KVC Westerlo heeft zichzelf dit weekeinde geen plezier gedaan door te verliezen van koploper Union. De kloof tussen Westel en de ploeg uit Brussel is door de 2-1-nederlaag opgelopen tot elf punten. Het lijkt een schier onmogelijke opgave om dat verschil in de resterende dertien matchen nog goed te maken. Westerlo zet nu alles op alles op het bereiken van de tweede plaats. Want financieel gezien is promoveren eigenlijk een must.
Hij had nog wel op een feestje gehoopt, trainer Bob Peeters. Dit keer wel corona-proof natuurlijk. De topper tegen Union was immers de driehonderdste wedstrijd uit zijn trainersloopbaan en tevens zijn honderdste match sinds zijn rentree in het Kuipke in 2017.
Union verstierde de avond, al was de overwinning van de koploper oververdiend. Het werd 2-1 in het Dudenpark, maar het had net zo goed 4-1 mogen zijn. Atabey Cicek zette Westerlo op een voorsprong na 25 minuten, nadat twee minuten eerder een doelpunt van Denis Undav aan de andere kant (onterecht) werd weggewuifd wegens vermeend buitenspel. Voor de rust zette dezelfde Undav de bordjes weer recht, om vlak na de pauze een tweede treffer afgekeurd te zien worden. Alweer onterecht, alweer vanwege vermeend buitenspel. Mogelijk dat zijn twee foutieve beslissingen ref Debeuckelaere een beetje parten speelden, want na slecht uitverdedigen en een licht Westels vergrijp van Maxime Biset legde hij de bal op de strafschopstip. Het was – uiteraard – Undav die dit vervroegd kerstcadeau niet onuitgepakt liet en de eindstand op het scorebord prikte.
Miljoenenverlies
En dus verloor Westerlo, na een 1-4-nederlaag in oktober en een 0-0-gelijkspel in augustus opnieuw punten aan titelconcurrent Union Saint-Gilloise. Kostbare punten. Niet alleen voor wat betreft de positie op de ranglijst, maar nog meer vanwege de cijfers in het huishoudboekje. Westerlo maakte een kleine week geleden de cijfers over vorig seizoen bekend en die waren niet bepaald om over naar huis te schrijven. De club leed in het seizoen waarin het eigenlijk van alle clubs het meeste recht had op promotie naar 1A, een verlies van maar liefst 5,3 miljoen Euro. Tot vandaag gerekend bedraagt het totale verlies van de club zelfs 9,6 miljoen.
De Gazet van Antwerpen becijferde dat de totale inkomsten (3,7 miljoen) van de club maar net genoeg zijn voor het betalen van de algemene kosten, zoals onderhoud van de velden en reiskosten. De totale loonlasten alleen al liggen een stuk hoger dan de omzet. Deze gaan niet alleen op aan spelerssalarissen, maar ook aan een professionele inhaalslag die men moeste maken op de burelen van de club. “Investeringen”, noemt vice-voorzitter Hasan Cetinkaya deze uitgaven in GvA. De club heeft zowel in professionele omkadering en op infrastructuurgebied een inhaalslag moeten maken.
Promotie lijkt must
Investeringen die op termijn wel iets moeten gaan opleveren natuurlijk. Promotie naar 1 A lijkt dan ook van vitaal belang voor de Kemphanen. “Dankzij onze investeringen zijn we klaar voor de stap naar 1A“, aldus Cetinkaya. Een langer verblijf in 1B is uitgesloten als het aan hem ligt. Zeker als de grote ploegen hun zin doordrijven en 1B straks wordt uitgebreid met nog meer beloftenploegen. “Aantrekkelijk kan je het format niet noemen. Bovendien is het een vorm van competitievervalsing. Voor die jeugdploegen zijn het eigenlijk niet meer dan testmatchen”, zegt hij tegen de krant.
De ploeg van Bob Peeters kan de competitiepauze tot eind januari dus maar beter zinvol besteden. De eerste de beste wedstrijd ná de korte winterstop is namelijk op 24 januari thuis tegen Seraing. Winst is dan pure noodzaak. De Luikenaars staan nu nog twee punten voor, maar bij een zege springt Westerlo in de rangschikking over hen heen. Als dat gebeurt, dan heeft Westerlo de regie weer volledig in eigen hand voor wat betreft het behouden van de van levensbelang zijnde tweede plaats in de competitie en de daarmee samenhangende kans op promotie naar de hoogste afdeling.