Zes maanden na mijn eerste ontmoeting met Naim Van Attenhoven, vlak na zijn eerste oproeping voor de nationale ploeg van Niger, spreek ik opnieuw af met de beloftendoelman van RSC Anderlecht. Ik spreek met Naim, die zich intussen viervoudig Nigerees international mag noemen, af in het Centraal Station. Op weg naar het Muntpunt Café zien we de eerste sporen van Winterpret, de Brusselse kerstmarkt. “Nog niet zo groot als de kerstmarkt van pakweg van Köln of Lille”, grap ik. “Lille, daar ben ik in oktober van dit jaar met mijn makelaar geweest. We hebben geen akkoord gevonden”, antwoordt Naim. We zijn klaar voor een lange toogbabbel over RSC Anderlecht en het Afrikaanse voetbal.

Je selectie voor Niger heeft inderdaad deuren voor je geopend. Zoals je tijdens onze vorige ontmoeting in april voorspeld had.

“Ja, na mijn eerste selectie hebben veel clubs contact opgenomen met mijn makelaar, en zelfs rechtstreeks met mijn vader. Er is tegenwoordig ook interesse uit de Ligue 2. De poorten zijn wijd opengegaan. We zullen wel zien wat het geeft vanaf deze winter”.

Ik begrijp wel dat je daaraan denkt. De concurrentie in doel bij Anderlecht is niet min.

“Zeker, en die hiërarchie moet je respecteren. Bij de eerste ploeg heb je al Hendrik Van Crombrugge, Colin Coosemans en Bart Verbruggen. En dan heb je bij de jeugd ook nog Rik Vercauteren. Die zou normaal dit seizoen op huurbasis bij Lommel gespeeld hebben, maar hij heeft er uiteindelijk niet kunnen tekenen omdat hij universitaire studies doet in Brussel, dat zou te ver geweest zijn voor hem”.

“Wist je trouwens dat ik op mijn achtste al naar Anderlecht kon? Ik ben er als kleine jongen begonnen bij FC Brussels en al gauw hebben ze mij naar Neerpede proberen halen, maar mijn vader (Jan Van Attenhoven, de huidige conciërge van het Edmond Machtensstadion, red.) heeft dat altijd afgewimpeld. We hadden toen een goed ploegje en speelden vaak tegen Anderlecht. De meeste van die jongens zijn later profvoetballer geworden. Kazeem Olaigbe speelt bij de U23 van Southampton, Nathan Ngoy speelt mee bij het eerste elftal van Standard, en dan heb je natuurlijk Anouar Ait El Hadj en Killian Sardella bij Anderlecht.

Jij behoorde dus ook tot die fameuze generatie van Ait El Hadj en Sardella bij FC Brussels?

“Zeker. Nog geen uur geleden zat ik nog te sturen met Anouar. Jammer dat hij nu wat teruggevallen is, maar ja, hij heeft zich in het tussenseizoen wat laten gaan tijdens zijn vakantie in Dubai. Hij is teruggekeerd met drie kilo te veel”.

Maar je bent wel van 2003, en dus een jaar jonger dan Ait El Hadj en Sardella.

“Ik switchte geregeld tussen de generaties 2002 en 2003. Een geboortejaar wil tegenwoordig helemaal niets meer zeggen. Enock Agyei is bijvoorbeeld geboren in 2005, maar hij speelt al met de beloften en traint zelfs al mee met het eerste elftal. Ethan Butera en Julien Duranville, die soms al met de beloften meetrainen, zijn zelfs geboren in 2006! Dat is bijvoorbeeld al vier of vijf jaar jonger dan pakweg Antoine Colassin, die nu weer geregeld met de beloften meedoet. Ilias Moutha-Sebtaoui, een ex-jeugdspeler die sinds kort weer met de Anderlecht-beloften meetraint nadat zijn contract bij Charleroi deze zomer afliep, is op zijn 22e zelfs al een vat vol ervaring voor die jongeren”.

En dat na zijn blitzstart in het eerste elftal een kleine twee jaar geleden.

“Ervaring wil niets meer zeggen. Je moet trouwens je spelers voorbereiden op de ervaring die binnen een paar jaar gaat komen. Wat Antoine trouwens betreft: die heeft volgens mij geen kansen gekregen bij Zulte Waregem. En als Antoine zich in zo’n situatie bevindt, heeft hij het wat moeilijk om zich weer op te peppen, om zijn tweede adem te vinden. Dat heeft gemaakt dat hij zo’n terugval heeft gekend. Momenteel is hij wat aan het stagneren, maar ik hoop van harte dat hij er weer uitkomt. Ooh, wist je trouwens dat het Craig Bellamy is die hem destijds heeft omgeschoold tot een nummer negen?”

