Suleyman Kerimov en Sadik Dik hadden allebei een droom: hun clubs tot een succesvolle grootmacht maken en vaste bespelers van de Champions League. Geld werd over de balk gesmeten en Europees voetbal werd behaald. Desalniettemin is geld geen garantie voor succes, zoals in Manchester en Parijs wel bewezen wordt. Dit seizoen degradeerden Anzhi Makhachkala uit Rusland en Osmanlispor uit Turkije uit de hoogste divisies, Europese avonturen rijker, maar illusies armer.

Anzhi Makhachkala
In de winter van 2011 kocht de Russische miljardair Suleyman Kerimov de Russische club FC Anzhi Makhachkala, gelegen in de altijd onrustige deelstaat Dagestan. Kerimov had de droom om Anzhi te ontwikkelen tot dé succesvolle club van Rusland van deze tijd. Een kleine 200 miljoen euro was hij van plan te investeren, met daarnaast de wens om een multifunctioneel UEFA-vijfsterrenstadion uit de grond te stampen met plaats voor 40.000 toeschouwers. Zijn eerste transfer was het binnenhalen van voormalig Real Madrid-speler Roberto Carlos, die een miljoenencontract tekende in Zuid-Rusland. Het begin van zijn droom werd werkelijkheid en in 2011 kwamen ook nog Diego Tardelli (ex-PSV, €5.000.000 van Corinthians), Mbark Boussouffa (€8.000.000 van Anderlecht) & Jucilei (€10.000.000 van Corinthians).

In de zomer van 2011 werd het Anzhi-imperium nog verder uitgebreid. De Kameroense topspits Samuel Eto’o werd voor maar liefst 27 miljoen euro overgenomen van Internazionale Milano, daarnaast streek hij een jaarsalaris op van een kleine €20.000.000 (!). Ook Yuri Zhirkov, destijds nog Russisch international, kwam naar Dagestan voor €15.000.000 van Chelsea. Daarnaast winkelde Kerimov ook nog in de Benelux, waar hij Balász Dzsudzsák (€15.000.000 van PSV) en Mehdi Carcela (€5.700.000) van Standard Luik haalden.

Tegelijkertijd werd Guus Hiddink trainer van Anzhi, waarna hij nog de miljoenentransfers van Willian (€35.000.000 van Shakthar Donetsk), Lacina Traoré (€18.000.000 van Kuban Krasnodar), Alexandr Kokorin (€19.000.000 van Dinamo Moskou) en Igor Denisov (€15.000.000 van Zenit St.-Petersburg) verwezenlijkte.

Aanvankelijk had Hiddink succes met Anzhi. Zo eindigde de Nederlandse oefenmeester in 2012 vijfde en in 2013 derde met Zhelto-zelyonye (de groen-gele) en haalde het dus Europees voetbal. In het seizoen 2012/2013 behaalde Anzhi na drie kwalificatierondes het hoofdtoernooi van de Europa League. In de kwalificatieronde rekende het af met de Nederlandse ploegen Vitesse en AZ. In een groep met Liverpool, Udinese en Young Boys Bern wist het tweede te worden, waarna Hannover 96 werd verslagen, alvorens het onderspit te delven tegen Newcastle United. Het seizoen erop, 2013/2014, was Anzhi direct geplaatst voor de groepsfase Europa League en werd het weer tweede in een groep met Tottenham Hotspur, Sheriff Tiraspol en Tromso  IL, waarna het KRC Genk versloeg, maar zich de meerdere in AZ moest kennen.

