Met Union Sint-Gillis, Antwerp FC, Zulte Waregem en KV Mechelen staan in het seizoen 2022/23 voor het eerst sinds 2015/16 nog eens vier oud-winnaars in de halve finale van de Beker van België. De ene club heeft al wat meer ervaring met halve finales dan de andere.

De club die het minst aantal halve finales op zijn palmares heeft staan, is logischerwijs de jongste club van de vier: Zulte Waregem. De fusieclub, die in 2001 boven het doopvont werd gehouden, trad vier keer aan in de halve finale. De eerste keer in het seizoen 2005/06, toen Essevee ook zijn debuut maakte in Eerste klasse. Nadat het Club Brugge, Verbroedering Geel en KVC Westerlo uitschakelde, kwam de club in de halve finale tegen Standard Luik uit. Essevee won de heenwedstrijd met 1-2 en verloor thuis met 0-1, waardoor ze op basis van uitdoelpunten merci Nathan D’Haemers en Tony Sergeant naar het Koning Boudewijnstadion mochten. Op 13 mei 2006 won Zulte Waregem daar met 2-1 van Excelsior Moeskroen, waardoor de eerste bekerzege een feit was.

In het seizoen 2013/14 raakte Zulte Waregem via VW Hamme, Sporting Charleroi en Cercle Brugge naar de halve finale, waar KAA Gent wachtte. In twee wedstrijden werd er slechts één keer gescoord merci, Marvin Pourié –, waardoor Zulte Waregem doorstroomde naar de finale. Daarin was KSC Lokeren te sterk.

Drie seizoenen later klom Essevee via Cappellen FC, AS Verbroedering Geel en STVV naar de halve finale, waar KAS Eupen wachtte. De Panda’s slaagden er niet in om hun eerste keer in de halve finale te verzilveren met een finaleplaats. Voor de doelpunten moeten we ditmaal Sander Coopman (1-0 in het Regenboogstadion) en het duo Brian Hamalainen-Luca Marrone (0-2 Am Kehrweg) bedanken. Coopman was trouwens ook een van de drie doelpuntenmakers in de finale tegen KV Oostende, die op 3-3 eindigde en uiteindelijk na strafschoppen gewonnen werd door Zulte Waregem.

De eerste keer dat een plaatsje in de halve finale geen finale opleverde, was in het seizoen 2019/20. Na KFC Duffel, STVV en Sporting Charleroi was Club Brugge aan de beurt in de halve finale. In de heenwedstrijd leek Mats Rits voor een 1-0-zege te gaan zorgen, maar op het uur profiteerde Saido Berahino van een blunder van Simon Mignolet. Ook in de terugwedstrijd wiste Essevee een doelpunt van Club Brugge uit (ditmaal deden Brandon Mechele en Dimitri Oberlin de netten trillen), maar in de 87e minuut maakte Charles De Ketelaere een einde aan het perfecte rapport van de fusieclub.

Van de jongste club gaan we naar de oudste: Antwerp FC. Stamnummer 1 verdeelde zijn halve finales netjes in tweeën: vier keer was Antwerp succesvol in de halve finale, vier keer ging de club onderuit.

De Beker van België werd in het seizoen 1953/54 van onder het stof gehaald na een pauze van zo’n twintig jaar. In de editie 1953/54 werd Antwerp in de vijfde ronde uitgeschakeld door vierdeklasser Mol Sport, maar in het seizoen daarop won Antwerp wel het toernooi. In de halve finale schakelde het… Mol Sport uit. In het seizoen 1955/56 kwam Antwerp in de halve finale opnieuw een lageredivisieclub tegen, maar ditmaal liep het niet goed af: tweedeklasser RCS Verviétois won met 1-2 en plaatste zich voor de finale. Daarin haalde een andere tweedeklasser, RRC Tournaisien, het met 2-1 van de Luikenaars.

