La seule véritable méthode de travail consiste en une approche à deux voies, avec des lignes de force financières mais aussi et surtout sportives.

Car la plus grande erreur commise par 777 Partners, c’est de croire que le succès sportif découle automatiquement de la stabilité financière. Même si ce lien de causalité a du sens dans une certaine mesure, la question principale est alors de savoir où se situe exactement cette barre de stabilité. Si le budget des transferts annuel se stabilise autour un million d’euros, les moyens d’acheter le succès sportif ne sont pas là. De plus, l’achat du succès sportif est généralement accompagné d’une dette énorme.

Il faut partir d’une causalité inverse : la stabilité financière est en premier lieu le résultat du succès sportif. En effet, les clubs qui réussissent sur le plan sportif n’obtiennent pas seulement plus de revenus grâce à la vente de billets, au sponsoring, au merchandising et aux qualifications européennes. La valeur marchande des joueurs augmente également. Et c’est bien la principale source de revenus dans le foot, avec une part de 38 %, selon une étude récente. Cela est particulièrement le cas dans une compétition de trampoline comme la ligue belge.

La question logique qui se pose alors est la suivante : ‘Comment obtenir le succès sportif ?’ La réponse est la solution à deux voies sportif-financier. Dans lequel l’interconnexion des deux aspects a déjà été abordée, mais sera encore mieux illustré dans ce qui suit.

SPORTIF

Ancrez l’ADN footballistique du Standard. Car même si’l y a consensus sur cet ADN et même si c’est la base indispensable de la réussite sportive de ce club unique, il n’a pas été respecté ces derniers temps.

• Coaching

Une formation rigide n’est pas nécessaire ; dans le football moderne, la flexibilité tactique est cruciale. Mais les ingrédients de base doivent être présents : énergie, intensité, pressing haut, verticalité vers l’avant et de l’espace pour « la folie ». Le chaos organisé, en quelque sorte.

Ces dernières années, tous les entraîneurs, l’un après l’autre, ont commis les mêmes erreurs ; tout observateur doté d’une perspective d’hélicoptère s’en rend compte. L’ADN du club a été généralement laissé de côté. Une analyse qui, malheureusement, n’a jamais été faite en interne. Bien sûr, il faut être vigilant face au football naïf, même les entraîneurs les plus offensifs doivent se tourner vers un bloc moyen ou même un bloc bas dans certaines circonstances. Mais le football lâche, réactif, sans vie et sans inspiration – surtout contre des équipes de rang inférieur – doit disparaître de toute urgence.

Pourquoi ? Grâce à la symbiose unique qui peut se former entre les supporters et les joueurs du Standard, surtout à Sclessin, mais sans doute aussi ailleurs. Pensez aux matches sous Michel Preud’homme où l’égalisation tardive d’un Rouche était presque toujours le début d’une remontée complète et donc d’une victoire. Pensez aux récents matches contre de grands clubs à Sclessin, comme le 3-2 dans le Clasico, où la tactique de l’entraîneur a été jetée dans la poubelle avec le soutien de Sclessin et où les ingrédients de base cités ont brusquement fait leur apparition.

Pourquoi ? Parce que l’absence de l’ADN du club sur le terrain, et donc l’incapacité à créer cette symbiose unique, s’agit comme un catalyseur négatif. Combiné avec la pression spécifique qui caractérise le Standard, les performances sportives indignes du Standard produisent des résultats encore plus mauvais que chez d’autres clubs dans la même situation. Elles produisent une spirale négative qui redéfinit constamment le terme « creux ». Ceux qui connaissent le Standard, comprendront parfaitement ce que je veux dire. Néanmoins, un exemple pour mieux comprendre. Supposons que (on puisse mesurer objectivement la qualité sportive et que) le Standard soit qualitativement la huitième équipe de la compétition. Si vous laissez l’équipe jouer un football indigne du Standard, la bataille pour la relégation n’est pas loin. Heureusement, l’inverse est également vrai : respectez l’ADN du club et le Standard se transcendera. Ce qui vous permet aussi d’effectuer un rattrapage financier accéléré.