Dat had ik inderdaad al ergens gelezen. Je zal Craig wel missen zeker na zijn onverwachte afscheid in september?

“Hem missen doen we zeker. Kijk, wij wisten al vanaf het begin dat hij pillen nam tegen zijn depressie. Maar tegelijk heb ik nog nooit een coach gezien die zijn spelers zo graag ziet, die zich zo met heel zijn hart inzet voor zijn spelersgroep. Hij is altijd open en eerlijk geweest over zijn depressies, nooit heeft hij schrik gehad om erover te praten met ons. Ik ben er dan ook van overtuigd dat wanneer hij helemaal klaar zal zijn om terug te zijn, hij dat ook zal doen. Craig is gek op jongeren”.

“Natuurlijk ben ik op de hoogte van het rebelse imago dat hij als speler had. Het verhaal dat hij ooit iemand dronken te lijf is gegaan met een golfstick, is mij ook ter ore gekomen. Maar eerlijk? Ik heb enorm veel respect voor zijn karakter. Hij straalt echt iets uit. Hij is iemand die je voor het leven bijblijft. Dat was bij mij toch zeker het geval. Alleen al als je dat cv bekijkt…”.

Wie heeft volgens jou het mooiste cv, Craig Bellamy of Vincent Kompany?

“Dat is niet vergelijkbaar. Je spreekt niet alleen over twee verschillende carrières, maar ook over twee verschillende karakters. Vincent is rustiger en opener, terwijl het bij Craig liep zoals hij het zei en niet anders. Er was geen ruimte voor discussie bij hem. Als je niet tevreden was, had het geen enkele zin om te gaan uithuilen bij Vincent, dat veranderde helemaal niets. Hij houdt steeds vast aan zijn visie”.

“Die spelfilosofie, daar heb ik trouwens niets dan bewondering voor. Anderlecht heeft zijn eigen voetbal voor ogen, en daar wijken ze geen millimeter van af. En maar goed ook. Zeg nu zelf: Kompany had elders veel beter zijn brood kunnen verdienen, maar hij is teruggekeerd naar Anderlecht om aan zijn eigen voetbal te werken op Anderlecht, met principes en waarden. Dan kun je toch niet lange ballen naar Christian Kouamé gaan trappen als het wat moeilijk gaat? Een Anderlecht-speler die op tien minuten van het einde de wedstrijd probeert te doen kantelen en daarbij vergeet te voetballen, wordt door Vincent vermoord”.

“Die filosofie van de eerste tot de laatste minuut vasthouden, daar had Anderlecht bij de komst van Kompany nog niet voldoende ervaring in, en daarom slikten ze steeds zoveel goals op het einde. Maar binnen twee à drie jaar zul je zien wat een ploeg Anderlecht zal hebben – als Vincent nog steeds daar is tenminste”.

“Het doet me denken aan de filosofie van Ajax. PSV heeft vorig decennium ook een paar successen op korte tijd behaald, maar kort erna heeft Ajax wel ei zo na de finale van de Champions League gehaald. Dat komt omdat de directie in die tussentijd het vertrouwen had gegeven aan de jeugd en de medewerkers. Vertrouwen op lange termijn. Anderlecht was lang gewoon aan successen op korte termijn, maar daar gaat het nu even niet om. Ja, ik weet het, voor een deel van de supporters gaat het om winnen, winnen, winnen. Maar ik wil hun reactie wel eens zien binnen twee of drie jaar, dan zullen ze fier zijn op het geduld dat ze hebben uitgeoefend”. “Dat is wat Vincent probeert uit te leggen. Winnen is leuk, dat levert je geluk, punten, titels en geld op. Maar winnen met een filosofie, dat is nóg leuker. We werken keihard om die erin te slijpen, theoriesessies van twee uur zijn geen uitzondering. Vincent staat om 7u30 op de club en vertrekt vaak pas tegen 22u. Anderlecht is aan een stempel aan het werken, en je moet hen daar tijd voor geven”.

Van tijd gesproken: hoe zie je je nabije toekomst, Naim? Speel je volgend jaar nog bij Anderlecht?

