RFC Seraing is één van de slachtoffers van het inmiddels veelbesproken slagveld dat werd aangericht door de licentiecommissie van de voetbalbond. De club kreeg geen licentie voor 1B en zelfs niet voor Eerste Amateurklasse. Op maandag 4 mei moet Seraing daarom verschijnen voor het vuurpeloton van het Belgisch Arbitragehof voor de Sport. Grote vraag is: laat het BAS Seraing voortleven in -op zijn minst- Eerste Amateur, of wordt de trekker definitief overgehaald en kiepert het les Rouges et Noirs de afgrond in die Tweede Amateurklasse heet? In dat laatste geval zou er wel eens heel rap een kruis geslagen kunnen worden over de samenwerking met FC Metz.

De voetbalbond besloot Seraing in eerste aanleg en na aangetekend beroep geen licentie te verlenen, onder meer omdat de licentiecommissie grote vraagtekens zet bij de zelfredzaamheid van Seraing. De club kan eigenlijk alleen voortbestaan bij de gratie van gulle gevers als het bedrijf van voorzitter Mario Franchi, de Cockerill-groep en een jaarlijkse subsidie van moederschip FC Metz.

Seraing heeft geen grote achterban. De club is op de keper beschouwd eigenlijk een soort van kunstmatig gecreëerd fusievehikel met slechts een handjevol supporters. Het Stade du Pairay blijft tijdens competitiewedstrijden meestal akelig leeg. Verwonderlijk is dat niet. Immers: een voetballiefhebber kan zich natuurlijk maar moeilijk identificeren met een club die al zoveel gezichten en stamnummers heeft gekend (zie kader).

Satellietclub van FC Metz

Het huidige RFC Seraing werd in 2013 door Dominique D’Onofrio zaliger opgevist uit Eerste Provinciale. D’Onofrio trok destijds aan de technische touwtjes bij het Franse FC Metz. Namens de Fransen was hij op zoek naar een satellietclub en die vond hij aan de boorden van de Maas, bij de club waar hij zelf ooit nog trainer was geweest. Seraing moest de ontbrekende bouwsteen worden in de voetbalpiramide van de internationale opleidingsstructuur van FC Metz. Of -zo U wil- het missende radertje in de transfercaroussel. Spelers rondpompen van de talentenbron van Génération Foot in Senegal, via de Rue de la Boverie in Seraing, naar de eeuwige roem in de Ligue 1: zoiets was het idee.

RFC SERAING: CLUB MET VELE GEZICHTEN (EN STAMNUMMERS): Het huidige Seraing is versie nummer zoveel in een reeks verschillende clubs met een aantal gemeenschappelijke delers: dezelfde naam, dezelfde clubkleuren en hetzelfde stadion. Voor het overige hebben ze vrij weinig met elkaar te maken. Het begon allemaal in 1904, toen de voetbalclub FC Sérésien werd opgericht. Deze club met stamnummer 17 kende zijn hoogtijdagen in de jaren 80 en 90. Men haalde zelfs Europees voetbal en veranderde daarom de clubnaam in RFC Seraing. In 1996 ging de club door financiële problemen ter ziele en ging feitelijk op in grote buur Standard. In 1996 werd in Seraing een nieuwe club opgericht: FC La Débrouille Seraing, kortweg FC Seraing. Dit stamnummer 9310 kon nooit echt potten breken, speelde voornamelijk in de lagere provinciale reeksen en verdween alweer in 2008. Het RFC Seraing zoals wij dat nu kennen is feitelijk een nazaat van de Luikse club FC Bressoux. Dit stamnummer 23 fusioneerde in 1992 met Jupille tot Royal Union Liègoise. Na het verdwijnen van stamnummer 17, ging men spelen in het leegstaande Stade du Pairay en wijzigde de naam in Seraing RUL. In 2006 kreeg de club alweer een nieuwe naam: RFC Sérésien, verwijzend naar het roemruchte stamnummer 17. In 2013 werd de club overgenomen door FC Metz. Een jaar later werd stamnummer 167 van Boussu Dour Borinage over gekocht en ging men onder de naam Seraing United verder spelen. In 2015 werd de naam alweer gewijzigd naar RFC Seraing. De statutaire naam bij de voetbalbond is overigens Royale Football Club Seraing United.

Omdat jonge talenten bij een eersteprovincialer niet echt veel beter worden, moest er een manier worden verzonnen om Seraing zo snel mogelijk naar een hogere divisie te loodsen, minimaal Tweede Klasse. Via de grasmat zou dat te lang duren, dus daarom kocht men maar meteen het stamnummer van de toenmalige tweedeklasser Boussu Dour, een dorpsclub uit de Borinage. Met de overname van stamnummer 167 werd fusieclub Seraing United geboren.

De (r)entree in Tweede Klasse duurde slechts twee seizoenen. Door de competitiehervormingen van de voetbalbond tuimelde Seraing weer een niveau omlaag, tot ongenoegen van de mensen van Metz. Die zonden dan ook een pak minder spelers richting Luik. Al vier jaar aan een stuk proberen de Métallo’s weg te geraken uit de Eerste Amateurliga. Tot nu toe telkens zonder succes. De aanvoer van vers Frans bloed houdt gelijke tred met de prestaties van de rood-zwarten. De spelersbron uit de Moezelstreek begint de laatste jaren dus behoorlijk op te drogen.

Proflicentie

Hetzelfde lijkt te gaan gebeuren met de Franse financiële injecties. Niet voor niets voorzag de directie van FC Metz enkele garanties in het licentiedossier van Seraing van de voetnoot: “op voorwaarde dat Seraing uitkomt in 1B”. Alle pijlen van Metz lijken gericht op promotie naar onze tweede klasse. Het binnenhalen van de licentie is dan natuurlijk de eerste vereiste en wanneer vervolgens alle dominostenen de juiste kant op vallen, zou Seraing warempel zomaar ineens in 1B kunnen belanden. Wrang natuurlijk dat dat dan weer niet via de sportieve weg is gelukt, maar gewoon weer, net als vroeger, via de groene tafel.

Minstens even belangrijk is het antwoord op de vraag wat er gaat gebeuren als Seraing de licentie niet krijgt. In dat geval zakt de ploeg namelijk naar Tweede Amateur en begint het die competitie volgend seizoen met drie punten in mindering. Aan een satellietclub op het vierde niveau heeft Metz uiteraard helemaal niets. Het is dan ook helemaal niet ondenkbaar dat de Fransen dan helemaal de stekker uit het hele project zullen trekken en Seraing aan zijn lot zullen overlaten.

Veel vragen waarop het antwoord nog ontbreekt. Een ding staat op dit moment wel vast en dat is het feit dat het een spannende week gaat worden, komende week in het Stade du Pairay.