In datzelfde laatste Europese seizoen besloot Kerimov het budget te verkleinen, waardoor al zijn aanwinsten als ‘warme broodjes’ over de toonbank vlogen. Bijvoorbeeld Kokorin en Denisov, die pas diezelfde zomer gekomen waren, werden weer verkocht aan andere Russische ploegen. Kokorin moest zelfs nog zijn debuut maken voor Anzhi. Ook Guus Hiddink vertrok, aangezien Kerimov de dure salarissen niet meer kon ophoesten. Ondanks het relatief sterke Europese seizoen eindigde de Dagestani als 16de, waardoor het degradeerde naar de eerste divisie in Rusland. Na een seizoen in de eerste divisie promoveerde het weer naar de Russische eredivisie, maar echt grote hoogtes bereikte de club niet meer. Zo werden ze slechts twaalfde, veertiende en dit seizoen zestiende, waarna ze er in de promotie-/degradatie-play-offs uitvlogen tegen FC Yenisey Krasnoyarsk. Van de droom van Kerimov is dus niks meer terecht gekomen, hij is zelfs niet meer de eigenaar en het stadion van 40.000 toeschouwers is nooit gebouwd. Tot de dag van vandaag verblijven de spelers van Anzhi op een resort buiten Moskou, aangezien de politieke situatie in Dagestan niet ‘gezond’ is. Alleen voor hun thuiswedstrijden komen de spelers dus in hun ‘eigenlijke’ stad.

Osmanlispor
Sadik Dik, de voorzitter van de Turkse club uit de hoofdstad Ankara, had een grote Ottomaanse droom. In 2014 veranderde hij de naam van Ankaraspor naar Osmanlispor, nadat hij vond dat in de Turkse hoofdstad dé voetbalclub van Turkije moest komen, die de Ottomaanse-geest liet doen verspreiden. Dik wordt ervan beschuldigd dat hij zijn droom dusdanig doordramt, dat hij een fanbase probeert op te bouwen na aanleiding van het betalen van supporters om naar de wedstrijden van Osmanlispor te gaan. Dit zit namelijk zo, nadat Ankaraspor van naam veranderde, keerde de ‘trouwe’ supporters zich tegen de waanzinnige gedachtegang van de voorzitter en keerden de club de rug toe naar Ankaragucu. Dit betekende dat Osmanlispor weinig tot geen fans had, waardoor er iets verzonnen moest worden. De naamsverandering leek ook een politieke actie, namelijk door te kiezen voor de AKP-beweging, die de Turkse eenheid en geschiedenis probeerde te promoten. Ploegen als Bursaspor en Basaksehir, de ploeg van president Erdogan, promoten dit ook. Deze politieke omslag zorgde dus ook bij ontevredenheid van de supporters. Desalniettemin probeerde Osmanlispor zich te manifesteren als de club van Turkije, die de strijd aan moest gaan met Galatasaray, Fenerbahce en Besiktas. Dik zorgde er voor dat er een nieuw stadion kwam, de 06 Arena, waarin 20.000 mensen plaats kunnen nemen.

Na de verplichte degradatie en naamsverandering wist Osmanlispor te promoveren in 2015, waarna zij direct vijfde in de Süper Lig werden. Een resultaat dat goed genoeg was om voor het eerst kwalificatie voor de Europa League af te dwingen. In de kwalificatierondes werd er afgerekend met Zimbru Chisinau, Nömme Kalju en FC Midtjylland, waarna ze eerste werden in een poule met Villarreal, FC Zürich en FCSB. Ondanks dat er weinig werd geïnvesteerd qua miljoenen, loofde Dik wel hoge salarissen uit. Dat resulteerde in de komst van onder meer Pierre Webó, Raul Rusescu, Artur Moraes, Gabriel Torje en Adam Maher (huur van PSV). De grootse plannen strandde al heel snel, omdat bleek dat Osmanlispor niet al te veel kon investeren. De kwaliteit van de selectie ging met de seizoenen drastisch omlaag en dit seizoen zijn ze dus ook gedegradeerd naar de eerste divisie. Sadik Dik zit nog altijd als voorzitter in Ankara, maar heeft zijn ideeën van een ‘grote Turkse club’ even in de ijskast moeten zetten.