Het was weer een spektakelmatch op een ouderwetse voetbalavond tussen KV Mechelen en RSC Anderlecht. Na een doelpuntenkermis van zeven stuks ging Anderlecht verdiend met de overwinning lopen: 3-4. De neutrale supporter ging met een glimlach naar huis, de fanatieke Maneblusser met een frustrerend gelaat. Het was niet alleen een teleurstelling op sportief vlak, maar op de tribunes was die teleurstelling even groot.

Een week voor deze belangrijke wedstrijd keek ik al uit naar een prachtige voetbalavond. Op een vrijdagavond moet je wel stipt een planning maken om op tijd naar het stadion te komen. Het was dan ook full house, dus je moet echt de grote drukte voor zijn om een goed plaatsje in de staantribune te bemachtigen. Abonnement gescand, van kop tot teen gefouilleerd en meteen naar de tribune. Daar komt die eerste frustratie al: een camera net voor onze geprefereerde plaats. Tja, iedereen kijkt naar deze wedstrijd, dus willen ze alle hoeken van het veld goed in beeld hebben. Dan maar een rijtje hoger staan.

De wedstrijd begint met een vurige sfeer vanuit alle tribunes van het stadion. Dit had ik nog niet veel meegemaakt in Mechelen en het leek er dus op een echte ouderwetse voetbalavond te worden. Dan valt de 0-1, 0-2. Daarna nog snel de aansluitingstreffer van Mechelen en er was terug wat hoop, maar als snel weggeveegd met een 1-3. Dan was het gedaan, dachten velen. Dat hoorde je ook, want het was stil. Muisstil. We proberen samen met een paar mannen voor ons het omringende publiek aan te sporen om mee te zingen, maar het was te laat. De 1-4 hing al tegen de touwen en Lardot floot voor de rust. 1-4 bij de rust. Zo’n blamage had ik nog nooit meegemaakt.

Tijdens de rust bracht KV Mechelen nog wat commerciële promotie op het veld. Eerst wat cheerleaders, nog nooit gezien op KV, en dan een voetbalspel van een onlinecasino. Dit moest ik niet zien en ik ging zitten op de staantribune, wat wel ironisch klinkt. Benen rondom mij terwijl ik even op Facebook keek. “KV Mechelen al dood bij ruststand”, zie ik op m’n nieuwsoverzicht passeren. Op zo’n moment wil je geen voetbalfan meer zijn. Ik kijk naar een vriend die naast me staat en zeg: “Deze staantribune zit wel goed, ik hoef dat commerciële toneel echt niet te zien.”

De tweede helft begint met een tactische wissel van Ferrera: een extra middenvelder, met name El Messaoudi. Het probleem genaamd Hanni was meteen opgelost. Hanni speelde alsof hij nog voor ons speelde. Hij kreeg veel te veel ruimte en gaf passes aan iedereen die erom vroeg. Na de 0-2 had er eigenlijk al ingegrepen moeten worden. Ik ben al blij dat we geen doelpunt hebben meer hebben geslikt en verrassend genoeg zelf nog twee maakten. Om eerlijk te zijn, Anderlecht stopte met voetballen. Hein was gaan zitten en alles was onder controle. Het publiek was nog steeds even stil. Een sprankeltje hoop nadat Bandé in de 91ste minuut nog een goal maakte, maar de Anderlechtspelers trokken tijd alsof tijd een eindeloos begrip is. Fluitconcerten op het einde van de match was het luidste dat ik die avond heb gehoord.

Na de match zaten we op de tribune nog wat na te praten over wat we gezien hebben, maar meer over wat we niet gehoord hebben: sfeer. “Wat een toeristenpubliek vandaag”, zegt m’n gesprekspartner. Het was echt verschrikkelijk. Vooral het moment dat 20 supporters probeerden een lied te starten, wat normaal wel genoeg is, en de rest van de tribune geen krimp vertoonde. Het viel gewoon allemaal stil. Na een verlies kreeg ik meestal nog voldoening van een leuke sfeer die er hing, maar nu is de teleurstelling dubbel zo groot.

Advertentie