Eindelijk is het zover. Het einde van de winterstop. Weg uit een van de meest duistere periodes van het jaar. Na een tweetal weken zonder voetbal en vol ontwenningsverschijnselen kunnen we eindelijk terug naar de plaats waar we ons thuis voelen: het stadion. Kerst en nieuw is traditioneel even doorbijten – of toch voor de mensen die niet geïnteresseerd zijn in de competitie van Tanzania of Iran. Dat flauwe afkooksel van ‘Boxing Day’ laat ik natuurlijk even buiten beschouwing. Reikhalzend keek ik al uit naar afgelopen weekend en de mooie affiches of stadions die ik kon bezoeken. En waar kunnen we 2024 beter mee op gang trappen dan een groundhop naar een van die verborgen pareltjes uit het Brusselse

Een maand na mijn eerste tripje naar Brussel was het dringend tijd voor een nieuw hoofdstedelijk avontuur. Het aanbod was nog best klein, maar mijn oog viel meteen op RSD Jette. Ik had al veel gehoord over deze club. Voornamelijk het stadion is onder groundhoppers een begrip en stond dus al een tijdje bovenaan mijn lijstje. Met Tubize stond er ook een club tegenover die ik nog kende uit het verleden en die misschien wel wat volk zou meebrengen. Onverschrokken trotseerde ik dus zaterdag de vrieskou en maakte ik de verplaatsing richting Brussel.

Het stadion daadwerkelijk vinden was eigenlijk al een hele onderneming. Je rijdt er voorbij en ziet door de bomen de lichtmasten al schijnen, maar ondanks drie passages had ik geen flauw idee hoe je er nu eigenlijk binnen moest komen. Dan maar een parkeerplaats zoeken. Dat was ook weer gemakkelijker gezegd dan gedaan. Omdat ik een panische angst heb om in een S achterwaarts te parkeren, rij ik liever nog paar minuutjes rond. Toen ik eindelijk de wagen kon wegzetten en na tijdje ook daadwerkelijk de ingang had gevonden, kon de eerste ‘vinck’ van 2024 van start gaan.

Meteen ben ik waanzinnig onder de indruk. De bouwvallige kantine met in grote letters ‘Clubhouse’ is een echte eye-catcher. Door de koude wandeling besluit ik meteen binnen de sfeer op te snuiven en even op mijn positieven te komen. Als je binnenkomt, lijkt het wel of je bij een lokale vierdeprovincialer bent. De lelijke gele muren en de oude bordjes binnen zijn charmant, en dat terwijl op de toog een schaal bouletten warm staat te worden en de frietjes worden gebakken bovenop de wasmachine. Hemels! Misschien is dat de reden waarom een hamburger maar twee euro kost?

Ik heb intussen wel veel tijd verloren en om het eerste fluitsignaal toch mee te maken, verplaats ik me richting terrein. Je moet even een beetje omhoog, en daar duikt dan het veld op, geflankeerd door een van de prachtigste tribunes die ik ooit al gezien heb. In het midden staat een geweldige oude zittribune met aan beide kanten staanplaatsen. Die zijn bezaaid met mooie barelen en zit onder het mos. Waarom weet ik niet, maar een stadion dat aan een bos grenst heeft bij avondmatchen altijd een betoverend effect op mij. Om dit pareltje beter in beeld te brengen, loop ik even rond. Rondom het veld is er echter geen sprake van verharding en beklaag ik mij de keuze om ‘slechte’ schoenen aan te trekken. Het water sijpelt naar binnen. Dat wordt nog een lange wedstrijd.

Royal Scup Dieleghem Jette, zoals de club voluit heet sinds de fusie met Etoile Dieleghem, speelt momenteel in de Tweede nationale en krijgt met Tubize toch een topclub over de vloer. Het stadion loopt aardig vol, naar schatting een man of 300. Jammer genoeg doet Jette het niet schitterend en na één minuut kan de keeper al gaan vissen. Dit tot grote vreugde van de vijf trommelaars van de uitploeg. Het is de voorbode van een pijnlijke wedstrijd die op 1-4 zal uitdraaien.

“Alleeeeeeeeeeeeeeeeez Jet”, luidkeels en tot dertig keer toe. Aan de man naast mij lag het zeker niet. Hij werd er meermaals op aangesproken door de fans van Tubize, maar met een lach en een zwans was alles snel opgelost.

Tijdens de wedstrijd raakte ik zelf nog even verzeild in een gesprek met Nederlanders die om exact dezelfde reden vanuit Rotterdam naar Jette waren afgezakt. Zo zie je maar dat het Stade Communal de Jette nog steeds een grote naam is onder stadionfetisjisten.

Voldaan en met nog een verschrikkelijke hamburger voor onderweg besloot ik een prachtige ground vaarwel te zeggen. Wanneer je eens in de buurt bent en Jette speelt thuis, kan ik alleen maar aanraden te gaan. De warme mensen en de zeldzame parel die de hoofdtribune is, maken het stadion zeker een bezoekje waard. Ik ben benieuwd wat voor moois dit Brusselse avontuur mij nog meer zal brengen!