Comme déjà mentionné, il faut une certaine flexibilité dans l’interprétation exacte de cette philosophie de jeu. Que ce soit avant ou pendant les matches, comme Preud’homme l’a magnifiquement illustré lors de son dernier règne. D’autre part, l’observateur attentif sait qu’une défense à quatre et des flancs doublement occupés, avec des latéraux qui chevauchent chacun un ailier créatif dans une équipe à plusieurs triangles dynamiques, est rarement absente des plus grands succès du Standard. On ne peut pas ignorer que les deux dernières victoires en coupe ont été réalisées en 4-2-3-1, pour ne citer qu’un exemple.

Et bien évidemment, la philosophie du Standard doit également se refléter dans les équipes de jeunes.

• Scouting

Garantir que les entraîneurs à tous les niveaux du club (veulent) proposer le jeu qui convient au Standard est une mesure fondamentale. Mais le scouting est au moins aussi important, car c’est évident que c’est beaucoup plus facile de proposer un jeu adéquat si on dispose des joueurs qui conviennent au club. Quand on parle de la saison 2023/24, on peut par example constater que le Standard aurait terminé beaucoup plus haut avec 20 Wilfried Kangas dans l’équipe. Et si on transpose les ingrédients de base collectifs cités au niveau individuel, on regarde rapidement au-delà des statistiques d’Hayao Kawabe.

Dans la salle de réunion du comité sportif du Standard (voir ci-dessous), il devrait y avoir une grande photographie de portrait. Celle de Sergio Conceiçao. Déterminer si les joueurs sélectionnés sur la base des données et de l’expertise des recruteurs seraient effectivement des acquisitions appropriés doit se faire selon le modèle Sergio Conceiçao. Dans ce modèle, chaque nouveau joueur potentiel est évalué en fonction des critères suivants : « qualité », « grinta », « mentalité de vainqueur », « passion » et « résistance à la pression », ainsi que des facteurs supplémentaires « expérience », « sens tactique » et « efficacité ».

Le critère « résistance à la pression (du Standard) » ne devrait certainement pas être absent de cette évaluation. La symbiose évoquée entre les joueurs et les supporters peut atteindre des sommets inégalés à Sclessin, mais comme il a déjà été dit, il en va de même pour la pression. Les joueurs doivent être capables de la gérer. Il faut aussi faire la différence entre la « grinta “ et la ” mentalité de vainqueur » : la grinta est indispensable pour gagner des matches (et au Standard pour proposer le bon football), mais avec une mentalité de vainqueur, on gagne des trophées. Cette différence subtile mais vitale est fortement liée à la constatation suivante qu’il faut retenir. Tous les joueurs aiment gagner, mais tous ne sont pas prêts à faire tout ce qu’il faut pour gagner – encore et encore.

Peu de footballeurs sont comparables au Sergio Conceiçao, que cela soit bien clair. Ce n’est pas réaliste de trouver des joueurs financièrement abordables qui répondent à tous les critères. L’objectif devrait être de couvrir le plus grand nombre de critères possible avec un joueur.

Et alors, la grinta peut être préférée à la qualité de temps en temps. Surtout si le budget de transfert ne peut qu’être progressivement revu à la hausse, c’est ainsi que nous pouvons relever la tête. Après tout, la stabilité financière découle du succès sportif.

Bien entendu, cette philosophie devrait également être appliquée au recrutement des jeunes, qui mérite d’ailleurs un développement beaucoup plus important. La relégation du SL16 ne doit pas changer cette optique, bien au contraire.

Au sujet du lien entre la gestion des jeunes et la gestion du noyau A, deux autres choses sont à retenir. Faites des projections prédictives sur le développement des plus grands talents du centre de formation et intégrez ces enseignements dans la stratégie de transfert. Et, en connexion : il ne faut jamais acquérir des joueurs qui bloquent les opportunités de jouer et donc le développement d’un produit du centre de formation qui est intrinsèquement meilleur.

• Comité sportif

Par conséquent, le Standard doit être dirigé par un comité qui comprend, adopte et met en œuvre de manière répétée l’ADN du Standard. Un comité, car cette tâche ne doit pas reposer uniquement sur les épaules d’un directeur sportif. Constituez un comité sportif multidisciplinaire et diversifié, avec des profils et des domaines d’expertise variés.

