Glenavon FC en FC Erzgebirge Aue haalden vorig jaar en deze zomer hun Europacup-duels in die ze begin jaren ’60 door de Koude Oorlog nooit hadden kunnen spelen. Het bracht ons tot een fijne denkoefening: welke wedstrijden in de geschiedenis van het Belgisch voetbal stonden op de planning, maar werden uiteindelijk nooit gespeeld? DFVF deed een greep uit de ton en laat de verbeelding over een mogelijke inhaalwedstrijd volledig aan u over. Opgelet: we selecteerden enkel wedstrijden die nooit zijn afgetrapt, geen wedstrijden die begonnen zijn maar nooit zijn afgewerkt.

Standard Luik-KVC Westerlo (Jupiler Pro League, 2024)
Op moment van schrijven zit Standard aan dertig play-offwedstrijden op rij zonder zege. Na de 2-1-zege tegen KAA Gent op 8 mei 2021 verloren de Rouches hun vier daaropvolgende wedstrijden in de Europe Play-offs, in de Europe Play-offs van het seizoen 2022/23 sprokkelden de Luikenaars slechts 2 op 18, en ook bij de 5 op 30 en 7 op 30 die in de Europe Play-offs van de seizoenen 2023/24 en 2024/25 werden behaald zaten geen enkele zege.

Zeven draws in tien wedstrijden, da’s straf. Niet zo straf als dertig zegeloze play-offwedstrijden op rij, maar wel straffer dan vijf draws in… negen wedstrijden. Jawel, in de Europe Play-offs van het seizoen 2023/24 kreeg KVC Westerlo een forfaitzege cadeau. Op 10 mei 2024 zette een groep Standard-supporters een blokkade op aan de jeugdacademie van hun geliefkoosde club, waardoor de spelers niet naar Sclessin konden rijden en de spelers van Westerlo vruchteloos op hun tegenspelers stonden te wachten. Zij moesten net als Marco Simonini, die die dag normaal gezien zijn eerste wedstrijd op het hoogste niveau zou fluiten, afdruipen. De blokkade kwam er destijds voornamelijk door de toen nog penibele situatie onder 777 Partners, de inmiddels afgevoerde eigenaars van de tienvoudige landskampioen. De wantoestanden die de Amerikanen verrichten op Sclessin zijn nog een pak erger dan zeventien, achttien of dertig wedstrijden op rij zonder zege…

Club Brugge-Antwerp FC (Supercup 2020)
In maart 2020 werd de wereld op pauze gezet door de coronapandemie, en dus ook de sportcompetities. In de Jupiler Pro League moest er nog één speeldag worden afgewerkt in de reguliere competitie – inclusief alle play-offwedstrijden –, maar die werden nooit ingehaald: Club Brugge werd uitgeroepen tot kampioen van het seizoen 2019/20. De bekerfinale tussen Club Brugge en Antwerp FC, die oorspronkelijk op 22 maart 2020 was gepland, werd op 1 augustus afgewerkt. Door de bekerzege van Antwerp liep Club Brugge een eerste dubbel sinds 1996 mis, én had de bekerfinale in principe ook de affiche van de Supercup moeten zijn. Daar werd in coronatijden evenwel nooit een gaatje voor gevonden.

België-Spanje (oefeninterland, 2015)
Bij de interland België-Spanje denkt Gen Z vast terug aan de debuutwedstrijd van Roberto Martínez als Belgisch bondscoach, uitgerekend tegen zijn vaderland. Eerdere generaties kunnen terugdenken aan de legendarische penaltyreeks op het WK 1986, de wraakzege van de Spanjaarden vier jaar later, de 2-1-zege van België op het EK 1980 of het legendarische interlanddebuut van dertiger Jean-François Gillet op 5 september 2009, die in A Coruña een strafschop van David Villa stopte maar uiteindelijk wel een 5-0 om de oren kreeg.

