Tegenwoordig gaan de supporters van Standard met meer vertrouwen naar een ontmoeting met een topclub dan naar een wedstrijd tegen een laagvlieger. De oorzaak daarvan is simpel: de Rouches passen zich steevast aan aan de tegenstander. 

Als je de troepen van Michel Preud’homme ziet schitteren tegen topclubs, denk je dat ze elke op papier eenvoudige wedstrijd gemakkelijk naar zich toe kunnen trekken. De spelers van Standard kunnen een verschroeiend tempo op de mat leggen, zowel in balbezit als in balverlies, waardoor het opbouwsysteem van ‘MPH’ volledig tot zijn recht komt en de tegenpartij amper of niet in de wedstrijd kan komen. De belangrijke vereiste voor een goed Standard is dan ook dat tempo. Maar het elftal kan het vooralsnog niet opbrengen om ook tegen de teams in de onderste regionen van het klassement op hoog niveau te voetballen. Meer nog, de spelers passen zich altijd aan aan de jongens die ze in de ogen kijken.

De wedstrijd tegen Zulte Waregem zit nog vers in het geheugen en ondanks het feit dat er nog genoeg (lees: veel te veel) andere voorbeelden waren dit seizoen, passen we bovenstaande stelling toe op die partij. De thuisploeg koos uiteraard voor een countertactiek. Niemand kan ontkennen dat de verdediging erg laag opgesteld stond en dat de ruimtes tussen de linies zo klein mogelijk werden gehouden. Als topclub moet je daarmee omgaan. Standard moet het hebben van explosiviteit (Cimirot, Bastien, Djenepo, Lestienne, Fai, Cavanda, Carcela) en een snelle, verzorgde opbouw (Laifis, Marin, Cimirot, Cavanda, Djenepo, Lestienne…). Zonder te versnellen en op een tempo te gaan spelen dat de tegenstander niet aankan, wordt het ontzettend lastig om kansen te creëren. Je mag de bal achteraan rondspelen om zo van flank te veranderen, maar als je dat traag doet, kantelt de goed georganiseerde tegenstander naar de andere kant en is er weer geen ruimte om de naar binnen komende flankspelers, het handelsmerk van Preud’homme, aan te spelen en de aanval op gang te krijgen. Dan krijg je het deksel uiteindelijk keihard op de neus, en zo geschiedde: tweemaal onnodig balverlies en een snelle counter waren genoeg om drie treffers om de oren te krijgen.

Standard speelde dit seizoen al meermaals 0-0 gelijk, nog een bewijs van het kameleongedrag. Enerzijds is dat aanpassen aan het niveau en tempo van de tegenstander een groot probleem, aangezien de Rouches in de Jupiler Pro League meestal met de kwalitatief sterkste ploeg aan de aftrap komen en bijgevolg vaak onder hun niveau presteren. Anderzijds is het feit dat Standard zowat elke ploeg aankan een erg hoopgevend gegeven voor de Luikse fans. Elke wedstrijd kan gewonnen worden (op matchen als Sevilla-uit na), elke wedstrijd kan potentieel (!) op hoog niveau gepresteerd worden. Standard is op het maximum van zijn kunnen een schitterend voetballende ploeg, die een tegenstander – zeker met de hulp van Sclessin – volledig weg kan blazen, maar de instelling om zulke topprestaties af te leveren, mag niet zo vaak ontbreken. Standard is goed genoeg in topwedstrijden om met gemiddelde resultaten tegen teams uit de subtop en het rechterrijtje bovenin mee te draaien. Het potentieel is enorm, nu is het aan de spelers om de hoge verwachtingen volledig in te lossen.

Advertentie