Als eerste club van Oost-Vlaanderen kroonde SV Blauw Wit Temse zich tot kampioen van Vierde provinciale E. Een mooie prestatie voor de drie jaar jonge vereniging, die in feite pas aan zijn tweede seizoen bezig is. Na een negende plaats in Vierde provinciale F in het seizoen 2021/22 – het eigenlijke debuutseizoen, aangezien het seizoen 2020/21 in rook opging door de coronapandemie – was Blauw Wit Temse ditmaal ruim op voorhand van het einde van het seizoen zeker van de titel.

Een gesprek met stichter Margino De Kerf leert ons dat de oprichting van SV Blauw Wit Temse een onmiddellijke reactie was op het verdwijnen van KSV Temse in 2020, maar dat stamnummer 9755 een compleet nieuw verhaal is. Een verhaal dat voorlopig begrensd is op Tweede provinciale, want koken kost geld. Een uitdrukking die in het geval van Blauw Wit Temse letterlijk genomen kan worden…

Proficiat met de titel, meneer De Kerf.

“Dankuwel. Laten we zeggen dat dat nog niet honderd procent het plan was. Eventueel binnen de drie jaar, dat was het plan. Maar het is nu na twee jaar gelukt. Des te beter langs de ene kant, want we zijn heel ambitieus. Niet dat we ooit nationaal voetbal nastreven, want ik zie ook wel dat veel clubs er tegenwoordig onderdoor gaan. Het is een beetje realiteitszin inbouwen. In onze optiek is Tweede provinciale dan ook het meest realistische wat je kunt doen. Anders ga je te veel moeten betalen aan spelers. En toeschouwers komen niet meer naar het voetbal zoals vroeger, sponsoring is ook niet meer wat het geweest is… Dan is Tweede provinciale het ideale einddoel voor ons, denk ik”.

De coronacrisis heeft voor een cesuur gezorgd in het voetbal.

“Er is veel veranderd, maar niet alleen covid heeft daartoe bijgedragen. Dat was daarvoor ook al aan de gang. Zoals ik al zei: de sponsoring is totaal niet meer zoals dat pakweg twintig jaar geleden was. Ook de publieke belangstelling is totaal niet meer zoals vroeger. Ik heb altijd tussen Derde nationale en Tweede provinciale gevoetbald, en toen stond er toch altijd minstens duizend man te kijken. Zelfs in Tweede provinciale gebeurde dat dikwijls. Dat zie je nu totáál niet meer. Zelfs als je nu naar de wedstrijden in de Tweede divisie gaat kijken in de buurt… jongens toch. Dat is gewoon schrijnend. Dus ja oke, wij zijn een nieuwe club begonnen, maar toch wel met enig realisme”.

Toen ik me documenteerde over de club, las ik in een artikel uit de beginperiode niets moet, alles mag. Is dat nog altijd de insteek van Blauw Wit Temse?

“Dat was een zinnetje van mij. Je moet weten: ik ben eigenlijk op m’n eentje begonnen met deze club. Op een tweetal weken tijd heb ik een groep mensen bijeen gebracht en ben ik beginnen bouwen. Van het een kwam het ander”.

De kiem werd dus pas gelegd na het verdwijnen van KSV Temse, dat in 2020 opging in fusieclub KSC Lokeren-Temse?

“Inderdaad, de oprichting van SV Blauw Wit Temse was een onmiddellijke reactie van mij op de fusie. Het stadion kwam vrij, en ik heb meteen info ingewonnen bij de gemeente”.

Omdat een gemeente met 30.000 inwoners niet zonder voetbalclub kon blijven?

“Kijk, ik ben een Temsenaar, hoewel ik er nu niet meer woon. Ik heb het altijd jammer gevonden dat ik nooit bij Temse heb gevoetbald. Er kwam altijd wel iets tussen: ofwel was ik te duur, ofwel was het dit, ofwel was het dat. Drie jaar geleden ging Alain Vereecke van het vroegere KSV Temse in zee met Lokeren, dus het hele stadion kwam vrij. Een dag later ben ik al op de zaak gesprongen: ik heb naar de gemeente gebeld om te bekijken wat er kon en wat er niet kon. Zo is de trein vertrokken. Ondertussen zijn er wel wat mensen bij betrokken. Wat kun jij, wat kan hij? Jij bent een boekhouder, dan kun jij de zakelijke kant doen“.