“Er zijn langs beide kanten al pogingen geweest om mijn contract, dat binnen een halfjaar afloopt, te verlengen. Ik denk op dit moment echter dat mijn avontuur bij Anderlecht na 30 juni voorbij is. Er zijn beloftes gemaakt die niet nageleefd zijn, zeker met dat 1B-verhaal. En zodra je elkaar niet meer recht in de ogen kunt kijken, houdt het verhaal voor mij op. Dat was niet echt het beeld dat ik van Anderlecht had toen ik hier tekende”.

“Ikzelf heb me altijd volledig gegeven en heb alles gegeven wat ik in mijn mars had. Vorig jaar ben ik even teruggezakt naar de U18, en daar heb ik me volledig gesmeten. Ik ben telkens beslissend geweest, in een bepaalde wedstrijd stop ik zelfs twee strafschoppen. Als je dan later als bouche-trou wordt gebruikt op training… Anderlecht heeft eigenlijk nog geluk dat ze niet al hun gemaakte beloftes in het contract hebben laten opnemen, want dan zouden ze er straks veel erger uitkomen”.

Ik ben verbaasd, Naim. Toen we elkaar in april spraken, leek je nog heel gelukkig op Anderlecht.

“Dat was toen ook nog zo. In het voetbal kan het snel gaan, zowel in positieve als in negatieve zin. Ach, je weet natuurlijk niet wat de toekomst nog brengt, en misschien komen Anderlecht en ik elkaar over tien jaar nog eens tegen. Ik wens hen sowieso het allerbeste toe voor de toekomst, zoals je al kon merken. Maar ik weet één ding: wanneer mijn contract afloopt, moet ik even afstand nemen van deze club. Tegenwoordig concentreer ik mij nog maar op één ding: mijn vorm behouden, zodat ik klaar ben wanneer ik ergens mijn kans krijg. Er is namelijk ook nog de nationale ploeg van Niger, en daar kan het heel snel gaan”.

“Vergis je niet: ik zal tot de laatste dag van mijn contract professioneel blijven. Als ik een halfuur voor de start van de training aanwezig moet zijn, zal ik een halfuur voor de start aanwezig zijn en geen minuut later. Maar een half uur na de training ben ik ook weer weg. Ik wil geen mensen kruisen die ik liever niet wil kruisen. Ik wil het conflict vermijden”.

Heb je het dan over mensen van de technische staf, of meer van het bestuur?

“Tegen de mensen van de technische staf heb ik helemaal niets. Ondanks alles kom ik nog altijd met evenveel plezier als vroeger trainen. De staf brengt mij nog altijd dingen bij, en anderzijds zorg ik nog altijd voor sfeer in de kleedkamer – dat zit nu eenmaal in mijn karakter. De miserie komt van hoger”.

“Gelukkig heb ik in november die twee WK-kwalificatieduels gespeeld voor Niger. Dat staat, met het oog op de zoektocht naar een nieuwe club, toch maar mooi op mijn cv. En het deed me ontzettend deugd om nog eens tussen de palen te staan, dat was bij Anderlecht toch al even geleden. Ook de positieve opwinding deed me even mijn zorgen vergeten”.

Je wist toch al een beetje waaraan je je kon verwachten? Je maakte in juni al je officiële debuut in een oefeninterland tegen Congo-Brazzaville. Alhoewel… was dat wel een officiële interland? Niet alle websites nemen die immers op in hun lijsten.

“Ik zal eerlijk zijn: ik ben daar niet altijd perfect van op de hoogte. Maar dat moet volgens mij toch wel een officiële interland geweest zijn, want hij viel op een officiële FIFA-datum. Alleszins, die wedstrijd tegen Congo-Brazzaville (waarin Guy Mbenza, op dat moment door Antwerp FC uitgeleend aan Stade Lausanne-Ouchy, het enige doelpunt scoorde, red.) was voor mij de eerste keer”.

Heeft een van je drie latere interlands je debuut al voorbijgestoken qua intensiteit?
“In mijn tweede interland, een vriendschappelijke wedstrijd tegen Soedan, startte ik maar moest ik gewisseld worden door een armblessure. Maar ik zal iets positiefs kiezen: tegen Djibouti hebben we bijna onze grootste overwinning ooit geëvenaard. Niger won ooit met 7-1 (in 1990 tegen Mauritanië, red.), en wij versloegen hen met 7-2. Ik slikte één doelpunt te veel om het record te evenaren, en twee doelpunten te veel om perfect te zijn”.

