Toen Union Sint-Gillis in juni 2021 oefende tegen RAEC Mons, de geestelijke opvolger van de gelijknamige ter ziele gegane ex-eersteklasser, trok een taalspelletje mijn aandacht. Na afloop van de wedstrijd, die op 2-6 eindigde in het voordeel van de latere vicelandskampioen Union, stond er immers een ‘Cordaro’ en een ‘Cordero’ op het scorebord. Cordaro, dat was Alessandro Cordaro, die met RAEC Mons, Sporting Charleroi, KV Mechelen en Zulte Waregem in de Jupiler Pro League speelde en in 2020 op z’n 34e terugkeerde naar het Stade Charles Tondreau. Cordero, dat was dan weer Julen Cordero, testspeler bij Union en de zoon van Víctor Cordero, clublegende van Deportivo Saprissa. In december 2005 stond hij op het WK voor clubs als centrale verdediger tegenover het spitsenduo Peter Crouch-Djibril Cissé. Liverpool haalde het toen met 0-3 – dankzij twee goals van Crouch en één van Steven Gerrard –, maar verloor in de finale met 1-0 van São Paulo. Cordero maakte een verdienstelijke indruk, want na zijn goal tegen Union volgden ook twee goals tegen Tempo Overijse. Toch werd hij uiteindelijk geen Union-speler.

Stond tegen RAEC Mons ook op het veld in het shirt van Union: Ryan Safari. De aanvaller viel tijdens de rust in voor Deniz Undav, die in de eerste helft de 0-2 had gescoord. De tiener hoefde echter niet te treuren, want Felice Mazzù liet met Christian Burgess, Ismaël Kandouss, Guillaume François en Senne Lynen nog enkele andere ‘grote namen’ invallen tijdens de rust. Die ‘grote namen’ mocht een klein jaar later overigens vervangen worden door ‘vicelandskampioenen’. Safari hoorde daar niet bij, want onder Mazzù werd hij in geen enkele officiële wedstrijd opgenomen in de wedstrijdselectie.

In het seizoen 2022/23 begon Safari met Vanzeir-achtige cijfers: net als de huidige speler van New York Red Bulls vorig seizoen scoorde hij in zijn dertien eerste competitiewedstrijden negenmaal. Safari deed dat weliswaar in de Tweede divisie voor het beloftenelftal van Union. UR Namur, RUS Rebecq: tegen allebei deze traditieclubs wist hij op de eerste twee competitiespeeldagen te scoren. Safari spreidde zijn goals netjes, enkel in de derby tegen FC Ganshoren stond hij tweemaal aan het kanon.

Een kleine week na de terugwedstrijd tegen Ganshoren, die Union –23 met 3-0 verloor, maakte Safari zijn opwachting bij Lierse Kempenzonen. Daar viel een groot gat op te vullen: topschutter Leonardo Miramar Rocha was immers naar Polen vertrokken. De Lierenaars trokken enkele dagen later weliswaar ook nog een spits met profervaring aan in de persoon van Aske Sampers, maar het spreekt toch spreekt toch vertrouwen uit.

Dat vertrouwen meende Safari niet beschaamd te hebben na zijn eerste basisplaats, thuis tegen RWDM op de derde laatste speeldag van de reguliere competitie. “Persoonlijk denk ik dat ik het goed heb gedaan. Op collectief vlak heeft de snelle tegentreffer ons natuurlijk pijn gedaan. Maar zoals je wel hebt kunnen zien: wij hebben RWDM niet losgelaten tot aan de 90e minuut”, liet Safari na de wedstrijd aan DFVF optekenen.

Safari slaagde er niet in om zijn kunstje van tegen Ganshoren – twee keer scoren tegen een Brusselse club – over te doen. Over zijn niet-scoren zal hij misschien even getobd hebben, maar over het feit dat het tegen een Brusselse club was zal hij zijn slaap niet hebben gelaten. “Spelen tegen een Brusselse ploeg is voor mij niet per se specialer dan tegen een andere club. Ik begin sowieso tegen elke club met dezelfde ingesteldheid aan een wedstrijd: ik focus me voor honderd procent en ik geef me volledig”, aldus Safari, die zo meteen een antwoord gaf op de volgende vraag, namelijk of hij een Brusselaar of hij een Henegouwer is – dat was door de alternatie tussen Brusselse en Henegouwse clubs in zijn jeugdparcours niet helemaal duidelijk.

“Een Henegouwer. Ik ben van La Louvière. Daar ben ik ooit nog een jong welpje geweest”, verwijst Safari naar de bijnaam van UR La Louvière Centre. “Daarna speelde ik ook nog voor RSC Anderlecht, Sporting Charleroi en Union Sint-Gillis. Het is pas wanneer we het navragen dat Safari zich herinnert dat hij ook nog het shirt van… RAEC Mons heeft gedragen. Kijk eens aan.

Een ronde cirkel gaan we evenwel niet tekenen. Een steile pijl lijkt meer op zijn plaats, als verwijzing naar de grote passen die Safari in het voorbije halfjaar al gezet heeft. “Zoals men wel eens zegt: het kan snel gaan in het voetbal. Zowel naar boven als naar beneden”, illustreerde Safari het zelf na zijn wedstrijd tegen RWDM. “In mijn geval was het een snelle opmars naar boven. Mij hoor je niet klagen. Maar het is nu wel aan mij om hard te werken, zodat ik op dit niveau kan blijven acteren”.

“Er is ontegensprekelijk een niveauverschil tussen Eerste klasse B en de Tweede divisie. Gelukkig had ik bij Union wel al eens gesnuffeld aan de eerste ploeg, en dat was natuurlijk ook al een verschil. Dat hielp toch al wat. Maar goed, ik integreer me hier vrij snel”.

Advertentie