In de rubriek ‘vergane glorie’ licht DFVF een ‘vergane’ ploeg uit Nederland of België uit. In deze aflevering aandacht voor FC Amsterdam. De “tweede club van de hoofdstad” bestond slechts tien jaar, maar was in de korte periode van zijn bestaan behoorlijk spraakmakend. FC Amsterdam stond bekend als een “verzameling vrijdenkers en vrijbuiters, die op zijn tijd ook nog eens heel goed voetbal liet zien, soms zelfs beter dan de stadgenoot Ajax”. FC Amsterdam ontstond in 1972 uit een fusie tussen de Amsterdamse clubs Blauw-Wit en DWS. Later trad ook De Volewijckers toe tot de fusieclub. De club speelde eerst zes seizoenen in de Eredivisie en zakte vervolgens af naar het tweede plan. In 1982 werd de club alweer opgeheven.
Dingeman Stoop, Dé voor intimi, was begin zeventiger jaren behalve succesvol ondernemer (hij was directeur van liftenfabriek Starlift) ook voorzitter van eredivisieclub DWS uit Amsterdam. Ajax was in die jaren succesvol in Europa en trok alle aandacht naar zich toe in de hoofdstad. Stoop wilde daarom een sterke tegenhanger oprichten. Zijn club DWS fuseerde daarom in juni 1972 met het eveneens Amsterdamse Blauw-Wit, dat op dat moment in de eerste divisie uitkwam, tot FC Amsterdam. In 1974 sloot ook De Volewijckers zich aan bij de fusieclub.
De nieuwe club ging spelen in het Olympisch Stadion. Hier speelde Blauw-Wit voor de fusie ook al, maar dan op de bijvelden. Het tricot van FC Amsterdam bestond uit een wit shirt, rode broek en rode kousen. Om de Amsterdamse identiteit te benadrukken droegen de spelers een afbeelding van “het Lieverdje” op hun borst. Het standbeeld van het bekende Amsterdamse straatjochie vormde het clublogo. Niet verrassend werden de spelers al snel “De Lieverdjes” genoemd.
“Stoop deed alles voor de club, ik vond hem een prachtige man en een uitstekende voorzitter. Maar de mensen bleven weg en dan houdt het op” – oud-speler Leen van de Merkt in VI
Stoop droomde groot, maar werd al snel ingehaald door de werkelijkheid. Door te koketteren met de Amsterdamse identiteit, hoopte hij de steun van sponsoren en publiek op te wekken. In de praktijk kwam daar jammer genoeg niet veel van terecht. Het publiek wist het Olympisch Stadion maar zelden massaal te vinden en ook sponsoren en de gemeente lieten het afweten. Van meet af aan waren er financiële tekorten, die Stoop telkens met geld uit eigen beurs moest dichten.
In de beginjaren was FC Amsterdam best succesvol. De seizoenen 1973/1974 en 1974/1975 waren zelfs absolute topjaren. Onder leiding van trainer Pim van de Meent wisten “De Lieverdjes” met brutaal aanvalsspel mooie resultaten te behalen. FC Amsterdam beschikte over spelers als doelman Jan Jongbloed, de fraai besnorde Abe van den Ban, Gerard van der Lem, de bonkige spits Nico Jansen -alias “de beuker van de Jordaan”- , Geert Meijer en Heini Otto.

In het seizoen 1973/1974 behaalde FC Amsterdam de vijfde plaats in de Eredivisie, een resultaat dat nimmer meer geëvenaard werd. De club mocht het seizoen erna daarom meedoen aan het UEFA Cup-toernooi (Europa Cup III). Daarin zorgden “De Lieverdjes” voor een regelrechte sensatie door in de tweede ronde het veel sterker geachte Internazionale (met o.a. Sandro Mazzola) uit te schakelen. In Milaan werd het 1-2, waarna de return in het Olympisch Stadion in 0-0 eindigde. In de eerste ronde hadden de Amsterdammers het Maltese Hibernians FC al uitgeschakeld en ook Fortuna Düsseldorf was later in het toernooi niet opgewassen tegen de bende vrijbuiters van Dé Stoop. Pas in de kwartfinale strandde de Europese zegetocht, tegen 1. FC Köln.
“Frank Kramer was de enige voetballer bij Amsterdam met een hbs-diploma. Een zaakwaarnemer vond hij niet nodig bij de onderhandelingen over zijn contract. Stoop zei: ik schrijf een bedrag op, maar daar mag je met niemand over praten, anders staan alle spelers voor mijn neus. Kramer tekende, maar aan het einde van het seizoen ging het gerucht dat de club failliet zou gaan. De spelers vertelden elkaar hoeveel ze verdienden en Kramer bleek het slechtste contract van allemaal te hebben” – Jan van Galen, voorzitter van de Sociëteit Olympisch Stadion in De Volkskrant
Ook in de competitie werden er in het seizoen 1974/1975 enkele mooie resultaten geboekt. Zo werd Ajax in eigen stadion De Meer (2-4) verslagen en won FC Amsterdam in Rotterdam in De Kuip van Feyenoord (1-2).
Ondanks de successen in de beginjaren, kreeg de club van Dé Stoop het Olympisch Stadion maar niet gevuld. Omdat na verloop van tijd de bodem van de schatkist in zicht kwam, diende Stoop noodgedwongen zijn beste spelers te verkopen. Geert Meijer maakte de overstap naar stadsgenoot Ajax, Nico Jansen vertrok naar Feyenoord en Gerard van der Lem naar Roda JC.
Na een succesvolle start van het seizoen, zakte FC Amsterdam in het seizoen 1977/1978 af naar de Eerste Divisie. Dat betekende het begin van het einde voor de fusieclub. Een divisie lager kwamen nog minder toeschouwers op de wedstrijden af, waardoor besloten werd om vanaf het voorjaar van 1980 maar op de bijvelden van het Olympisch Stadion te gaan voetballen.
In de Eerste Divisie kon FC Amsterdam ook geen potten meer breken en in mei 1982 trok voorzitter Dé Stoop de stekker uit de club. Hij had in tien jaar tijd acht miljoen euro in de club gestopt en vond het toen welletjes.
Enkele feiten:
Beste klassering: 5e plaats in de Eredivisie in het seizoen 1973/1974
Slechtste klassering: 16e plaats in de Eerste Divisie in het seizoen 1980/1981
Topscorer aller tijden: Nico Janssen: 41 doelpunten
Internationals van FC Amsterdam: ondanks het korte bestaan van de club, wist FC Amsterdam toch vier internationals voort te brengen. Nico Jansen, Chris Dekker en Heini Otto speelden allen één interland voor het Nederlands Elftal. Keeper Jan Jongbloed keepte in totaal vierentwintig wedstrijden in Oranje, waarvan dertien in zijn tijd bij FC Amsterdam. Jongbloed keepte in de WK-finales van 1974 (West-Duitsland) en 1978 (Argentinië).
Andere bekende spelers van FC Amsterdam waren: Abe van den Ban, Rob Bianchi, Wietze Couperus, Frits Flinkevleugel, Jan Fransz, voetballer annex quizmaster Frank Kramer, Gerard van der Lem, Geert Meijer, Heinz Stuy, André Wetzel en zanger c.q. voetballer Dries Roelvink.
Reacties zijn gesloten.