Ook Sven Kums had zijn debuut kunnen maken tegen Spanje. Toen de toen 27-jarige smaakmaker van KAA Gent in november 2015 door Marc Wilmots werd opgeroepen voor het vriendschappelijke tweeluik tegen Italië en Spanje, stond zijn teller nog op nul A-caps – de EK-kwalificatiewedstrijden tegen Andorra en Israël een maand eerder had hij vanop de bank moeten aanschouwen. Ook tegen Italië, een wedstrijd die de Rode Duivels met 3-1 wonnen, bleef Kums een hele wedstrijd op de bank. Vier dagen later had Kums tegen Spanje in principe een nieuwe kans gehad, maar de wedstrijd werd afgelast vanwege het verhoogde terroristische dreigingsniveau. Op de dag van België-Italië werd Parijs immers getroffen door een reeks aanslagen, waaronder in de buurt van het Stade de France waar Frankrijk en Duitsland op dat moment een oefenwedstrijd tegen elkaar afwerkten.

Salah Abdeslam, een van de Belgische verdachten van de aanslagen, was op maandagavond nog niet opgepakt. Het Crisiscentrum van Binnenlandse Zaken beval daarop de schrapping van de oefeninterland op dinsdag. Een logische beslissing natuurlijk, maar wel een zure voor Kums, die op 13 januari 2016 de Goduen Schoen 2015 won, maar wel nooit meer een oproepingsbrief voor de nationale ploeg ontving. Kums, die na afloop van het voorbije seizoen een punt zette achter zijn profcarrière, blijft zo samen met de in 2021 overleden Lucien Olieslagers de enige Belgische Gouden Schoen-winnaar die geen enkele A-cap behaalde.

KVC Westerlo-Club Brugge (barragewedstrijd Europa League, 2011)
Een (vrij jonge) traditie die wellicht zal verdwijnen na de afschaffing van de play-offs, is de barragewedstrijd tussen de vierde of vijfde van Play-off 1 (of later de Champions’ Play-offs) tegen de winnaar van Play-off 2 (of later de Europe Play-offs). Deze barragewedstrijd kwam in 2024 terug, nadat ze vier jaar eerder van het toneel was verdwenen – noodgedwongen door de coronapandemie in 2020 en de bijbehorende inkrimping van de Champions’ Play-offs tot vier clubs in de drie daaropvolgende seizoenen. Maar kijk, in het seizoen 2023/24 gingen we weer over naar zes clubs in de Champions’ Play-offs, waarop de nummer vijf zich twee seizoenen op rij liet verrassen door de winnaar van de Europe Play-offs (KRC Genk door KAA Gent en Antwerp FC door Sporting Charleroi). Een straffe statistiek, want in de eerste tien seizoenen met play-offs slaagde enkel KRC Genk er, in het allereerste seizoen nota bene, in om als Play-off 2-winnaar een Play-off 1-ploeg te kloppen in de barragewedstrijd. Alsof het zo moest zijn, beet het STVV van Guido Brepoels toen in het zand.

In de zeven andere pre-coronaduels haalde de Play-off 1-ploeg het van de Play-off 2-winnaar. Zeven? Jawel, het is geen rekenfout: in de seizoenen 2010/11 en 2013/14 was er geen finale. In 2014 kroonde toenmalig promovendus KV Oostende zich na een gewonnen strafschoppenreeks tegen KV Kortrijk tot beste ploeg van Play-off 2, waardoor ze normaal gezien een nieuwe derby hadden mogen spelen tegen Zulte Waregem… ware het niet dat de kustclub niet over een licentie beschikte om Europees voetbal te spelen. KVO had aanvankelijk geen Europese licentie gevraagd, mede doordat Frederik Vanderbiest geen Pro Licence-diploma had, maar toen de goede resultaten in Play-off 2 bleven aanhouden probeerde het toenmalige weireldploegsje van Marc Coucke toch nog een licentie vast te krijgen. De UEFA liet de Belgische instanties evenwel weten dat er geen uitzondering gemaakt kon worden, waardoor het op voorhand vaststond dat er geen barragewedstrijden tegen de nummer vier van Play-off 1 zou komen als KV Oostende het zou halen tegen KV Kortrijk. Knap dat de kustclub dan toch nog tot het gaatje is gegaan – Michiel Jonckheere dwong in de blessuretijd verlengingen af tegen de club waarvan hij vandaag de dag hoofdtrainer is en hielp de kustclub mee aan een 7-6-zege in de strafschoppenreeks.

