De eyecatchers van Londen zijn overal ter wereld bekend. En toch is er eentje die velen durven vergeten. Een bezoek aan het land waar het voetbal grootgebracht is, is niet compleet zonder een oerdegelijke Engelse wedstrijd. Ja, ook voor niet-voetballiefhebbers een aanrader. Craven Cottage zoog me mee in het spelletje en de sfeer vanop – letterlijk – de eerste rij.

Ik smacht al even naar een nieuwe citytrip naar Londen. Het is alweer 9 jaar geleden dat ik er geweest ben. Wat een geweldige grootstad blijft het toch met al zijn facetten en uiteenlopende charmes. De architectuur, de typische bussen en auto’s, de cultuur, de verwonderlijke monumenten, het heerlijk Britse accent. Love it. Graag nog een keer.

Maar ditmaal doe ik er nog een schep bovenop. Ik steek de plas over – of zeg met de Eurostar maar onder – met een ander specifiek doel. Iets wat al jaren op mijn denkbeeldige bucketlist staat. Het land dat voetbal ademt en de sport ook grootbracht, kan ik niet zomaar verlaten zonder een wedstrijd bij te wonen.

Er zijn natuurlijk de traditionele topclubs. Met Arsenal, Chelsea en Tottenham Hotspur heeft Londen er wel een paar in bezit. Ongetwijfeld de moeite waard, maar ik kies voor een variant. Een ploeg die voetbalgeschiedenis uitstraalt. Niet de allergrootste, maar wel de oudste professionele club van Londen. Fulham FC, The Cottagers. Opgericht in 1879 en de laatste jaren schipperend tussen het tweede en eerste niveau. Dit seizoen puik meedraaiend in de linkerkolom in de Premier League.

Craven Cottage (29.589 plaatsen): “Net een oud schoolgebouw

In en rond het stadion aan de Theems blijft de authentieke voetbalsfeer overeind. Ondanks er plaats is voor bijna 30.000 fans, valt het stadion in de welgestelde wijk van de Engelse hoofdstad niet meteen op. Zeker als voetballeek zou je er zo voorbijlopen, omdat de voorgevel van de hoofdtribune weinig prijsgeeft. In België het best te vergelijken met het Joseph Marienstadion, de thuishaven van Union.

De meer dan 100 jaar oude Johnny Haynes Stand – vernoemd naar het gelijknamige clubicoon van Fulham – doet op het eerste gezicht denken aan een vroegere fabriek of een oud schoolgebouw. Allesbehalve hypermodern, maar wel een geheel van rode bakstenen. Dit stadiongedeelte is inmiddels tot monument uitgeroepen – zeg maar erfgoed, net als The Cottage. Vrij vertaald ‘het huisje’ dat zich in de hoek van het stadion bevindt waar de spelers zich omkleden.

Supportoerisme

Twee uur voor de wedstrijd dwalen er al verschillende supporters rond in de straat voor het stadion. De fans maken zich op voor een echte kraker tegen leider en toekomstig kampioen Liverpool. De laatste keer dat Fulham hier tegen hen won dateert al van december 2011.

Een kleine menigte wacht aan de grote toegangspoort, waar straks de spelersbussen arriveren. De sterren van Liverpool zie je natuurlijk niet elke dag passeren. Hier staan niet enkel de diehard Fulham-fans die iedere week naar hun vertrouwde ploeg komen kijken. Eerder gelegenheidssupporters die net als ik een wedstrijdje komen meepikken voor de sfeer. De dubbelbedrukte sjaals waar het logo en de naam van beide ploegen op prijkt, verraadt de ‘supportoeristen’. Ook ik wil graag zo een exemplaar om straks rond mijn nek te dragen.

Veel pubs zijn er niet meteen in de buurt. Een beetje vreemd wel.

“Je vindt ze op de hoek van de straat”, vertelt een van de wachtende fans aan de poort. En jawel, nog geen 100 meter verderop staan twee jonge gasten met een vuilniszak vol sjaals. Hun collega-verkopers dwalen in dezelfde buurt rond. Ze weten dat ze er zaakjes mee kunnen doen. Twintig pond vragen ze. In de fanshop betaal je evenveel voor een echt exemplaar. Afdingen dan maar? Zeker het proberen waard, maar ik denk er niet te hard over na en koop ‘m gewoon. Geen gedoe. Blij dat ik hem heb.

Locals

De spelersbussen laat ik voor wat ze zijn. Ik zie de hoofdrolspelers straks wel op het veld acteren. Met een wedstrijd die vlak na de middag plaatsvindt – 14 uur lokale tijd – is het ideaal om nog even wat comfortfood naar binnen te werken. Op straat staan verschillende drank- en eetkraampjes, maar een supporterscafé waar ook de locals zitten lijkt me net iets gezelliger.

Veel pubs zijn er niet meteen in de buurt. Beetje vreemd wel. Gelukkig schijnt de zon, wat een korte wandeling des te aangenamer maakt. The Golden Lion, een paar straten verderop, wordt getipt als stamcafé van de Fulham-aanhang. Aan sfeer zal daar ongetwijfeld geen gebrek zijn, maar ik mik toch op een andere pub.

Fish, chips en Estrella

Op een kleine kilometer van het stadion, een kwartiertje wandelen, ligt The Crabtree. Vlak aan de Theems. Een gezellig druk café met een ruim terras inclusief buitenbar. Jong en oud troepen er samen. Sommige dragen wit-zwarte sjaals, andere hebben een shirt van Fulham aan en nog andere – zeg maar het merendeel – zit er in gewone kledij.