De volgende twee deelnames aan de halve finale waren eveneens in twee opeenvolgende bekercampagnes. We spoelen even verder naar 1973/74, wanneer Antwerp in de 1/32e finale… RCS Verviétois uitschakelt. Daarna gaan KV Mechelen, RWDM en Beerschot voor de bijl. Voor de halve finale kwam tweedeklasser KSK Tongeren uit de koker. In De Motten opende Jos Daerden in de elfde minuut de score voor Tongeren. Dat dat het enige Tongerse doelpunt bleef, had Antwerp volledig te danken aan een sterk spelende Jean Trappeniers. Antwerp scoorde ook eenmaal: Ove Eklund hing in de 62e minuut de bordjes weer gelijk. Karl Kodat raakte namens Antwerp nog de paal en de deklat. Verlengingen leverden niets op, waardoor er een replay nodig was. Daarin scoorde Gilbert Luts het enige doelpunt van de wedstrijd, waardoor niet Antwerp maar Tongeren naar de finale mocht.

In het seizoen 1974/75 had The Great Old meer geluk in de halve finale. Via Eendracht Zele, Berchem Sport, Club Luik en Standard Luik kwam het in de halve finale uit tegen RWDM, dat dat seizoen landskampioen werd. Een doelpunt van de Deen Flemming Lund in de 40e minuut volstond voor de kwalificatie voor de finale. RWDM eindigde de wedstrijd met negen man, nadat er met Odilon Polleunis en Johan Boskamp een ex- en een toekomstige winnaar van de Gouden Schoen rood kregen. In de finale tegen RSC Anderlecht trok Antwerp aan het kortste eind: het werd 1-0 dankzij een goal van André De Nul.

Tussen de twee volgende deelnames aan de halve finale zit tien jaar. In 1981/82 vormden Eendracht Gerhees Oostham, KAA Gent, KRC Harelbeke en… KSK Tongeren geen probleem, maar KSV Waregem bleek een oninneembare burcht. In 1991/92 kwamen na KSV Mol – alweer Mol! – ook Union Sint-Gillis, KVK Tienen en Lommel SK op het pad van de Antwerpenaars. De heenwedstrijd van de halve finale tegen KAA Gent leverde geen winnaar op: Nico Claesen opende de score in het Jules Ottenstadion, Eric Viscaal hing de bordjes in de tweede helft gelijk voor de thuisploeg. Op de Bosuil zorgde Alex Czerniatynski voor een 1-0-overwinning, waarna Antwerp het tegen KV Mechelen mocht opnemen. Antwerp haalde het na strafschoppen en won zo zijn tweede Beker van België.

Antwerp bleef echter niet feilloos in de jaren ’90: in 1995/96 startte Antwerp de bekercampagne met een 1-3-zege – weliswaar na verlengingen – tegen… KV Mechelen, daarna gingen ook Germinal Ekeren en KSV Waregem voor de bijl. In de halve finale volgde een spektakelstuk tegen Cercle Brugge: na de 0-3-nederlaag in de heenwedstrijd leek het een verloren zaak voor Antwerp, maar drie weken later leek Antwerp het onmogelijke te gaan doen: dankzij twee goals van Ganiyu Owolabi en een van Cvijan Milošević was alles plots weer te herdoen. In de verlengingen werd Cercle Brugge plots wakker: dankzij treffers van Christophe Lauwers, Gabor Torma en Björn Renty was het plots 3-3. In plaats van Club Brugge-Antwerp kregen we dus een Brugse derby in de finale.

Club Brugge-Antwerp was natuurlijk wel de finale van de editie 2019/20. Het was de finale die door de coronapandemie pas op 1 augustus werd gespeeld, de finale waarin Ivan Leko een schitterende entree maakte als Antwerp-trainer, de finale waarin Lior Refaelov zijn ex-club nekte… En dat allemaal nadat de club KSC Lokeren, KRC Genk en Standard Luik uitschakelde. En niet te vergeten KV Kortrijk: in de heenwedstrijd van de halve finale was het nog 1-1, maar wie anders dan Lior Refaelov scoorde in de terugwedstrijd het enige doelpunt van de wedstrijd.

De ploeg uit het huidige reeksje halvefinalisten die het vaakst een halve finale speelde, is KV Mechelen, namelijk tien keer. De Kakkers brachten dat zes keer tot een goed einde. De eerste keer in het seizoen 1966/67: nadat het in de 1/32e finale Cappellen FC uitschakelde, pakte het vervolgens de scalp van KFC Diest, Club Brugge, Daring CB en RSC Anderlecht. Achter De Kazerne werden Paul Van Himst en co met 2-0 verslagen na goals van Kamiel Van Damme en Félix Van Bulck. De volledige G3 verslaan zat er dat seizoen niet in, want in de finale haalde Standard Luik het met 3-1, weliswaar pas na verlengingen.