Par exemple :
– Un directeur sportif expérimenté qui guide le groupe
– Un scout en chef expérimenté
– Un analyste de données
– L’entraîneur principal
– Un ex-Rouche qui comprend l’ADN et qui a de nombreuses années d’expérience dans le coaching/le scouting/l’encadrement des joueurs/…
– Un jeune ex-Rouche qui comprend l’ADN et qui a déjà une certaine expérience dans un des sous-domaines du sport, comme Paul-Jose Mpoku
– Réginal Goreux pour un lien fort avec le centre de formation (et les qualités du profil six dans la liste)
– Un représentant des supporters qui contribue au monitoring de l’ADN et qui assure également un lien direct avec les supporters.
– …

Naturellement, l’entraîneur fait partie du comité. Et bien sûr, le comité assiste l’entraîneur dans sa fonction. Pas nécessairement au quotidien, mais lorsque c’est nécessaire. La muraille de Chine ou la séparation des pouvoirs à laquelle beaucoup sont attachés, n’a pas de sens. Nous sommes dans le même bateau, devrait être la devise.

FINANCIER

Tout au long du volet sportif, la dimension financière a été évoquée à plusieurs reprises. L’interconnexion entre les deux aspects est indéniable et la prémisse, la stabilité financière est le résultat du succès sportif, est toujours d’actualité.

Le fait que 777 Partners souhaitait rendre Standard autosuffisant n’était en aucun cas un mauvais plan. De nombreux autres clubs prouvent qu’il ne s’agit pas nécessairement d’une utopie. Au Standard, toutes les conditions intrinsèques sont présentes pour y parvenir.

Cependant, comme indiqué dans l’introduction, la soi-disant barre de stabilité ne peut pas être placée trop bas. En d’autres termes, en tant que nouveau propriétaire, vous devez donner au Standard le point de départ qu’il mérite. En particulier :

• Eliminer les dettes
• Mettre en place un budget de transferts ET de salaires qui permette au comité sportif de lancer la stratégie sportive décrite

Le Standard ne doit pas avoir immédiatement le budget le plus élevé de la compétition. Une croissance régulière est suffisante. Tant que la progression est visible, et tant que ce levier sportif fondé sur l’ADN du Standard et la symbiose unique évoquée peuvent se mettre en place. Tout simplement parce qu’il est alors possible de devenir autosuffisant de manière organique tout en étant constamment compétitif sur le plan sportif. Plus encore, cela crée un cercle vertueux positif avec des valeurs de marché, des revenus et des budgets toujours plus élevés, et des performances toujours meilleures.

Mais soyez toujours vigilants et prévoyez une marge de sécurité. Un mercato raté, ce qui peut toujours arriver, ne doit évidemment pas faire s’écrouler le château de cartes. Même si la combinaison est tout à fait réaliste et le sera de plus en plus d’année en année si les bons choix sportifs sont faits, la durabilité passe toujours avant le succès.

---

Ainsi se termine ce plan sportif-financier concis pour aider le Standard à revenir au sommet. Tout cela vous paraît trop simpliste ? Ou est-ce que ce n’est pas si difficile et est-ce que ça demande simplement une approche cohérente ? Je penche pour la deuxième option.

Je conclus par une série de besoins ou de mesures supplémentaires, qui peuvent être mis en œuvre parallèlement à la résurgence et qui illustrent le fait que le travail ne se termine jamais :

• Hey Baby comme goaltune permanent – ce qui doit certainement assurer une augmentation de la production de buts
• Une communication transparente envers les supporters
• Un système ‘socio’ participative, financière et sur le fond
• Prime de victoire pour les supporters
• Rachat du Stade Maurice Dufrasne
• Un plus grand stade au SL16 Football Campus
• …

Cordialement,
Wout Ectors, supporter fanatique, partisan, idéologue, critique-si-nécessaire et analyste tactique volontaire du R. Standard de Liège

---

Dear new owner of Belgium’s most iconic football club,

I will get straight to the point.

Standard should be one of the easiest football clubs to manage:

• Large, loyal fan base with a huge sporting impact
• Regional quasi-monopoly, with advantages economically and in terms of attracting young talents
• One of two national clubs in Belgium, with supporters all over the country
• Excellent facilities
• And above all: a clear football DNA

In recent years, however, this did not (and increasingly less) prove to be the case in practice.

The only right way forward lies in a two-track solution, with financial but above all sporting chalk lines.

