Gezamenlijke jeugdopleiding in Limburg verdient een kans

Deze maand wordt door de besturen van Roda JC Kerkrade, Fortuna Sittard, MVV Maastricht en VVV-Venlo gesproken over het vormen van één gezamenlijke jeugdopleiding. Dat werd bekend gemaakt tijdens een in januari door Dagblad de Limburger georganiseerde debatavond over het Limburgse voetbal. Er zal een concreet plan opgesteld worden waarbij het mogelijk wordt gemaakt dat de beste talenten van de vier clubs met elkaar gaan spelen en trainen. Een plan dat alleen maar steun verdient, zeker gelet op de erbarmelijke staat van het Limburgse voetbal. Veel supporters zullen daar allicht anders over denken en de ontwikkelingen met argusogen volgen.

Zodra er in Limburg gesproken wordt over samenwerking tussen één of meerdere betaald voetbalclubs, barst steevast een storm van kritiek los. Meestal geënt op de angst voor een fusie. Het woord fusie alleen al werkt als een rode lap op een stier bij de Limburgse voetbalsupporter. Meer dan eens werd er in het verleden in de meest zuidelijke provincie van Nederland geprobeerd een fusie tot stand te brengen. Al die pogingen liepen steeds op niets uit. Niet op de laatste plaats vanwege de felle protesten van die hard fans van de betrokken clubs. Het Sporting Limburg debâcle, een plan om te komen tot een fusie tussen Roda JC en Fortuna Sittard, was in 2009 de laatste poging. Aangestuurd vanuit de politiek werd getracht te komen tot één grote, sterke club in Limburg. Door allerlei “kenners” werd een plan gepresenteerd dat achteraf voornamelijk gebaseerd bleek op gebakken lucht. Op allerlei vage toezeggingen uit het bedrijfsleven en een kapitaalinjectie van circa acht miljoen euro van de provincie Limburg. Die injectie kwam er niet, waarna de stekker uit het fusieplan werd getrokken.

Fusieplannen komen doorgaans niet voort uit luxe. Al jaren worstelen de vier Limburgse ploegen namelijk in de marge van het betaalde voetbal. Een incidentele uitschieter daargelaten, draaien Fortuna Sittard en MVV Maastricht al meer dan tien seizoenen anoniem mee in de Jupiler League. Roda JC vecht al jaren tegen degradatie en VVV-Venlo zwerft afwisselend tussen de ere- en eerste divisie.

Zesentwintig jaar geleden (in het seizoen 1991/92) speelden voor het laatst alle vier de Limburgse ploegen samen in de Eredivisie. Het waren andere tijden, dat is een feit. Het was de tijd dat er in elk team nog echte Limburgers in het veld stonden. Mannen uit de stad of streek, die wisten wat het publiek wilde. Mannen die de topclubs niet zelden met angst en beven deden afzakken naar het Zuiden.

Tijden zijn veranderd en de status van het Limburgse voetbal ook. Fortuna Sittard acteert momenteel voor het zestiende seizoen op rij in de eerste divisie, MVV zelfs al voor het zeventiende jaar. Beide clubs ontsnapten, net als buurman Roda JC, al meerdere malen op Houdini-achtige wijze aan een faillissement. Ook VVV-Venlo bleef niet gevrijwaard van geldproblemen. Geld, of beter het gebrek daar aan, is al jaren een leidend issue bij de vier betaald voetbalclubs in Limburg.

“FC Limburg is (veruit) het slechtste en meest onrealistische idee dat ik ooit in het voetbal heb gehoord. Wat uiteraard niet inhoudt dat samenwerking tussen de jeugdopleidingen, vooral in de jongere leeftijdsgroepen, niet mogelijk is” – Fortuna-eigenaar Isitan Gün op Twitter

Het lag dan ook voor de hand dat men ooit de krachten zou gaan bundelen. Niet door middel van een fusie, want dat is inmiddels een gepasseerd station. Elke club heeft haar eigen identiteit en dat moet gekoesterd worden. Gestimuleerd door een subsidie van vier ton van de provincie Limburg, verstrekt op basis van de door de vier clubs verrichte maatschappelijk activiteiten, wordt er nu dus wel gesproken over een samenwerking op het gebied van de jeugdopleiding.

Het bundelen van kennis en kunde op het gebied van talentontwikkeling is bittere noodzaak. Het jeugdvoetbal in Limburg verkeert in een crisis. Neem de oudste jeugdteams (de U19) van de vier Limburgse BVO’s: geen van deze teams speelt op het hoogste niveau. Roda en VVV spelen in de eerste divisie. De teams van MVV en Fortuna spelen zelfs in de tweede divisie, waar zij het opnemen tegen louter amateurclubs! Fortuna beschikt niets een over een eigen trainingscomplex voor de jeugd en MVV bijvoorbeeld heeft al jaren geen beloftenteam.