Een ander verhaal was het in het seizoen 2010/11, toen KVC Westerlo de bekerfinale verloor van Standard Luik maar zich vier dagen eerder wel tot winnaar van Play-off 2 kroonde. Weinigen zullen zich het 2-2-gelijkspel tussen Cercle Brugge en Westerlo op 17 mei 2011 herinneren – wat genoeg was voor Westerlo gezien de 3-0-zege in de heenwedstrijd –, want op hetzelfde moment vochten KRC Genk en Standard Luik een duel op leven en dood uit dat bepalend was voor het kampioenschap. Standard was voor aanvang van de do or die-wedstrijd tegen Genk al verzekerd van een ticket voor de Champions League-voorrondes, waardoor Westerlo hoe dan ook zeker was van Europees voetbal. Bij bekerwinst zouden de Kemphanen instromen in de vierde voorronde van de Europa League, bij verlies in de finale zouden twee barragewedstrijden tegen nummer vier Club Brugge bepalen of Jan Ceulemans en zijn jongens een ticket voor de tweede of derde voorronde zouden krijgen.

Zo ver kwam het niet. Een paar uur voor aanvang van de bekerfinale raakte bekend dat er geen play-offwedstrijden zouden komen tussen Westerlo en Club Brugge. De Kempenaars hadden eerder die week al aangegeven daar geen zin te hebben, Club Brugge sloot zich bij dat idee aan. De voetbalbond zag geen graten in een regeling waarbij Westerlo in de tweede voorronde zou starten en Club Brugge in de derde voorronde bij verlies in de finale, of omgekeerd bij een stunt van Westerlo in de finale. Het werd dat laatste. Pour la petite histoire: Westerlo schakelde in de tweede voorronde uiteindelijk TPS Turku uit en leed in de derde voorronde een dubbele nederlaag tegen Young Boys Bern, Club Brugge wurmde zich in de voorrondes dan weer voorbij FK Qarabag en FC Zestafoni richting groepsfase. Akkoord, de barragewedstrijden zouden overbodig geweest zijn… al hadden we Jan Ceulemans, Daniel Chávez en Elrio van Heerden wel graag nog een extra keer bezig gezien tegen hun ex-club.

FC Brussels-KRC Genk (Jupiler League, 2007)
Dat het in het Edmond Machtensstadion nooit lang stil is, is meer dan gewoon een boutade. U herinnert zich ongetwijfeld het incident waarbij toenmalig FC Brussels-voorzitter Johan Vermeersch de racistische opmerkingen jegens zijn Congolese middenvelder Zola Matumona niet schuwde – het ging onder andere over in de boom “bananen eten”. Matumona pikte dat niet en vebrak op 1 november 2007 zijn contract bij FC Brussels. Hoofdsponsor KIA liet de club prompt meteen vallen. Het automerk kwam niet terug, Matumona daarentegen aanvardde wél de excuses van Vermeersch. Op 10 november stond hij alweer aan de aftrap tegen FCV Dender EH, in de daaropvolgende competitiewedstrijd tegen Excelsior Moeskroen – op 1 december, exact een maand na het incident – redde hij in de 85e minuut zelfs een punt voor zijn club door de 1-0 van Adnan Čustović uit te wissen. Alles peis en vree, zowaar.

Een week na de uitwedstrijd in Moeskroen, op 8 december 2007, zakte KRC Genk af naar Sint-Jans-Molenbeek. Sven Verdonck, een toenmalige jeugdinternational die in het seizoen 2007/08 door Genk aan Brussels werd uitgeleend, was een gedroomd figuur om in de weekendkrant naar voren te schuiven, zeker omwille van zijn getroubleerde relatie met toenmalig Brussels-trainer Albert Cartier. Het hele verhaal gaan we u besparen, maar de slotzin in het artikel van Het Laatste Nieuws willen we u niet onthouden. Ik hoop dat deze donkere periode, letterlijk en figuurlijk, snel voorbij is, werd Verdonck daar geciteerd.