“Al snel moesten er ook sponsors gezocht worden. Het eerste jaar is voorbereiding, natuurlijk. Want zonder geld kun je niet koken, natuurlijk. Ik ben wel een heel goede organisator – ik zit al heel lang in het voetbal –, maar er is één ding dat ik niet heb, en dat is geld. Het is ook daarom dat ik mezelf geen voorzitter heb gemaakt, ondanks het feit dat ik de stichter van de club ben. Omdat ik vind dat een voorzitter ook impact moet hebben op het geldelijke. Maar ja, als je zelf niet over geld beschikt, dan moet je mensen gaan zoeken die geld hebben. Zo simpel is dat. En die heb ik ook gevonden. Dat is nodig, zo kunnen wij bestaan en leven”.

En dat geld komt op een gezellige manier binnen, heb ik gelezen.

“Het is zeker geen goedkoop jaar geweest, gezien het aantal punten dat we behaald hebben en de spelers die we hebben. Gelukkig spitsen wij ons toe op onze traditionele footlunch. Dat is iets ongezien: elke wedstrijd zitten er zestig tot honderd mensen te eten bij ons. Dat is een sponsoring op zich. Als we die foot,lunch en het groot aantal medewerkers dat zich daarvoor inzet niet hebben, gecombineerd met onze sponsoring, kunnen we niet bestaan. Dat is bij elke club hetzelfde. Als het geld niet meer voorhanden is, moet je dat proberen compenseren met andere dingen”.

“Het is eigenlijk een beetje ons handelsmerk geworden. Het concept is eigenlijk zo simpel als het klinkt: gewoon mensen die bij ons komen eten op zondag. Dat begint om twaalf uur, drie uur voor de wedstrijd dus, en er wordt toch dikwijls tot acht of negen uur gezeten”.

Die eters/supporters, is dat dan een groot deel van de voormalige aanhang van KSV Temse die jullie gerecupereerd hebben, of hoe moet ik dat zien?

“Ach, de supportersschare van KSV Temse… Je moet rekenen dat er in het laatste seizoen wedstrijden bij waren met slechts achttien betalende supporters. En dan spreken we over Tweede klasse amateurs, he! Er kwam dus echt geen kat meer naar het voetbal kijken. Waar dat aan lag, daar ga ik me niet over uitspreken”.

“Bij ons moet je rekenen dat er bovenop die zestig à honderd eters nog eens zo’n vijftig à zeventig losse tickets worden verkocht. We zitten gemiddeld toch altijd met zo’n honderdvijftig man die naar de wedstrijd zit te kijken. Al moet ik er eerlijkheidshalve wel bij zeggen dat er van die honderd eters maar vijftig naar de wedstrijd zitten te kijken. Iedereen kan de wedstrijd zien, want ze zitten in de VIP-ruimte achter glas, maar zij zitten dan meer te keuvelen. Dat draait om gezelligheid”.

Dat zijn toch al geen slechte cijfers voor een vierdeprovincialer, vind ik.

“Ja, maar het is toch ook niet meer zoals vroeger. Ik zat eens mee aan het doopvont van een club waar je meteen met een paar honderd mensen zat. In het verleden heb ik al een paar clubs opgericht, ik zat onder andere in de nationale afdeling zaalvoetbal. Daar heb ik ook ervaring opgedaan als gerechtelijk correspondent, de functie die ik nu ook uitoefen bij Blauw Wit Temse”.

Ook het stadion waar jullie spelen, het Fernand Schuermanstadion, is niet slecht voor een vierdeprovincialer. Nog geen tien jaar geleden ontving KSV Temse er nog clubs als KMSK Deinze en Racing Mechelen in Derde klasse.

“Dat is toch een stadion waar tussen de 2.500 en 3.000 man in kan. Dat is wel wat. Het zorgt wel voor grappige taferelen: in de zittribune is plaats voor 600 man. Als daar zeventig man op zit, zie je dat niet echt. Maar qua uitstraling is dat stadion fantastisch, natuurlijk. Zoals ik al zei: er is een VIP-ruimte, en daarnaast is er ook een aparte kantine boven. Als je daar als vierdeprovincialer kan spelen, is dat prima”.

Nu eens over jullie spelerskern. Tijdens het seizoen 2020/21, toen het amateurvoetbal stillag, werden de spelers die deel zouden uitmaken van de allereerste ploeg van stamnummer 9755 druppelsgewijs aangekondigd in de media. Het was een tijdje wachten op een speler die geen verleden had bij KSV Temse. Dat is geen toevalligheid, me dunkt.

