Heel wat clubs wachten nagelbijtend de uitspraak in de zaak Propere Handen af. Ook Tubeke hoort daarbij. Het kan zich bij een straf van KV Mechelen en Waasland-Beveren mogelijk een tweede seizoen op rij redden in 1B. Daré Nibombe, beloftentrainer van Tubeke, zou het alvast niet erg vinden. De Togolese WK-ganger, die vijf seizoenen bij RAEC Bergen speelde, en met FC Timișoara op een haar na de Champions League miste, hoopt met zijn werk bij te dragen tot de identiteitsontwikkeling van de club. Een gesprek over de toekomst van de enige profclub in Waals-Brabant, die desondanks dat gegeven amper tot de verbeelding lijkt te spreken in de streek.
Tubeke is afgelopen seizoen gedegradeerd naar de eerste amateurklasse. Hoe heeft u dat seizoen beleefd als beloftentrainer?
“Het was een complex seizoen. Ons doel aan het begin van het seizoen was om het behoud te verzekeren, gezien we ons vorig jaar slechts administratief konden redden na het faillissement van Lierse. Iedereen hier hoopte beter te doen dan vorig seizoen, maar dat is niet gelukt. Met alle mogelijke spijt van dien.”
Is er vorige zomer geen alarmbelletje afgegaan toen jullie sportief laatste eindigden?
“Natuurlijk wel. Uit de gebreken van toen zijn lessen getrokken. Helaas bevonden we ons dit seizoen desondanks opnieuw aan de verkeerde kant van het klassement. De staf en het bestuur moeten nu alles in het werk stellen om een nieuwe start te realiseren in 1B, mochten we van de rechtbank die kans krijgen.”
Houdt de club er echt rekening mee dat het door de Propere Handen-zaak alsnog in 1B kan blijven?
“In afwachting van wat de KBVB beslist in deze zaak, bereiden wij ons voor om klaar te staan in eender welke reeks de voetbalbond ons indeelt voor volgend seizoen, of dat nu 1B is of Eerste klasse amateurs. Ik geloof zelfs dat de club gecommuniceerd heeft dat we met beide scenario’s rekening houden in onze voorbereiding op het nieuwe seizoen.”
Dat is toch zeer lastig voor de aanwerving van nieuwe spelers, niet?
“Absoluut, vooral in de zin dat we niet weten in welke richting we ons moeten oriënteren om een adequate rekrutering uit te voeren die past bij onze toekomstige reeks. Dat is zeer vervelend, want wij zullen sowieso ingehaald worden door de tijd in de seizoensvoorbereiding. Ach, we zijn natuurlijk niet de enige ploeg die zich in deze situatie bevindt. Laten we hopen dat er snel uitsluitsel komt in deze zaak.”

U bent nu twee seizoenen aan de slag bij Tubeke. Zal de club, indien het effectief naar Eerste klasse amateurs degradeert, in de toekomst meer beroep moeten doen op spelers uit uw beloftenkern?
“Ik ben niet helemaal op de hoogte gebracht van de transferpolitiek van deze zomer, maar als er in de eerste ploeg nood is aan vers bloed, wordt er zeker gekeken wie van de beloftenploeg de overstap kan maken. Dat is niet alleen een goede zaak voor onze jeugdacademie en voor de spelers in kwestie, maar ook voor de identiteit van onze club. Zoals u vast weet, had Tubeke vorig seizoen naast het laagste budget immers ook het laagste toeschouwersgemiddelde in 1B. Jongens uit de eigen jeugd lanceren kan misschien helpen om dat toeschouwersaantal volgend seizoen op te krikken, ongeacht in welke reeks we zullen uitkomen.”
Misschien wel. Al dient wel gezegd dat de jeugdproducten vaak niet echt jongens van de streek zijn. Is het volgens u een voordeel of een nadeel dat Tubeke de enige Waals-Brabantse profclub is?
“Over dat van de toeschouwersaantallen: daar kan ik je het antwoord niet op geven. In die twee jaar dat ik hier nu zit heb ik het stadion nooit vol gezien. Ik denk dat veel mensen zich de vraag stellen waarom Tubeke zo weinig mensen op de been brengt, maar dat niemand het antwoord kent.” (lacht)
“Maar wat betreft de rekrutering van jeugdspelers: wij kijken daarvoor natuurlijk verder dan Waals-Brabant. Als gevolg van de internationalisering van het voetbal hebben wij ook enkele buitenlanders in onze beloftenkern. Ja, ook Zuid-Koreanen.” (Tubeke is sinds 2014 in handen van de Zuid-Koreaanse sportmarketinggroep Sportizen, nvdr).
Lopen die Zuid-Koreaanse jongens hier niet te hard verloren?
“Wel, ik kan u verzekeren dat het niet simpel was voor hen om hier te belanden. Ze moesten zich niet alleen aanpassen aan het leven in Europa, maar ook aan het niveau – dat ligt hier toch wat hoger dan in hun thuisland. Ik heb al aardig wat Zuid-Koreanen in mijn kern gehad, die ik dan moet klaarstomen voor mocht hoofdtrainer Christian Bracconi hen nodig hebben in het eerste elftal. Jae-gun Lee, een jonge rechtsbuiten, heeft in het seizoenseinde bijvoorbeeld serieus zijn neus aan het venster gestoken. De progressiemarge van onze Zuid-Koreaanse spelers is lineair, maar progressief.”
