In de rubriek ‘vergane glorie’ licht DFVF een ‘vergane’ ploeg uit Nederland of België uit. In deze aflevering aandacht voor RCS Visé. Deze club  speelde in de jaren negentig en na de eeuwwisseling enkele seizoenen in de Tweede Klasse. Het seizoen 2010/2011 was het meest succesvolle jaar uit de clubhistorie. Dat jaar werd onder coach José Riga een vijfde plaats behaald in de Tweede Klasse. In het seizoen 2014/2015 verdween de club vanwege een faillissement. De tragedie van een kleine club die ten onder ging, nadat het in handen kwam van allerlei vage investeerders.

In de Belgische grensplaats Visé (Vlaams: Wezet) is nooit op het allerhoogste niveau gevoetbald. RCS Visé, in 1924 opgericht onder de naam Cercle Sportif Visétois en bij de KBVB aangesloten onder stamnummer 369, komt jarenlang voornamelijk uit in de provinciale reeksen. Slechts af en toe weet het door te dringen tot de nationale Vierde Klasse. In de jaren negentig kent de club een succesvolle periode en weet het op te klimmen naar de Derde Klasse. In die periode speelt Axel Witsel er enkele jaren in de jeugdopleiding.

Tweede Klasse

In 1998 wordt Visétois tweede in de Derde Klasse. De club mag daarom deelnemen aan de eindronde voor promotie en bereikt daarin de finale. Die wordt met 2-1 gewonnen van Ingelmunster. De club promoveert zo voor de allereerste maal in haar historie naar de Tweede Klasse. In 1999 wordt een nieuw stadion in gebruik genomen: het Stade de la Cité de l’Oie met een capaciteit van 5.460 plaatsen. Het verblijf in de Tweede Klasse duurt helaas maar twee seizoenen. In het jaar 2000 degradeert Visé weer.

De clubleiding stelt na de degradatie de in Visé geboren José Riga aan als hoofdtrainer. Riga speelde maar liefst elf seizoenen als voetballer voor CS Visé, was er jarenlang captain en kent de club als geen ander.

Dat was toen een beetje een speciale situatie. Het jaar voordien speelden ze in de tweede afdeling en het ging niet goed. Halfweg het seizoen stuurden ze zowat de helft van de ploeg op uitleenbasis naar andere ploegen en haalden spelers van Standard binnen met Labarbe als trainer. Dit om een degradatie af te wenden. Het plan mislukte en de ploeg zakte wel. De “eigen” spelers die voordien uitgeleend werden, werden op het eind van het seizoen teruggehaald. Slechts twee spelers van Standard bleven. Het werd dus een zeer moeilijke situatie, zeker op psychologisch vlak voor de spelers die eerst weggestuurd waren en nu in 3e afdeling zouden moeten spelen” – José Riga

Aan de hand van Riga eindigt Visé als vierde in de Derde Klasse B en mag daarom deelnemen aan de eindronde voor promotie. Hierin wordt Zulte-Waregem, toen al met Francky Dury aan het roer, verslagen.

Een verblijf van vier jaar in de Tweede Klasse volgt. In het eerste jaar eindigt de ploeg als achtste. José Riga besluit zijn contract niet te verlengen en wordt opgevolgd door trainer-coach Gilbert Bodart, die bij zijn aanstelling beweert geld en sponsors mee te brengen. Met een nog jonge Aloys Nong in de ploeg eindigt Visé in 2003 verdienstelijk als zesde. De ploeg komt maar een paar punten tekort voor het behalen van de promotie-eindronde in Tweede Klasse.

Ook in het seizoen 2004/2005 maakt Visé nog kans op diezelfde eindronde. De club beschikt over een team met spelers als Guillaume Gillet, Christian Landu-Tibi en Souleymane Oulare. De club bivakkeert in de staart van de rangschikking, maar maakt desondanks nog kans op het behalen van de derde periodetitel. Op de laatste speeldag geeft een nederlaag van toekomstig kampioen Zulte Waregem én winst van Visé recht op een plek in de eindronde voor promotie naar de Eerste Klasse. CS Visé verliest deze cruciale wedstrijd echter met 0-1 van Dessel Sport.

