Woensdag 17 oktober. Na de obligatoire interlandbreak zat Just nog vóór het krieken van de dag in zijn veilige haven: de supporterskamer. Op de achtergrond zong de radio stilletjes Losing my religion van R.E.M. Niet meteen een vrolijk nummer, maar het voelde wel juist aan. Als kersverse fan van Royal Excel Moeskroen zat hij nu eenmaal in de hoek waar de klappen vallen. Een hoek die hij dankzij zijn lieftallige eega al vaker had verkend.   

Le Canonnier was nog niet zo gek lang geleden de gezellige, spektakelvolle thuishaven van de Mpenza’s, de Zewlakow’s, Pieroni , Jestrovic en andere oude gloriën van Excelsior Moeskroen. Maar eind 2009 kwam een cashloos eind aan het Henegouwse sprookje en werd l’Excel ten grave gedragen. Het stamnummer 216, RRC Péruwelz, zag wel graten in een kerkhof en nam haar intrek in de kleine voetbaltempel. De club voelde zich meteen thuis en veranderde haar naam achtereenvolgens in Moeskroen-Péruwelz (2010) en het huidige Royal Excel Moeskroen (2016).

De voorbereiding: troosteloze statistieken

Sinds haar terugkeer in de hoogste klasse in 2014, zijn de hoogdagen van het nieuwe Moeskroen op enkele vingers te tellen. En zo werd strijden tegen de degradatie al vlug een extra sport waarin les Hurlus moesten leren excelleren. Just voelde een kleine darmdepressie naderen bij het bekijken van de rangschikking, want ook dit seizoen leek geen uitzondering op de regel te worden. De bende van Bernd Storck wist amper vier puntjes te sprokkelen tijdens de eerste 10 speeldagen en prijkte op de 16de stek, de minst coole van alle stekken.

Nog frappanter dan de puntenoogst, was het aantal gemaakte goals: enkel Sambú, Pierrot, Mohamed en Godeau kregen het leren ding dit seizoen al een keertje tegen de netten getrapt. Goed voor een doelpunt om de 2 en een halve wedstrijd, niet meteen een statistiek om een feestje op te bouwen. De tegenstander van dienst was dan ook nog eens Standard, dat op de vorige speeldag nog vakkundig de landskampioen had gefileerd. De mondhoeken van Just krulden neerwaarts tot onder zijn half geschoren kinnebak.

Matchday: een sterk ongelukje op het toetsenbord

De eerste helft had weinig om het lijf. En dat was goed nieuws voor de thuisploeg. De inspiratieloze prestatie van de bezoekers gaf de Moeskroense burger moed. Les Hurlus slaagden erin om Carcela en co hoog op te vangen en er af en toe gevaarlijk uit te komen via de bedrijvige Selim Amallah en Frantzdy Pierrot, de man van wie de voornaam op een ongelukje op het toetsenbord lijkt. Ongelukje of niet, de sterke Pierrot bezorgde de verdediging van Standard een lastige vooravond.

In een moeilijkere tweede helft moest l’Excel vechten voor wat het waard was, en tot stijgende verrukking van Just bleek dat heel wat meer te zijn dan wat hij vooraf had durven hopen. De Henegouwse voetbaltrots moest nu wel enkele kansen toestaan, maar kwam er ook zelf nog een paar keer gevat uit. De wedstrijd eindigde uiteindelijk in een scoreloos gelijkspel. Billijk. Opnieuw geen doelpunten dus, maar wel een stevige boost voor het zelfvertrouwen op le Canonnier.

De cooling down: David gooide geen erwtje

De volgende dagen ontwaakte Just op de tonen van R.E.M.’s Shiny Happy People. Hij was het zonnetje in huis. Moeskroen had nog maar eens bewezen dat, hoe weinig steentjes hij ook maar op zak heeft, David altijd en overal in staat is om Goliath uit te schakelen met een welgemikte worp. Of die waan hield Just zichzelf toch eventjes voor terwijl hij maandagmiddag een erwtje tegen het voorhoofd van Marijke mikte aan de keukentafel. Soms moet David ook gewoon beter weten.

In ieder geval hadden les Hurlus met hun hoopgevende prestatie voor een referentiepunt gezorgd. En dat was een belangrijke eerste stap, niet in het minst omdat de Henegouwers op de volgende speeldag een bezoekje brengen aan Zulte Waregem, het zieke kindje van Francky Dury. Als trainer Storck er nu ook nog in slaagt om de stekker van de doelpuntenmachine in het juiste stopcontact te steken, is het voor Moeskroen zeker nog niet the end of the world as we know it!

Advertentie