In de jaren ’80 was KV Mechelen vaak op post. In het seizoen 1985/86 was het bekeravontuur van Malinwa al bijna in de 1/32e finale afgelopen, maar uiteindelijk raakte de club na verlengingen voorbij derdeklasser Diegem Sport. Na het Wase duo Beveren-Lokeren ging ook Beerschot voor de bijl. In de halve finale leek ook Club Brugge eraan te moeten geloven, maar op 26 april 1986 liep geel-zwart een bekerkater van jewelste op: de 3-1-zege uit de heenwedstrijd werd overklast door een 3-0-zege van Club Brugge op Olympia: Jan Ceulemans opende in de eerste helft de score, Jean-Pierre Papin deed in de tweede helft de rest. De bekerfinale op 3 mei 1986 was bijgevolg een Brugse derby.

In 1986/87 raakte KV Mechelen in de 1/32e finale makkelijker voorbij zijn derdeklasser: tegen Lommel SK werd het 2-0. Deze keer was het in de 1/16e finale dat er verlengingen nodig waren, maar dat was geen probleem voor Ronny Martens: de ex-Rode Duivel, die nooit een A-cap behaalde maar wel geselecteerd werd voor het EK 1980, zorgde er met zijn doelpunt voor dat KV Mechelen geen penaltyreeks nodig had tegen Antwerp. In de twee daaropvolgende rondes, tegen Seraing en Beveren, spaarde KV Mechelen zijn krachten: na een geel-zwarte zege thuis bleef het op verplaatsing telkens 0-0. In de halve finale tegen KFC Winterslag was het omgekeerd: na een zuinige 0-1-zege in Limburg wonnen de jongens van Aad de Mos thuis met 3-0. De finale tegen Club Luik werd een kopie van de eerste halve finalewedstrijd – en een voorloper van de Europese finale tegen Ajax een jaar later -, namelijk een zege met één doelpunt verschil én met Piet den Boer aan het kanon.

Alsof KV Mechelen het in het seizoen 1987/88 nog niet druk genoeg had met zijn Europese campagne, deden de jongens van Aad de Mos er nog een succesvolle campagne in de Beker van België bij. Ex-eersteklassers KFC Turnhout en Berchem Sport legde de vicelandskampioen niets in de weg, net als eersteklassers Club Brugge en KSK Beveren. Het was pas in de halve finale dat regerend landskampioen RSC Anderlecht stokken in de wielen stak: KV Mechelen won de heenwedstrijd nog wel met 2-1, maar in het Astridpark won paars-wit met 3-1. Ach, die hadden dat seizoen geen Europese finale meer voor de boeg natuurlijk.

Driemaal is scheepsrecht, maar KV Mechelen was in de tweede helft van jaren ’80 zo speciaal dat niemand nog opkeek van een vierde halve finale op rij. Werd vierdeklasser FC Poederlee in de 1/32e finale nog met 11-0 ingeblikt, dan verspilde Malinwa in de ronde daarop heel wat minder krachten: tegen tweedeklasser Eendracht Aalst werd het ‘slechts’ 0-1. In de 1/8e finale verloor KV Mechelen dan weer zijn heenwedstrijd tegen Boom FC met 1-0. Dan doen we het thuis wel, dachten de Manenblussers: thuis werd het 6-0, met dank aan een vierklapper van John Bosman. Ook tegen derdeklasser Zwarte Leeuw verliep het aanvankelijk niet van een leien dakje: op het Lisp bleef het 1-1. KV Mechelen temde de leeuw pas in de terugwedstrijd: Achter de Kazerne werd het 5-0. In de halve finale wachtte opnieuw Anderlecht, en ook dit seizoen trok Anderlecht aan het langste eind: na een 2-0-nederlaag in het Astridpark herpakte KV Mechelen zich met een 3-1-zege thuis, maar dat was niet genoeg. Voor het tweede seizoen op rij kreeg de Beker van België een Clásico tussen Anderlecht en Standard als finale. De ‘troostprijs’ van KV Mechelen dat seizoen was de vierde landstitel uit de clubgeschiedenis.