RCS Visé
Het Stade de la Cité de l’Oie, heden ten dage de thuishaven van URSL Visé, FC Richelle United en de Basse-Meuse Football Academy

Zo mist het de periodetitel én de eindronde om promotie. Erger nog: de club wordt in de eindstand gepasseerd door datzelfde Dessel, belandt op de zestiende plaats en moet daardoor een andere eindronde spelen: die voor klassenbehoud. Visé verliest de finale van die eindronde uiteindelijk na verlening van OH Leuven en zakt opnieuw naar de Derde Klasse.

Terugkeer José Riga

Vijf seizoenen ploetert de ploeg uit de Ganzenstad  vervolgens in de Derde Klasse. In 2008 heeft de voorzitter van Visé José Riga benaderd voor de functie van sportief directeur. Riga tekent een contract voor drie jaar. Het legt de club geen windeieren. In zijn eerste jaar wordt Visé tweede en haalt het de eindronde. In het tweede seizoen is Riga naar Engels model behalve sportief directeur ook coach. Met onder meer een jeugdige Hamdi Harbaoui op het veld, wordt Visé dat seizoen (2009/2010) kampioen in de Derde Klasse B. Het heeft maar liefst negen punten voorsprong op naaste belager Olympic Charleroi.

Het daarop volgende jaar, het seizoen 2010/2011, zal de boeken ingaan als het meest succesvolle seizoen uit de clubhistorie. In de Tweede Klasse wordt een vijfde plaats behaald. De selectie bestaat dat jaar onder meer uit spelers als Johan Gerets, Baptiste Schmisser, Vincenzo Verhoeven, Antonio Caramazza, Guillaume Legros en Raphaël Lecomte.

Indonesische investeerders

In 2011 komt Visé in handen van Indonesische investeerders. Een primeur, want het is de eerste keer dat een Belgische ploeg wordt overgenomen door Aziaten. De nieuwe investeerders hadden reeds een belang in een aantal andere voetbalclubs: Pelita Jaya in Indonesië, Leicester City in Engeland, Brisbane Roar in Australië en SA Deportivo in Uruguay. De opzet is het creëren van een carrousel van clubs om gemakkelijk met jonge -Indonesische- talenten te kunnen schuiven, het spelniveau van deze talenten omhoog te krikken, met als uiteindelijk doel met Indonesië het Wereldkampioenschap Voetbal te halen. De Indonesiërs steken hun ambitie niet onder stoelen of banken: men wil met Visé zo snel mogelijk naar de Eerste Klasse !

“We willen aandelen van een Belgische club kopen omdat we Indonesische spelers de kans willen geven om in Europa te spelen. We kijken vooral naar België omdat de immigratieregels er erg flexibel zijn” – Bakrie topman Iman Arif in de Gazet van Antwerpen.

Om hun ambitie kracht bij te zetten, halen de nieuwe eigenaren een karrenvracht aan nieuwe spelers. Onder hen vier Indonesische talenten, maar liefst negen Italianen en twee Uruguayanen. Ook weet de club onder meer Damir Mirvic (Roesselare), Jeffrey Rentmeister (Dudelange) en Massimo Moia (Charleroi) vast te leggen.

Hoewel Visé bekend staat als de “ganzenstad” heeft het sinds de komst van de ambitieuze Indonesiërs meer weg van een duiventil. Niet alleen in de spelersgroep, maar misschien nog wel meer in de trainersstaf. José Riga, die zo succesvol geweest was met de club, kan een nieuw contract tekenen, maar wordt weggeplukt door grote buur Standard Luik. Zijn opvolger, de Zwitser Vittorio Bevilacqua, houdt het welgeteld één week uit en pakt dan al zijn biezen. Marc Grosjean wordt aangesteld als trainer nummer drie. Ook hij is zo weer weg. Na welgeteld vijf speeldagen (met zeven punten en een achtste plaats in de rangschikking) wordt hij de laan uitgestuurd. De Italiaan Loris Dominissini (ex-Udinese) volgt hem op en maakt het seizoen af.