“Het was de insteek om, laat ons zeggen, zeventig tot tachtig procent Temsenaren aan te trekken. Bij mensen die ik kende heb ik gepolst welke spelers weg waren bij de jeugd, reserven of eerste ploeg van KSV Temse, en waar ze op dat moment speelden. Ik ben die allemaal gaan contacteren, maar dat bleek toch niet zo simpel te zijn. Er zijn er inderdaad een x-aantal die teruggekeerd zijn, zeker in het eerste seizoen, maar laten we zeggen dat het niet de grote vedetten waren van vroeger die zijn teruggekeerd naar het Fernand Schuermanstadion. Een deel van die jongens is trouwens alweer vertrokken”.

“Het bleek allemaal geen sinecure. Als je eraan begint in Vierde provinciale, zijn je premies nog beperkt. En dan moet je gaan spreken met spelers die zoals gezegd wel goed zijn, maar wel in pakweg Tweede provinciale voetballen. Die jongens zijn dan vaak nog te hongerig om plots in Vierde provinciale te gaan voetballen en willen dan ook graag een premie die wij nog niet kunnen betalen”.

“Uiteindelijk waren 22 van de 40 man die we bijeen kregen wel Temsenaren, ofwel mensen met een link met Temse – ze woonden er of hadden er gespeeld. Op dit moment zijn het er wat minder, hoewel twee à drie van de recente nieuwkomers toch ook weer in Temse wonen. We proberen daar zoveel mogelijk rekening mee te houden, ook naar de toekomst toe. En natuurlijk: als we hoger spelen, gaan we sommige jongens misschien wél kunnen aantrekken”.

Verder valt op dat Blauw Wit Temse afgelopen zomer niet minder dan zeven spelers weghaalde bij KSK Kallo. Een verhaal dat daar afliep? Een groepsaankoop?

“Aanvankelijk hadden we contact met twee spelers van hen, maar uiteindelijk zijn het er zeven geworden. De reden dat die jongens allemaal samen naar ons zijn gekomen, weet ik niet. Er zal misschien een reden zijn, maar dat zijn in principe mijn zaken niet. Maar kijk, uiteindelijk zijn het toch allemaal spelers die drie jaar geleden kampioen zijn geworden in Derde provinciale. Vervolgens hebben ze allemaal nog een jaar in Tweede provinciale gespeeld. Het zijn dus allemaal jongens met kwaliteiten. Ik moet zeggen dat die jongens van Kallo dit seizoen de sterke as van onze ploeg zijn geweest”.

Zeggen dat een van de beste spelers van dit bijna afgelopen seizoen, Ismail Ben Ayad, nog van ergens anders kwam. Met Kerstmis had hij de kaap van de twintig doelpunten al bereikt.

“Ismail kwam effectief nog over van een andere club, namelijk van vierdeprovincialer Waasmunster. Hij heeft echter aangegeven dat hij na dit seizoen stopt. Ismail wordt 38 en vindt van zichzelf dat het lichaam niet meer is wat het geweest is. Bovendien is hij jeugdtrainer bij Lokeren-Temse, waardoor hij altijd naar Lokeren moet om die trainingen te leiden. Die combinatie was moeilijk te maken”.

Aha, Lokeren-Temse, we zijn er gekomen. Ik neem aan dat die club drie jaar na de fusie nog steeds gemengde gevoelens oproept in Temse. Hoe is jullie relatie met hen?

“Lokeren-Temse, dat is een verhaal op zich waard. Feit is alleszins dat er in 2020, het jaar dat Lokeren het stamnummer van KSV Temse heeft overgenomen, een groot aantal jeugdspelers mee in de fusieclub zijn gestapt. De jeugd van Temse heeft echter een eigen vzw, de Voetbalacademie Temse. Die zitten ook nog in het Fernand Schuermanstadion. Afspraken in verband met logistiek dienen dus niet alleen met de gemeente, maar ook met de Voetbalacademie te worden gemaakt”.

Tot slot misschien de moeilijkste vraag: hoeveel procent KSV Temse zit er nog in het huidige SV Blauw Wit Temse?

“Qua geest? Niks! Dit is een totaal nieuwe club, dat heeft niks te maken met KSV Temse. Wij spelen wel in het stadion als het vroegere KSV Temse, maar dat is een gemeentestadion, he… Het is natuurlijk wel zo dat onze hevigste supporters – een kern van een man of tien, vijftien die bijeen staan, onze spionkop zogezegd – de voormalige spionkop van KSV Temse is. Maar al de rest: qua omkadering, bestuur, alle mensen die erin zitten… dat heeft weinig te maken met KSV Temse”.