Het is goed dat we er een bewijs van hebben dat die zin op zaterdagochtend al zo gedrukt stond, of we hadden het niet geloofd, maar op zaterdagavond boekte KRC Genk een 0-5-forfaitzege… omdat Brussels de stadionverlichting niet aan de praat kreeg. Het licht floepte tijdens de opwarming een paar keer terug aan, maar viel even vaak terug uit. Als er overmacht in het spel is wordt de wedstrijd dan normaal op een andere datum gespeeld, maar de zwartepiet werd zodanig doorgeschoven – de Molenbekenaars pareerden de woorden van Sibelga, dat verklaarde dat de club al twee jaar zijn rekeningen niet meer had betaald – dat FC Brussels niet kon bewijzen dat het geen schuld trof. Later die maand was het Sportcomité van de KBVB onverbiddelijk: Genk won de wedstrijd met 0-5. Op Valentijnsdag 2008 werd die uitspraak in beroep bevestigd.

KV Mechelen-RSC Anderlecht (Supercup 1989)
De rivaliteit tussen KV Mechelen en RSC Anderlecht eind jaren ’80 is een boeiend hoofdstuk uit de vaderlandse voetbalgeschiedenis, niet in het minst door de onderlinge confrontatie in de Europacup II 1988/89, waarin de Brusselaars het onderspit moesten delven. Dat KV Mechelen in de tweede helft van de jaren ’90 de rol heeft moeten lossen, kwam mede door een gebrek aan financiële slagkracht. RSC Anderlecht maakte daar gretig gebruik van: na Graeme Rutjes in 1990 maakten ook Bruno Versavel, Marc Emmers en Philippe Albert de rechtstreekse overstap van Mechelen naar Anderlecht.

De vier voornoemde heren maakten later deel uit van het team van Johan Boskamp dat drie keer op rij kampioen werd met paars-wit – al miste Albert, die in 1994 een transfer naar Newcastle United versierde, weliswaar de landstitel in 1995. U begrijpt: een extra confrontatie tussen KV Mechelen en Anderlecht in 1989 zou mooi geweest zijn, en bovendien een mooie kans om de trofeeënkast van Malinwa nóg harder te doen blinken. Naast de Europacup II 1987/88 prijkt er daarin immers een Europese Supercup… maar geen nationale. Twee jaar nadat Anderlecht in twee wedstrijden de maat nam van de Mechelaars – de bekerzege in 1987 die een ticket voor de Beker voor Bekerwinnaars opleverde, weet u wel –, werd er geen compromis gevonden voor een datum om editie 1989 af te werken. Doodzonde.

Derry City-RSC Anderlecht (Europacup I, 1965)
“Jef, doe eens iets”. Het commentaar van Rik De Saedeleer vlak voor de goal van Anderlecht-icoon Jef Jurion tegen Real Madrid in 1962 is haast even legendarisch als de goal zelf. Anderlecht won met 1-0 van de Spaanse grootmacht en werd zo de eerste niet-Spaanse club die de Koninklijke vóór een finale uitschakelde in Europacup I-verband – FC Barcelona deed het in editie 1960/61, Benfica klopte Di Stéfano en co in de finale van 1962. Paars-wit schakelde in de volgende ronde CDNA Sofia uit en sneuvelde uiteindelijk tegen Dundee FC.

Dundee, dat klinkt haast als Derry. Derry City kruiste in het seizoen 1965/66 het pad van de Brusselaars in de Europacup I. Anderlecht, dat in de voorronde de maat had genomen van Fenerbahçe, maakte de trip naar Noord-Ierland schier overbodig door thuis met 9-0 te winnen. Jef Jurion opende na vijf minuten de score, en toen was het hek van de dam: Paul Van Himst en Wilfried Puis scoorden elk tweemaal, Jan Mulder was zelfs goed voor een hattrick. De laatste goal kwam van Jacky Stockman, bijgenaamd Zorro. Eddie Mahon, de onfortuinlijke doelman van Derry City, beriep zich wel op het feit dat de Noord-Ieren – Derry City maakte pas later de switch naar de Ierse voetbalbond – die dag op noppen speelde op het met sneeuw bedekte terrein van Anderlecht, en niet met spikes zoals hun tegenstanders. “Elke keer als Anderlecht aanviel, viel er een doelpunt. Al onze verdedigers vielen toen ze probeerden te draaien”, tekende de Derry Journal later op.