“Toen de DSM Topacademie werd opgezet waren mensen bang dat het een ‘FC Limburg’ zou worden. Dat was tóen niet het geval en nú ook niet. De beste talenten krijgen alleen maar een hoger niveau als je ze van elkaar laat leren.” – MVV-trainer Fuat Usta tegen Dagblad De Limburger

Een volledige integratie van de jeugdopleidingen gaat er niet komen, althans als we Fortuna-eigenaar Isitan Gün, die zich hierover uitliet tegenover weekblad Voetbal International, mogen geloven. Het ligt voor de hand dat de clubs weer een samenwerking op poten gaan zetten, die vergelijkbaar is met de DSM Topacademie die in 2007 werd opgericht. Een project dat toen, na drie jaar, alweer ter ziele ging.

Nu wordt er dus een nieuwe poging ondernomen. Zonder daar al te veel ruchtbaarheid aan te geven, zijn de vier BVO’s overigens al begonnen met het intensiveren van de contacten. Voor de winterstop kwamen de beste spelers van verschillende leeftijdscategorieën al twee keer bij elkaar voor een gezamenlijke training, een lunch en een presentatie. Na de winterstop zijn er nog twee bijeenkomsten gepland.

De clubs lijken deze basis verder te willen ontwikkelen en daarover wordt deze maand verder gepraat. Dat de clubs dit niet uit luxe doen, moge duidelijk zijn. Een logische beslissing ook. Limburg is een klein gebied. Alle clubs vissen in dezelfde vijver. Een vijver die de laatste jaren ook nog eens gedeeld moet worden met bijvoorbeeld scouts van PSV, KRC Genk en zelfs Duitse clubs.

Waarom dan niet inderdaad de krachten bundelen, in plaats van elkaar kapot te concurreren? Laat de beste talenten wekelijks met elkaar trainen en spelen. Vergroot de concurrentie en laat de spelertjes hun krachten meten met leeftijdsgenoten van de drie topclubs Ajax, PSV of Feyenoord. Of profiteer van de Euregionale ligging van Limburg en regel wedstrijdjes tegen de jeugd van Standard Luik, KRC Genk, FC Köln of Borussia Mönchengladbach.

Als de ratio het nu eindelijk eens wint van de emotie, hoeft het allemaal niet zo moeilijk te zijn. Maak goede en concrete afspraken, zodat niet de ene club een speler grotendeels opleidt en een hoger geklasseerde club vervolgens gratis met diezelfde speler gaat lopen. Wil de hoger geklasseerde club een speler van de “kleinere” club, laat daar dan een vergoeding -in geld of anderszins- tegenover staan. Iets soortgelijks zal bijvoorbeeld ook zijn afgesproken tussen MVV en Racing Genk. Deze clubs werken al enige tijd samen op het gebied van de jeugd. Zo krijgen de Maastrichtenaren bijna elk jaar een aantal eerste elftalspelers op uitleenbasis van de Belgische ploeg en anderzijds maakt onder meer het voormalige Maastrichtse toptalent Elvis Mehanovic tegenwoordig deel uit van het beloftenteam van Genk.

“We moeten een structuur opzetten waarin onze toptalenten zich maximaal kunnen ontwikkelen” – VVV-voorzitter Hai Berden tegen Dagblad de Limburger

Hoe de plannen er ook uit gaan zien, het initiatief verdient een eerlijke kans en verdient het niet om meteen afgeschoten te worden met onderbuik-kreten als “Samenwerken met de aartsvijand? Nooit!” of “de zoveelste fusiepoging”. Een fusie komt er niet, dat heeft het verleden wel uitgewezen. Daar zijn ook al genoeg stokjes voor gestoken. Kijk bijvoorbeeld naar het “gouden aandeel” van de supporters bij Fortuna Sittard. Ook de politiek zal zich niet snel meer aan deze materie willen branden, na de Sporting Limburg affaire. Geef de clubs een kans het niveau van de jeugdopleiding naar een hoger niveau te tillen. Zodat er meer jongens uit de eigen regio doorstromen naar het eerste elftal. Zodat Roda bijvoorbeeld straks weer met spelers op het veld staat die weten wat er wordt bedoeld met koempelmentaliteit en zodat de spelers in Venlo meteen weten wat er wordt bedoeld als men wil dat de “joeksmobiel” van stal wordt gehaald.