Ze komen hier dus niet zomaar een stage lopen.
“Zeker niet. Ik denk dat het juiste evenwicht stilaan gevonden is voor onze Zuid-Koreanen. Het zou kunnen dat er volgend seizoen nog een paar doorsijpelen naar het eerste elftal, dat hangt af van hoe snel ze geïntegreerd raken in het Europese voetbal. Lee ontwikkelde zich wat sneller dan de rest en kreeg zo sneller zijn kans van mijn collega Bracconi.”
Hoe verloopt die samenwerking met hoofdtrainer Bracconi eigenlijk?
“Prima! Christian is een trainer die zich openstelt voor zijn staff. Bij zijn komst in oktober vorig jaar heb ik de beloften zelfs even verlaten om voltijds zijn assistent te zijn bij de A-kern. In die periode, en nu nog, heb ik erg veel geleerd van hem. Want hoewel we afgelopen seizoen gedegradeerd zijn, heeft hij hier mooi voetbal op de mat gelegd. Jammer dat de resultaten niet navenant waren…”
“Als beloftentrainer voel ik me erg gewaardeerd door hem. Hij volgt mijn werk heel nauwgezet op, tot zelfs de voorbereiding van mijn beloftenwedstrijden. Dat naast Jae-gun Lee ook Brahime Kaba en Louis Delhaye op het einde van het seizoen hun kansen hebben gekregen in het eerste elftal, is de vrucht van onze goede samenwerking. Niet ik, niet hij, maar wij sámen hebben die jongeren in de kijker gebracht.”

We hebben het gehad over de Waals-Brabantse en Zuid-Koreaanse inbreng in deze club. Hoe zit het met de Togolese inbreng? Stel dat u in uw geboorteland een talent opspoort, vertrouwt het Tubeekse bestuur dan blind op u?
“Het bestuur houdt sowieso rekening met mijn mening bij de aanwerving van jeugdspelers. Als een jongere hier een test komt afleggen, maken we samen de afweging of de speler in kwestie beter is dan wat we op die positie hebben rondlopen. Het is op basis daarvan dat wij onze beslissing maken. Uiteraard komen hier geregeld jongeren testen, maar die komen dan van pakweg Lokeren of Eupen. Als ze niet voldoen, kunnen we simpelweg zeggen “sorry, het gaat niet door” en dan is de kous af. Om een speler uit Afrika laat overkomen voor een test moet je zaken regelen zoals de vlucht, het visum, het logement… Als je die gok waagt, moet je er echt rotsvast van overtuigd zijn dat de speler in kwestie zal slagen. Zelfs nog vóór je zijn dossier aan het bestuur gaat voorleggen.”
En als uw ex-collega-international Adekanmi Olufade (ex-Lokeren, -Charleroi en -AA Gent) u nu eens zou helpen? Hij heeft een voetbalacademie in Togo.
“Dat klopt. Hij is inmiddels ook begonnen aan een trainerscarrière in de Togolese hoogste klasse, maar hij heeft ook nog steeds zijn voetbalacademie. Als hij me zou tippen wanneer hij daar een uitzonderlijk talent heeft rondlopen, kan ik altijd een dossier opstarten en daarmee naar het bestuur stappen om te evalueren of het de gok waard is om hem te laten overvliegen. Als ik daarmee jonge landgenoten aan een carrière in Europa kan helpen, waarom niet?”
Ze zouden alvast aan uw lippen hangen. Net als Olufade nam u met Togo immers deel aan het WK 2006, de enige WK-deelname ooit van het land. U speelde in de groepsfase tegen het Frankrijk van Zinédine Zidane. Stellen uw jeugdspelers u soms vragen over uw spelerscarrière?
“Ik praat daar eigenlijk niet zo graag over. Ik plaats mezelf niet graag in het middelpunt van de belangstelling, het gaat om mijn spelers. Maar uiteraard put ik geregeld uit mijn ervaringen als speler, en dat WK was natuurlijk hét hoogtepunt van mijn carrière. Op sommige trainingsmomenten kom ik er dus op terug, als de gelegenheid zich voordoet. En ik merk dan wel steeds dat wat ik hen vertel zich daadwerkelijk vertaalt op het veld. Maar uit mezelf ga ik over mijn spelerscarrière geen anekdotes beginnen rondstrooien.”
Ziet u uzelf op termijn T1 worden?
“Dat is uiteindelijk wel mijn ambitie, ja. Ik wil echter geen stappen overslaan. Je moet geleidelijk aan voor jezelf ontdekken tot waar je mogelijkheden reiken en welke wegen je eventueel kunt opgaan. Ik heb nu mijn trainersopleiding bijna afgerond en ik voel dat ik het potentieel heb om op termijn door te groeien. Maar momenteel haal ik nog steeds volop voldoening uit mijn beloften. Ik geniet van de wisselwerking: zij leren veel van mij, en aan hun ontwikkelingen observeer ik dagelijks wat ik goed en slecht doe als trainer.”
Ik zou het bijna nog vergeten vragen: hoe is het seizoen van de Tubeekse beloften verlopen?
“Qua resultaten niet zo denderend: we zijn zevende op acht ploegen geëindigd. Maar kijk, wat ik onthoud is dat drie van onze spelers zijn doorgestroomd naar het eerste elftal. Ik denk dat we ons beter daarop focussen dan op de resultaten.”