Dat de terugwedstrijd effectief nooit heeft plaatsgevonden, komt niet omdat de 9-0 niet meer op te halen viel. Als het van de Noord-Ieren had afgehangen, had de wedstrijd in het Emile Verséstadion zelfs nooit plaatsgevonden! De herrie begon lang voor de heenwedstrijd, toen de Noord-Ierse voetbalbond zich ernstig zorgen maakte over de staat van het veld van het Brandywell Stadium. In de voorrondes had Derry City er weliswaar de Noorse kampioen SFK Lyn Oslo partij gegeven, maar dat was kennelijk niet van harte gebeurd. “Dit is het soort terrein waar we als kleine jongens op speelden, maar het is geen terrein voor seniorenvoetbal”, zou teamsecretaris Per Torgersen volgens de Derry Journal hebben verklaard. Het veld met abnormale afhelling mocht dan wel zijn goedgekeurd voor de wedstrijd tegen Lyn Oslo, voor de wedstrijd tegen Anderlecht was Harry Cavan – de latere vicevoorzitter van de FIFA, maar toen nog gewoon voorzitter van de Noord-Ierse voetbalbond – duidelijk: die zou elders plaatsvinden.

Derry City wilde van geen uitwijken weten, en dat had volgens Anderlecht zelfs niet per se gehoeven. “In alle eerlijkheid heeft Anderlecht nog nooit op zo’n slecht veld gespeeld als dit. Het is geen goed veld, maar we zouden er niet over hebben geklaagd”, verklaarde Eugène Steppé, toenmalig secretaris-generaal van de club, destijds. Met een algemeen forfait zou paars-wit dan weer niet akkoord zijn gegaan: toen een maand voor de heenwedstrijd geruchten opdoken dat Derry algemeen forfait zou geven voor de dubbele confrontatie, counterde Anderlecht dat met een potentiële schadeclaim van twee miljoen Belgische frank. Begin november gáf Derry ook algemeen forfait, waarop Steppé hoogstpersoonlijk naar Londonderry trok. De wedstrijd in Belfast laten plaatsvinden was uitgesloten, maar vlak voor zijn terugkeer naar België kreeg Steppé de deur wel op een kier voor een potentiële uitwijk naar Coloraine, op zo’n vijftig kilometer van Londonderry. Vlak vooraleer Steppé op het vliegtuig naar huis stapte, stelde de secretaris van Derry hem gerust: “Maak u geen zorgen meer, de zaken komen voor elkaar”. Op dat moment hadden vier van de twaalf bestuursleden reeds hun mondelinge akkoord gegeven.

Er werd uiteindelijk een compromis gesloten: Derry City zou naar Belgiê afreizen voor de heenwedstrijd, waardoor Anderlecht geen inkomstenverlies zou leiden, en vervolgens zouden de Noord-Ieren de stekker eruit trekken. Zo gezegd, zo gedaan. Tijdens het banket naar aanleiding van de wedstrijd beloofde Anderlecht-voorzitter Albert Roosens zowaar dat Anderlecht in augustus of september 1966 een vriendschappelijke wedstrijd zou komen spelen in Londonderry… Daar hebben we tijdens een eerste check in de kranten van 1966 niets van teruggevonden. Dat jaar nam Anderlecht het in de kwartfinale van de Europacup I wel op tegen Real Madrid, dat op 11 mei 1966 in het Heizelstadion voor de zesde Europacup I won, de laatste in het zwart-wittijdperk. Barcelona-fans zullen allicht een glimlach niet kunnen onderdrukken wanneer ze zich de troepen van Miguel Muñoz inbeelden die hun tanden stukbijten op die afhelling in Londonderry.