Because the biggest mistake made by 777 Partners is to expect that sporting success automatically results out of financial stability. While that causal link does make sense to some extent, the main question then is where exactly you set that stable bar. If the annual transfer budget stabilises around one million euros, the means to buy sporting success are not there. Moreover, buying sporting success is usually accompanied by huge debts.

It is important to work from an inverse causality: financial stability is primarily the result of sportive success. After all, clubs that do well sports-wise not only raise more funds from ticket sales, sponsorship, merchandising and European qualifications. The market value of the squad increases as well. And let that just be the main source of income (growth) in football, with a 38% share, according to recent research. This is especially true in a trampoline league like the Belgian one.

‘How do you realise sportive success?’ is then the logical question. With the sportive-financial two-track solution as the answer. In which the interconnectedness of the sportive side and the financial side has already been addressed, but will be even better illustrated in what follows.

SPORTIVE

Anchor Standard’s football DNA. Because although there is consensus on this and although it is the indispensable basis of sportive success at this unique club, it has not been respected in recent times.

• Coaching

A fixed formation is not necessary; in modern football, tactical flexibility is crucial. But fixed base ingredients do need to be in place: energy, intensity, high pressing, forward verticality and space for ‘la folie’. Organised chaos, if you will.

In recent years, coach after coach made the same mistakes; anyone with a sporting helicopter perspective realises that. The club DNA was mostly left behind. An analysis that, unfortunately, was never made internally. Of course there must be a certain vigilance against naive football , even the most offensive top coaches have to fall back on a medium block or even a low block in certain circumstances. But dull, reactive, lifeless and uninspired football – especially against lower-ranked teams – must urgently be a thing of the past.

Why? Because of the unique symbiosis that can arise between Standard’s supporters and players, especially at Sclessin but also surely elsewhere. Think of the games with Michel Preud’homme in which a late equaliser by a Rouche would almost always be the start of a completed comeback and thus victory. Think of recent matches against top clubs at Sclessin, such as the 3-2 in the Clasico, when the coach’s tactics were thrown in the bin with the backing of Sclessin and the cited base ingredients suddenly emerged.

Why? Because the absence of the club DNA on the pitch, and consequently the failure to create that unique symbiosis, acts as a negative catalyst. Combined with the specific pressure that characterises Standard, Standard-unworthy sportive performances create results that are even worse than at other clubs in the same situation. And a negative spiral that keeps redefining the term nadir. Anyone who knows Standard will fully understand what I mean by this. Still, an example to clarify. Suppose (you can measure sporting quality objectively and) Standard is qualitatively the eighth team in the league. If you then let the team play football in a Standard-unworthy manner, the relegation battle is not far away. Fortunately, the reverse is also true: respect the DNA, and Standard transcends itself. Which therefore also allows you to achieve an accelerated financial catch-up.

As already indicated, the exact interpretation of this football philosophy can and should be approached flexibly. Both leading up to and during games, as Preud’homme illustrated wonderfully during his last reign. On the other hand, the attentive observer knows that a four-man defence and double-occupied flanks, with full-backs each overlapping a creative winger in a team with several dynamic triangles, are rarely absent from Standard’s greatest successes. We cannot get past the fact that the last three cup victories were achieved in a 4-2-3-1, to give just one example.

And of course, the Standard philosophy should also be reflected in the youth teams.

• Scouting

Ensuring that coaches at all levels of the club (want to) deliver the right football is a fundamental measure. But at least equally important is the scouting, as delivering the right football obviously works much easier with the right players. Looking back at the 2023/24 season, for example, it is safe to say that Standard would have finished much higher with 20 Wilfried Kanga’s in the squad. And when you translate the collective base ingredients listed down to individual level, you quickly look past Hayao Kawabe’s statistics.

In the meeting room of Standard’s sportive committee (see below), there should be a large portrait photo. That of Sergio Conceiçao. Determining whether the players selected based on data and the expertise of the scouts would effectively be valuable acquisitions must namely be done via the ‘Sergio Conceiçao model’. This involves screening each potential new player against the criteria of ‘quality’, ‘grinta’, ‘winner’s mentality’, ‘passion’ and ‘pressure-resistance’, and the additional factors of ‘experience’, ‘tactical understanding’, and ‘efficiency’.