Djibouti? Wat moet ik me daarbij voorstellen?

“Vergis je niet: in de heenwedstrijd (toen Niger met de 38-jarige Kassaly Daouda in doel met 2-4 won, red.) kregen we meer weerstand van Djibouti. Zij scoorden toen ook als eerste. Al hebben we die heenwedstrijd eerlijk gezegd wat te licht opgevat. Een paar dagen eerder hadden we een goede wedstrijd gespeeld tegen Burkina Faso, ondanks het feit dat we met 0-2 verloren. Een groep spelers is de avond voor die wedstrijd vrij laat gaan slapen. Dat soort details maken fysiek misschien niet altijd het verschil, maar mentaal wel. Het illustreert ook perfect het professionalisme dat Niger nog wat ontbeert. Hoe klein de tegenstander ook is, je moet respect voor hem opbrengen”.

“De terugwedstrijd tegen Djibouti namen we veel serieuzer op. We hadden toen eveneens pas een wedstrijd tegen Burkina Faso achter de rug (de derde A-cap van Van Attenhoven, red.). Daarin pakten we in tegenstelling tot in de heenwedstrijd een punt, maar voetballend konden we een pak minder brengen dan twee maanden eerder. De sfeer was ook anders, want Burkina Faso was toen samen met Algerije nog volop in de strijd om de groepswinst verwikkeld. Toen wij op voorsprong kwamen, staken ze bovendien nog een tandje bij qua intensiteit. Kort voor het uur maakte Burkina Faso gelijk vanop de strafschopstip, maar gelukkig hebben we in het resterende halfuur. Elk punt is immers belangrijk om de stijgen op de FIFA-wereldranglijst”.

Het WK 2022 zul je dan wel niet halen, maar als Nigerees international ben je wel al in een paar landen geweest waar een Belgisch jeugdinternational gewoonlijk niet komt.

“Ooh, maar vergis je niet: zowel de heen- als de terugwedstrijd tegen Burkina Faso werd bijvoorbeeld in Marrakesh gespeeld. Ons stadion was nog niet klaar voor onze zogenaamde thuiswedstrijd, en Burkina Faso moest vanwege een schorsing – vraag me niet waarom – ook in Marrakesh spelen. Dat maakt dat we dat hotel daar intussen al goed kennen. De ene keer zien we er rond het zwembad dan behoorlijk wat feestjes, om de andere keer op een paar families na niemand te zien in het hotel”.

“Het is misschien niet slecht dat we wat interlands in Marokko hebben afgewerkt. De terreinen zijn daar sowieso beter dan in Sub-Saharaans Afrika. Het blijft natuurlijk Afrika, maar ik noem Marokko, Algerije en Egypte ‘het professionele gedeelte van Afrika’.  

Jij speelt dus in het onprofessionele deel van Afrika?

“Over de logistieke problemen heb ik je vorige keer inderdaad een aantal zaken verteld. In Madagaskar was het door de hoge vochtigheidsgraad nauwelijks mogelijk om te trainen op dat synthetisch veld, de coach stuurde ons steevast na twintig minuten naar binnen. Een ijsbad, dat is daar een vuilnisbak met ijsblokjes in. En zo zijn er nog van die zaken. Maar over de voetbalbeleving kan ik je niets dan goeds vertellen. Afrikanen, en dan heb ik het over alle landen, spelen met heel hun hart. Bij Europese clubs spelen ze veel meer voor hun eigen winkel, maar een Afrikaan zal voor jou lopen tot hij erbij neervalt. Dat zijn allemaal broeders. Ik ben ontzettend blij dat ik op mijn achttiende zoiets heb leren kennen”.

“Ik ben zelfs nu al krijtlijnen aan het uittekenen om in Niger iets op te starten. Ofwel een vereniging die voedsel uitdeelt, ofwel een voetbalacademie. Ik ben hier en daar al aan het onderhandelen. Mijn vriendin, die toch het een en het ander van financiën afweet, zal de sleutels ervan in handen krijgen. Met een voetbalacademie zou ik Europese coaches naar Afrika kunnen brengen en zo mijn steentje kunnen bijdragen aan de voetbalontwikkeling daar”.

Dat is nobel. Je zou daarmee trouwens in de voetsporen van Craig Bellamy treden.