Na een jaar afwezigheid – KV Mechelen sneuvelde in het seizoen 1989/90 in de 1/8e finale tegen KSC Lokeren – stond Malinwa in het seizoen 1990/91 opnieuw bij de laatste vier. Bij de laatste twee zelfs, want na Kampenhout SK, KTH Diest, KSK Tongeren en Antwerp FC ging in de halve finale ook… KSC Lokeren voor de bijl. Na een 1-3-zege op Daknam volstond een 1-1-gelijkspel in eigen huis. De uitschakeling in het seizoen daarvoor was gewroken, maar Club Brugge verslaan in de finale was nog een ander paar mouwen. Bruno Versavel prikte in het Heizelstadion nog wel tegen na de 2-0-voorsprong van Club Brugge, maar in de 90e minuut legde Jan Ceulemans vanop de strafschopstip de vijfde eindzege van Club Brugge vast.

KV Mechelen leek de smaak weer te pakken te hebben, want in het seizoen 1991/92 stond KV Mechelen opnieuw bij de laatste vier daar konden RCS Brainois, Olympic Charleroi, Club Luik en KSK Beveren niets aan veranderen. In de halve finale leek ex-KV Mechelen-speler Marc Wilmots roet in de Mechelse bekerdromen te strooien door het openingsdoelpunt van Joël Bartholomeeussen uit te wissen, maar dat was buiten de terugwedstrijd gerekend: KV Mechelen won met 0-2 na doelpunten van Philippe Albert en Zlatko Arambašić en stond voor het tweede seizoen op rij in de finale. Het werd een legendarische finale tegen Antwerp FC, met dank aan de ellenlange strafschoppenserie en Antwerp-doelman Ratko Svilar, die de 21e penalty voorbij Michel Preud’homme trapte en vervolgens nummer 22 van Lei Clijsters te stoppen.

Drie degradaties en een vereffening later stond KV Mechelen in het seizoen 2008/09 voor het eerst sinds lang nog eens in de halve finale. Het pad liep toen via Excelsior Veldwezelt, RSC Anderlecht en KV Kortrijk. In de halve finale wachtte Cercle Brugge, dat in het seizoen daarvoor de seizoensrevelatie was onder trainer Glen De Boeck. De ex-Rode Duivel, die van 1992 tot 1995 bij KV Mechelen voetbalde, won de heenwedstrijd met 2-1. In de terugwedstrijd won KV Mechelen met dezelfde score, waardoor er strafschoppen nodig waren. Tony Sergeant faalde als enige, waardoor het KV Mechelen was dat naar het Koning Boudewijnstadion mocht. Daar werden de jongens van trainer Peter Maes genekt door Marvin Ogunjimi, die namens KRC Genk twee keer scoorde tegen zijn ex-club.

KV Mechelen leek de smaak weer te pakken te hebben, want in het seizoen 2009/10 stroomde de club opnieuw door naar de halve finale: Spouwen-Mopertingen, Sporting Charleroi en KVC Westerlo werden een voor een geklopt. De laatste dubbele confrontatie draaide ditmaal echter uit in een teleurstelling: thuis kon KV Mechelen de Buffalo’s van Michel Preud’homme nog op een 2-2-gelijkspel houden, maar in het Jules Ottenstadion werd het 1-0 na een doelpunt van Elimane Coulibaly. Bij winst had KV Mechelen in het Koning Boudewijnstadion tegenover… Cercle Brugge gestaan.

Tussen de negende en de tiende halve finale van KV Mechelen zat opnieuw een degradatie. Dat maakte het volledige parcours er evenwel alleen maar legendarischer op, want voor het eerst sinds RRC Tournaisien in 1956 won er een tweedeklasser de Beker van België. Royal Albert Quévy-Mons, Antwerp FC, KSC Lokeren en KV Kortrijk zijn allemaal al uitgeschakeld wanneer KV Mechelen op 23 januari 2019 aan zijn halve finale tegen… tweedeklasser Union Sint-Gillis begint. De heenwedstrijd eindigt op 0-0, waardoor alles beslist dient te worden in het Joseph Mariënstadion. Igor De Camargo en Clément Tainmont bezorgen Malinwa een delirium, het eigen doelpunt van Laurent Lemoine in de slotfase kan de pret niet eens bederven. Op 1 mei 2019 maakt KV Mechelen de klus helemaal af door in de finale KAA Gent te verslaan met 1-2.