The ‘(Standard-)pressure resistance’ criterion cannot be missing from that assessment by any means . The discussed symbiosis between players and fans can reach unprecedented heights at Sclessin, but as already touched upon, the same applies to the pressure. Players must be able to handle that. Also be aware of the difference between ‘grinta’ and ‘winner’s mentality’: grinta is indispensable to win matches (and at Standard to play the right football), with a winner’s mentality you win prizes. That subtle but vital difference leans closely to the following statement to remember. Every player likes to win, but far from every player is willing to do all the necessary to win – time after time.

Few footballers come anywhere near the level of Sergio Conceiçao, let that be clear. Finding affordable players who meet all the criteria is not realistic. The aim should be to cover as many criteria as possible with a player.

And then grinta might occasionally be preferred over quality. Especially if the transfer budget can only be gradually driven up, that is the way to recover. After all, financial stability follows from sportive success.

Of course, this philosophy should also be extended to youth scouting, which by the way requires a much stronger expansion. Let SL16’s relegation not change that focus, quite the contrary.

On the link between youth management and first team management, two more things. Make predictive projections of the development of the biggest talents from the youth academy and take those insights into the transfer policy. And subsequently: never buy players who block the playing opportunities and thus development of an intrinsically better youth product.

• Sportive committee

And thus Standard must be led by a committee that understands, embraces and continually implements the Standard-DNA. A committee, because that task should not rest solely on the shoulders of a sporting director. Assemble a versatile sportive committee, with different profiles and areas of expertise.

For example:
– An experienced sporting director who takes the lead
– An experienced chief scout
– A data analyst
– The head coach
– An ex-Rouche who understands the DNA, with many years on the clock in coaching/scouting/player mentoring/…
– A young ex-Rouche who understands the DNA and already has some experience in one of the subdomains of the sport, such as Paul-Jose Mpoku
– Réginal Goreux for a strong link with the academy (and the qualities of profile six in the list)
– A supporter representative who helps monitor the DNA and also provides a direct line to the fans
– …

Of course, the coach is part of the committee. And of course the committee assists the coach in his function. Not necessarily on a daily basis, but where necessary. The Chinese wall or separation of powers that many expect in this regard, makes no sense. We’re in this together, should be the motto.

FINANCIAL

Throughout the sportive part, the financial picture has come up several times. The interconnectedness between the two aspects is undeniable and the principle, financial stability follows from sportive success, always holds true.

That 777 Partners wanted to make Standard self-sufficient, was by no means a bad plan. Plenty of other clubs prove that does not have to be a utopia. At Standard, all the intrinsic components are there to achieve that.

However, as indicated in the introduction, the so-called stable bar cannot be too low. In other words, as a new owner, you need to give Standard the starting point it deserves. In concrete terms:

• Getting rid of the debts
• Installing a transfer and salary budget that allows the sportive committee to launch the described sportive policy

Standard does not have to have the highest budget in the league right away. Steady growth is fine. As long as progress is visible, and as long as that sportive lever founded on the Standard DNA and the discussed unique symbiosis can come into play. Simply because you can then organically become self-sustaining while being constantly sportively competitive. Moreover, this creates a positive virtuous circle with ever higher market values, revenues and budgets, and ever better performances.

However, always be careful with this and build in a safety margin. A failed transfer mercato, which can always happen, should obviously not cause the house of cards to collapse. Although the combination is absolutely realistic and will become more realistic year on year if the right sportive choices are made, sustainability always comes before success.

---

That concludes this concise sporting-financial plan to get Standard back on track. Does all this sound too simplistic? Or is it just not that difficult and does it simply require a consistent policy? I am leaning towards option two.

I wrap things up with a set of additional requirements or measures, which can be implemented in parallel with the resurgence and show that the work is never done:

• Hey Baby as the permanent goaltune – that must inevitably ensure an increase in goalscoring production
• Transparent communication towards supporters
• Participative socio-system, both financial and substantive
• Victory bonus for supporters
• Repurchase of Stade Maurice Dufrasne
• Enlarged stadium at the SL16 Football Campus
• …

Yours sincerely,
Wout Ectors, fanatic supporter, defender, ideologue, critic-when-necessary and voluntary tactical analyst of R. Standard de Liège