“Dat is waar. Ik dompel me trouwens sowieso meer en meer onder in het Afrikaanse voetbal. Dat wordt wat mij betreft serieus onderschat. Je kunt dat niet begrijpen zonder het te hebben meegemaakt als speler of als coach. Mensen die op tv naar Afrikaanse voetbal kijken zullen zeggen dat gaat maar op en neer, maar als je zelf op dat veld staat, zie je dat het om veel meer gaat. Sommige spelers hebben ontzettend veel talent, maar in het voetbal hangt het serieus af van details en omstandigheden”.

“Ik zal je bijvoorbeeld het verhaal vertellen van Victorien Adebayor. Die scoorde vijf keer in onze WK-kwalificatiegroep, enkel Islam Slimani scoorde meer. De kolonel heeft zijn best voor hem gedaan en heeft vorig jaar een transfer voor hem geregeld (naar HB Køge, red.), maar na twee maanden is hij teruggekeerd. Hetzelfde gebeurde met zijn transfer naar Egypte. Victorien heeft ontzettend veel kwaliteiten, maar is zo gebonden aan zijn thuisstad dat hij elders niet kan aarden. Moet je zo’n jongen dan verplichten om zijn geliefde thuisland te verlaten voor een buitenlands avontuur? Dat is een omstandigheid die je niet in de hand hebt”.

“Veel heeft natuurlijk te maken met de voetbalcultuur. In Europa kunnen we direct zien of een speler talent heeft of niet, maar in hun ogen spelen ze allemaal op dezelfde manier. In hun ogen zijn wij allemaal Messi’s en Ronaldo’s, maar ze beseffen niet dat ze dat zelf ook zouden kunnen zijn. Het is dus eigenlijk geen slechte zaak dat er wat expatriés in het Afrikaanse voetbal instromen. De mensen staan daar allemaal heel open voor trouwens, zelfs de kolonel is bereid om een financiële inspanning te leveren voor ons – want op financieel vlak is er natuurlijk een verschil tussen de Europese Nigerezen en de mannen die daar voetballen. Wij kunnen hun ogen openen op dat vlak. En ik zeg je: binnen tien à vijftien jaar moet de Afrika Cup qua kwaliteit niet meer onderdoen voor een EK”.

Allemaal naar Niger-Tanzania kijken dus in plaats van Finland-Rusland kijken dus?

“Ik zal het zo zeggen: als ik na mijn eerste afreis naar de nationale ploeg van Niger gezien had dat het Afrikaanse voetbal een catastrofe is, zou ik er onmiddellijk mee gekapt zijn. Zelfs al is dit een keuze van het hart. Akkoord, er is een enorme achterstand ten opzichte van het voetbal in Europa. Maar zelfs de tegenstanders die we bekampen hebben hun kwaliteiten. Ik wil die boodschap echt zoveel mogelijk verkondigen, want de Europeanen hebben echt een fout beeld van het voetbal in Afrika”.

Dat is bij deze gebeurd.

“Een simpel voorbeeld: Edouard Mendy wint de Champions League, maar Gianluigi Donnarumma wordt op de Ballon d’Or verkozen tot beste doelman. Waarom? Omdat hij het EK won. En als de FIFA moet kiezen tussen het EK en de Afrika Cup, il n’y a pas photo. Als je echter puur hun prestaties op clubniveau zou vergelijken, zou er geen enkele twijfel mogelijk zijn”.

Tegen de volgende Ballon d’Or-verkiezing zal er een nieuwe Afrika Cup gespeeld zijn, maar geen EK. Afwachten wat dat geeft. Maar zeg eens, Naim, waar zie jij jezelf dan staan binnen een jaar?

“Er is interesse uit de Ligue 2, afwachten wat dat geeft. In Frankrijk tekenen zou mij niet slecht uitkomen, want dan blijven mijn vriendin en ik dicht bij onze familie. Dat is iets helemaal anders dan in de Emiraten tekenen. Enfin, vriendin… In het voorjaar gaan we trouwen. Eerst doen we het religieuze gedeelte, later volgt er een groot feest. We zijn allebei moslims, en door ons huwelijk zijn we zeker dat we alles doen zoals het hoort”.

Amai, proficiat!

“Bedankt. Wist je trouwens dat dit mijn eerste relatie is die volledig los van het voetbal staat? Mijn twee ex-vriendinnen zijn de dochter van Dražen Brnčić, de huidige coach van RFC Liège en tevens de ex-coach van RWDM, en die van Stéphane Stassin”.

Je moet je werk niet steeds meenemen naar huis, Naim. Neen, alle gekheid op een stokje: succes!