Teloorgang en faillissement

De prestaties van Visé op het veld stroken duidelijk niet met de ambities van de Indonesiërs. Visé speelt, ondanks de investeringen, geen enkele rol van betekenis in de Tweede Klasse en van de ingevlogen Indonesische spelers, maken er slechts twee nu en dan speelminuten. Het vervangen van coach Dominissini door een andere Italiaan, Manuele Domenicali, zorgt in 2013 ook niet voor verbetering. De prestaties op het veld blijven ondermaats. Domenicali maakt bovendien bijna helemaal geen gebruik meer van de diensten van zijn Indonesische spelers. Zij kwijnen weg op de reservebank en verruilen Visé weer voor de Indonesische competitie. Alleen Alfin Tuasalamony blijft nog wat hangen aan de boorden van de Maas.

RCS Visé
De toegangspoort van het stadion herinnert bezoekers nog steeds aan de bespeler van weleer

Ook met mannen als Jonathan Benteke, Daan de Pever, Roel van Hemert en Cris Makiese in de ploeg, kan in het seizoen 2013/2014 niet worden voorkomen dat Visé als achttiende en laatste eindigt. Een desastreus seizoen, met slechts twee overwinningen. Aan de eindstreep bedraagt de achterstand op nummer voorlaatst Hoogstraten maar liefst vijftien punten. Visé degradeert naar de Derde Klasse. Spelers worden maanden niet betaald en verlaten massaal de club. De Indonesiërs willen van de club af en gaan op zoek naar nieuwe investeerders.

Die vindt men in een investeringsgroep bestaande uit Belgen en Engelsen. In mei 2014 vindt de overname plaats en wordt Terry Fenwick aangesteld als nieuwe coach. De voormalige Engelse international (ex-speler van Tottenham, QPR en Crystal Palace) moet de club zo snel mogelijk opnieuw naar de Tweede Klasse loodsen.  Als trainer stond de Engelsman aan het roer bij Portsmouth en Northampton en in Trinidad & Tobago bij San Juan Jabluteh en Central FC. Fenwick krijgt toezeggingen dat hij mag investeren in de spelersgroep en zodoende neemt hij vier internationals van Trinidad & Tobago mee naar België: Kevon Villaroel, Elton John, Willis Plaza en Rundell Winchester.

“Ik ben benaderd door investeerders die buitenlandse voetbalclubs in financiële moeilijkheden willen overnemen. Bij Visé zien zij mogelijkheden. Het doel is om dit seizoen terug te keren naar de Tweede Klasse in verband met de herstructurering van het profvoetbal door de Belgische voetbalbond en de daarbij behorende financiële garanties” – Michael Scanlan, advocaat, namens de Engelse investeerders in L’Avenir

Na drie maanden begint het echter al weer te rommelen. De door de nieuwe investeerders gedane beloften blijken allemaal gebaseerd op gebakken lucht. Er is geen geld, geen plan en dus geen toekomst. Begin 2015 is Fenwick daarom alweer weg, met de internationals in zijn kielzog. Hij wordt opgevolgd door Sunday Oliseh. De club zakt steeds verder in het moeras van financiële en sportieve ellende en al snel kan de club haar financiële verplichtingen niet meer nakomen. Op 28 oktober 2014 gebeurt het onvermijdelijke: de handelsrechtbank van Luik spreekt het faillissement uit. Contractspelers en stafleden zijn vrij om te gaan en staan waar zij willen.

Onder leiding van de curator wordt het seizoen afgemaakt met onder meer jeugdspelers. De ploeg eindigt nog als zestiende in de stand, vlak boven CS Verviers. In juni 2015 kondigt de curator aan dat een doorstart niet meer haalbaar is. Stamnummer 369 wordt definitief geschrapt en RCS Visé houdt op te bestaan.

 


De foto’s bij dit artikel zijn gemaakt door onze eigen redacteur. Portretrechten worden niet opgeëist.