Union en Beerschot, da’s samen goed voor achttien landstitels – elf voor Union, zeven voor Beerschot. Dat het niet de huidige eersteklasser maar de in 1999 verdwenen 1.0-versie van Beerschot is die die zeven titels binnenhaalde is natuurlijk een ontegensprekelijk feit, maar als het huidige Beerschot Voetbalclub Antwerpen door de goegemeente dan toch wordt gezien als de geestelijke opvolger van het oorspronkelijke Beerschot, zou het zonde zijn om deze mooie statistiek te laten liggen. Zeker als de clubs soms een heel seizoen konden vullen met hun onderlinge titelstrijd – en soms zelfs langer.
In die achttien seizoenen dat Union of Beerschot kampioen werden, gebeurde het slechts drie keer dat beide clubs samen in de top twee eindigden: in het seizoen 1921/22 stonden Beerschot en Union na 26 speeldagen samen eerste met 39 punten en had Beerschot een titelwedstrijd in het Jules Ottenstadion nodig om zijn eerste landstitel te vieren, het seizoen daarop nam Union wraak door met vijf punten meer dan nummer twee Beerschot kampioen te worden, en het seizoen was Beerschot opnieuw aan het feest – ditmaal met een iets groter verschil op Union dan twee jaar eerder, namelijk… één punt.
Beerschot – met naast de gebroeders Braine en de olympische kampioenen Rik Larnoe en André Fierens ook Ivan Thys, pas vader geworden van een zoon genaamd Guy – begint het seizoen 1923/24 met twee gelijke spelen. Toch kan de vicekampioen de regerende landskampioen op de derde speeldag al bijbenen wanneer de Brusselaars met 2-1 onderuitgaan in de derby tegen Racing Club Brussel. Op de zevende speeldag lijdt ook Beerschot zijn eerste nederlaag: op het veld van Club Brugge gaan de Antwerpenaars met 2-1 de boot in. Union laat het echter na om daarvan te profiteren, want tegen Racing Club de Gand – het huidige KRC Gent – komt Union niet verder dan een 1-1-gelijkspel.
Cercle Brugge, Racing Club Brussel en Standard draaien lang mee aan de top, maar op drie speeldagen van het einde is het duidelijk geworden dat de titelstrijd opnieuw een duel tussen Beerschot en Union wordt. Bekijken we even het programma, dan zien we dat Beerschot op papier veel meer te vrezen had dan de titelhouder: de ploeg van de Schotse trainer Johnny Dick heeft dan nog verplaatsingen naar Cercle Brugge, Berchem Sport en Racing Club Brussel voor de boeg, terwijl Union nog twee thuiswedstrijden (tegen Standard en Berchem Sport) en een verplaatsing naar ARA La Gantoise – het huidige KAA Gent – op de kalender heeft staan. Tiens, merken we daar niet twee keer de naam van Berchem Sport op? Dat belooft…
Met drie punten bonus trekt Beerschot op zondag 30 maart 1924 naar Brugge, maar de Mannekes gaan opnieuw in de fout in de Breydelstad: na hun eerste (2-1 tegen Club Brugge) lijden ze er ook hun tweede seizoensnederlaag, ditmaal tegen Cercle Brugge. Gelukkig voor Beerschot heeft Union het nagelaten om daar optimaal van de profiteren: de kampioen is tegen Standard blijven steken op een 1-1-gelijkspel, waardoor de voorsprong slechts geslonken is tot twee punten bonus. Een week later doet Beerschot zijn werk in de derby tegen Berchem Sport: de paars-witten halen het met 0-2. Ook Union klaart de klus echter in zijn laatste thuiswedstrijd van het seizoen: olympisch kampioen Robert Coppée scoort het enige doelpunt van de wedstrijd. De slotspeeldag wordt dus allesbeslissend.
Op zondag 13 april 1924 trekt Beerschot naar De Ganzenvijver in Ukkel, waar zesvoudig landskampioen hen opwacht. Enkele kilometers verderop ontvangt Union dan weer een andere club uit Antwerpen, namelijk Berchem Sport. Beerschot heeft aan een gelijkspel tegen de nummer drie uit het klassement genoeg, maar beleven een knap lastige namiddag in Ukkel: de leider doet zijn uiterste best, maar doelman Jean De Bie – ook al een olympische held uit 1920 – is niet te verschalken. Pas na de rust weet Albert Hendrickx het openingsdoelpunt van Jooris uit te wissen. Helemaal op het einde dompelt Racing-aanvaller Verstraeten de Mannekes in diepe rouw door de 2-1 te scoren. Zal er, net als bij de eerste landstitel in 1922, een testwedstrijd tegen Union op neutraal terrein nodig zijn? Neen, zo blijkt uit een telefoontje naar een paar kilometer verderop. Union heeft opnieuw niet geprofiteerd van een misstap van Beerschot: Berchem Sport, dat qua klassement niets meer te winnen of te verliezen had, heeft de Brusselaars op een 1-1-gelijkspel gehouden. Geen negende titel dus voor de Brusselaars, die zou pas in 1933 behaald worden door de Union 60-lichting. Union had op die dertiende april 1924 dan wel meer olympische kampioenen in zijn rangen dan Beerschot (naast Robert Coppée ook Emile Hanse, Louis Van Hege en Joseph Musch), het goud ging die dag wel naar de club uit de gaststad van de Olympische Spelen van vier jaar eerder, namelijk Antwerpen.
Lees de complete reeks Speeldag 2: KV Oostende en de tweede speeldag: een potentiële katercocktail voor Genk |