Tot slot halen we ook de halve finales van Union Sint-Gillis van onder het stof. Onder het stof, jawel, want voor de meeste halve finales met Union moeten we terugspoelen naar vóór de Tweede Wereldoorlog. We draaien zelfs terug tot voor de Éerste Wereldoorlog, want Union sprak al tijdens de eerste edities van de Beker van België een aardig woordje mee. In de eerste editie, die in 1912 gewonnen werd door Racing Club de Bruxelles, werd Union nog in de 1/8e finale uitgeschakeld door tweedeklasser CS Verviétois, maar in 1913 en 1914 werd Union eindwinnaar. Op 25 mei 1913, de dag dat Pol Deman de allereerste Ronde van Vlaanderen won, blikte Union titelhouder Racing Club de Bruxelles met 6-0 in, waarna de Brusselaars in de finale met 3-2 wonnen van Cercle Sportif Brugeois – de toenmalige naam van het huidige Cercle Brugge. Op 10 mei 1914 plaatste Union zich voor het tweede jaar op rij voor de finale na een 5-1-zege tegen de Antwerpse provincialer Sint-Ignatius Sporting Club Anvers, die in 1933 opging in fusieclub Racing Club Borgerhout, die op zijn beurt opging in Tubantia Borgerhout. Op 17 mei 1914 versloeg Union opnieuw een Brugse club in de finale, ditmaal FC Brugeois – Club Brugge dus.

Na de editie 1913/14 verdween de Beker van België van het toneel, pas in 1926/27 werd het toerrnooi heropgevist. RCS Brugeois, in 1913 nog verliezend finalist, won op 22 mei 1927 de finale. Een week eerder had het in de halve finale… Union Sint-Gillis met 6-1 ingeblikt. Groen-zwart werd dat jaar ook landskampioen, waardoor het als tweede Belgische club de dubbel veroverde. De eerste die daarin geslaagd was, was… Union, dat in 1913 naast zijn eerste Beker van België ook zijn zevende landstitel had veroverd.

In het seizoen 1968/69 behoort Union allang niet meer tot de Belgische voetbaltop: de elfvoudige landskampioen is dan al drie keer naar het tweede niveau getuimeld. In 1968 zijn de Unionisten na drie jaar terug op het hoogste niveau – de volgende keer duurde het langer –, en dat viert de club met een mooie bekercampagne: na lageredivisieclubs KFC Turnhout en VV Overpelt-Fabriek krijgt Union in de 1/8e finale stadsgenoot Daring CB over de vloer. Jacques Teugels veegt de vloer aan met de vijfvoudige landskampioen: 3-0 wordt het, met dank aan een hattrick van de latere speler van Racing White en RWDM. Teugels scoort in de kwartfinale ook het beslissende doelpunt tegen STVV, waar Union met 1-2 gaat winnen. In de halve finale toont Union zich een taai beestje: thuis blijft het 0-0 tegen Lierse SK, waardoor er een replay nodig is. In het Herman Vanderpoortenstadion is Lierse evenwel ongenadig: het wordt 4-0, met dank aan André De Nul en Swat Janssens die elk tweemaal aan het kanon staan. Geen derde finale dus voor Union, dat pas in 1967 werd voorbijgestoken door Standard Luik als recordwinnaar van de Beker van België.

Voor het vervolg spoelen we weer enkele decennia verder. Vooraleer Union de Belgische voetbalharten veroverde door in 2021 zijn langverwachte terugkeer naar Eerste klasse te vieren en het jaar daarop ei zo na kampioen te worden, was er de spetterende bekercampagne in 2018/19. Nadat de jongens van Luka Elsner in de vijfde ronde de jongens van KSC City Pirates aan hun degen regen, ontbond Youssoufou Niakaté zijn duivels tegen de buren van Anderlecht: 0-3 werd het in het Astridpark. In de achtste finale werd Standard-killer Knokke RC met frigobox en al weer naar de kust gestuurd, waarna in de kwartfinale met strafschoppen were gewonnen van de latere kampioen KRC Genk. Hoe Union het er in de halve finale vanaf bracht, leest u in het laatste hoofdstuk van KV Mechelen.

Advertentie