Het is vandaag 9 april 2019. Een memorabele datum, want op deze dag is het exact tien jaar geleden dat de luchtbel Sporting Limburg uiteen spatte. Een fusieclub in Limburg, het is een onderwerp dat je als Limburgse voetbalfan beter dood zwijgt. Toch kon ik het, na het lezen van een artikel in de Voetbal International van vorige week, niet laten even in de pen te klimmen. Daar waar een fusie al lang en breed geen issue meer zou moeten zijn, blijkt men in politieke en bestuurderskringen nog steeds niet te zijn uitgepraat over dit onderwerp. Men heeft kennelijk niet geleerd van het verleden.

Sporting Limburg, voor wie het niet meer weet of voor wie het wellicht heeft verdrongen, was een poging van clubbestuurders en politici om de clubs Roda JC Kerkrade en Fortuna Sittard in 2009 te laten fuseren tot één grote club in Limburg. MVV Maastricht wilde niet mee doen of was misschien niet eens gevraagd, ik weet het niet meer precies.

De bobo’s hadden het, onder aanvoering van Leon Frissen, de gouverneur van Limburg, prima voor elkaar. Op papier dan. De naam van de club (Sporting Limburg), de clubkleuren (geel en blauw), ja zelfs de thuisbasis (Kerkrade voor de A-ploeg en Sittard voor de jeugdopleiding): alles was al tot in detail uitgewerkt. Vanaf het seizoen 2009/2010 zou de club toetreden tot het betaald voetbal, op de licentie van Roda JC. Alleen bleek al snel dat de club een luchtkasteel was, gebouwd op een fundament van niet bestaande subsidies en vage sponsortoezeggingen uit het bedrijfsleven.

Een plan dat tot stand kwam buiten de supporters van de clubs om. Zij waren niet om hun mening gevraagd. In supporterskringen slaakte men dan ook een zucht van verlichting toen bleek dat de fusieplannen toch niet zo heel erg goed onderbouwd waren, als dat men iedereen had willen doen geloven. Amper een week na de officiële presentatie donderde het hele project dan ook al als een kaartenhuis in elkaar. Het fiasco rond Sporting Limburg wees uit wat de fans allang wisten: er is onvoldoende draagvlak voor een fusieclub in Limburg. Het domweg samenvoegen van twee of meer “kleine” voetbalclubs leidt niet automatisch tot één “grote” club. Een fusie is geen optelsom van verschillende begrotingen of van verschillende toeschouwersaantallen. Het bewees ook dat de grote bedrijven in de provincie niet staan te dringen om te investeren in een fusieclub.

Je zou verwachten dat dit besef na de fusieflater ook in de witte boordenkringen  zou zijn doorgedrongen, maar niets is minder waar, zo veel werd mij na het lezen van het interview vorige week in Voetbal International wel duidelijk. Voetbal is blijkbaar net als politiek. De mening van de mensen in het pluche blijkt vaak lijnrecht te staan tegenover van de mening en wensen van het “volk”. Want hoewel het Sporting Limburg-debacle toch duidelijk anders uitwees, zijn er in bestuurderskringen en in de politiek nog steeds lieden die er heilig van overtuigd zijn dat “een fusie de oplossing was en is voor het Zuid-Limburgse voetbal”.

Voormalig voetbaltrainer Sef Vergoossen, marketinggoeroe Frank van den Wall Bake en oud-Fortunadirecteur Hans Erkens werden door VI om hun mening gevraagd over de tragedie van tien jaar geleden. Laat nu uitgerekend deze drie heren tot het selecte groepje personen behoren die wél beter zijn geworden van het hele Sporting Limburg-verhaal. Financieel beter welteverstaan. Door het kwistig sturen van declaraties voor advieskosten. Preken voor eigen parochie heet dat. Daar zal zelfs in het katholieke Limburg toch niemand meer intrappen?

Een fusie is een gepasseerd station. De voetbalfans in Limburg zaten en zitten niet te wachten op een fusie en hebben dat in het verleden al meerdere malen op niet mis te verstane wijze duidelijk gemaakt. Roda JC, Fortuna en MVV vertegenwoordigen alle drie een eigen regio met een eigen cultuur, mentaliteit en dialect. Jarenlange aartsrivalen gooi je niet zomaar bij elkaar. Die gaan niet samen staan juichen voor een “nieuwe” club. Wellicht dat alleen een enkele neutrale voetballiefhebber voorstander is van een fusie, maar laat nu juist deze groep supporters de eerste zijn die afhaakt als het wat minder gaat met een club.

Laat de Limburgse clubs en hun fans zijn wie ze zijn. Kijk naar Fortuna, de spreekwoordelijke kat met de negen levens. Ontelbare keren bijna failliet, door Michael van Praag zelfs al dood verklaard en nu de meest succesvolle club van Zuid-Limburg. En MVV, de club van de hoofdstad. Die club wint nooit wat, maar heeft zelfs na twintig jaar Eerste Divisie gemiddeld 4 á 5.000 bezoekers over de vloer. Maakte vorig jaar zelfs een paar ton winst. Roda JC dan. Ligt nog steeds aan het infuus, maar lijkt aan de beterende hand. Na jaren van wanbeleid heeft nu een groep lokale ondernemers de schouders eronder gezet en wordt de tering naar de nering gezet op weg naar een financieel gezonde toekomst.

Een fusie is geen noodzaak meer. Niet voor de clubs en zeker niet voor de fans. Desondanks blijft de happy few in hun ivoren torentjes de hoop “op één grote club in Limburg” nog steeds niet opgeven.  Zij blijven, ik neem aan enkel en alleen ter meerdere eer en glorie van zichzelf, volharden in hun utopie. Wellicht op jacht naar het zoveelste erebaantje en hun droom om zichzelf ooit in de geschiedenisboeken van het voetbal terug te zien.

 

 

 

 

 

 

Advertentie