The Crabtree is een van de café’s in Fulham waar de supporters voor de wedstrijd verzamelen. © Google Maps & Cédric Pollenus

Ik neem ondertussen plaats op een van de vele banken. Fish en chips voor mijn neus. Doe daar nog een pint bij en de Britse snelle hap is compleet. Met verschillende bieren van het vat is er keuze genoeg. India Pale Ale (IPA) is uiteraard het uithangbord van de Engelsen, maar toegegeven niet helemaal mijn ding. Gelukkig is er ook plek voor Guinness en Estrella, die duiken in quasi elke pub hier op.

Naarmate de match dichterbij komt, neemt de spanning en adrenaline stilaan toe. Zeg maar ongeduld. Ik check regelmatig het uur op mijn smartphone, want ik wil tijdig in het stadion zitten om niks van het gebeuren te missen. Om kwart over één laat ik The Crabtree voor wat ie is. Het café zit dan nog bomvol met fans die de wedstrijd daar op televisie zullen volgen. Misschien zien ze mij straks wel in beeld verschijnen? Het zou wat zijn.  

Houten stoeltjes

De straten lopen goed vol. Ook enkelingen met een truitje van Liverpool duiken op. Van vijandigheid geen sprake, iedereen loopt er een beetje door elkaar. Zo kan het dus ook.

Na kort fouilleren kan ik het stadion via een smalle toegangspoort, een soort van zwarte deur betreden. Het heeft iets apart. Met een digitaal ticket op mijn smartphone is het makkelijk inscannen en ben ik zonder problemen meteen binnen.

Een gezellige drukte, vlak voor aanvang van de patij. © Cédric Pollenus

Ook de bouwstructuur aan de binnenkant van de tribune heeft dezelfde old school-stijl als eerder buiten al te zien was. Een beetje kil, maar het past bij de authenticiteit van het gebouw.

Opvallend is dat er nog heel wat houten stoeltjes zijn. Ook dat is een overblijfsel van vroeger. Een ijverige steward wijst me even de weg, maar op zich wijst het zichzelf allemaal wel uit.

Het stadion oogt op het eerste gezicht niet spectaculair groot, tot als je een tweede keer goed rondkijkt. Redelijk breed, maar toch zie je elke fan in het stadion zitten. Geen gigantisch complex om verdwaald in te geraken.

Craven Cottage biedt plaats aan ongeveer 29.600 fans. © Cédric Pollenus

Worldwide

Ruim een halfuur voor de start van de partij zijn er al redelijk wat supporters aanwezig. Net als ik zijn ze nieuwsgierig naar wat komen gaat.

“Can you take a picture of me”, vraag ik aan een man die enkele rijen hoger staat. Zestig jaar schat ik ‘m. Iets verderop staat zijn zoon met zijn smartphone foto’s te trekken. “Excusez-moi, je parle seulement français”. De man komt uit Bordeaux en weet mij te vertellen dat hij supporter is van Liverpool. Hij is lang niet de enige hier. Ook ik beken schuld. Al heb ik grote sympathie voor beide ploegen – makkelijk gezegd natuurlijk, maar een Fulham-truitje van Denis Odoi uit 2016 draag je niet zomaar rond je schouders.

De verschillende Franse, Nederlandse en Oost-Europese accenten die ik opvang, bevestigen dat ik hier niet in het vak van de diehard thuisfans zit. Een klein deeltje van de wereld bevindt zich hier, allemaal nieuwsgierig en onder de indruk.

Ondertussen joggen de spelers van Liverpool de grasmat op. Een volgepakt uitvak laat zich een eerste keer stevig horen. Ik loop de trappen terug af richting de boarding. Daar zie ik wereldsterren als Mohamed Salah en Virgil van Dijk van dichtbij opwarmen. Een gemoedelijke sfeer hangt er bij de bezoekers uit Liverpool. Iets meer gespannenheid lees ik af op de Fulham-gezichten. Ook zij begeven zich op enkele armlengtes, op hun helft van het veld.

Vlak voor mijn neus zie ik de spelers van beide ploegen voor de wedstrijd opwarmen. © Cédric Pollenus

Lentezon

Wanneer het vijf voor twee is, zitten de meeste fans op hun plaats. De spelers komen onder luid gejoel de grasmat op gewandeld. Ook ik ben klaar om de wedstrijd vanop letterlijk de eerste, nu ja tweede rij mee te maken. Vlak aan de middellijn. Dichter op het veld kan je haast niet zitten.

Zij die écht op de eerste rij zitten, zitten te laag en te kort tegen de boarding. Een vrouw rechts voor me legt haar jas dubbel geplooid op haar stoel, om toch maar iets hoger te zitten om beter te kunnen zien. Gelukkig heb ik dat probleem niet. Het zitje voor mij is overigens leeg, ook een meevaller. Idealiter zit ik nog vijf of zes rijen hoger om het perfecte zicht te hebben en ook meer over de spelers uit te kunnen kijken.

Ik kan letterlijk het veld aanraken, zo dichtbij begeef ik mij. © Cédric Pollenus

Onder een heerlijke lentezon – gelukkig maar, want het te korte dak van de tribune zou mij niet beschermd hebben tegen de regen – zie ik hoe de bezoekers de bal aan het rollen brengen.

Schouderklopje

Fulham laat in de eerste minuten al meteen zien dat het zich niet zal ingraven tegen de troepen van trainer Arne Slot. The Whites, zoals ze ook wel genoemd worden, proberen het een paar keer via de linkerflank, de kant waar ik zit. Een gretige Alex Iwobi maakt indruk. Ook Mo Salah dweilt de flank af. Ik kan de spelers quasi aanraken, een schouderklopje geven en bemoedigende woorden influisteren.

Met een zitje op rij twee, sta ik bijna mee op het veld tussen de spelers. Antonee Robinson (Fulham) en Mo Salah (Liverpool) kan ik quasi aanraken. © Cédric Pollenus

Na iets minder dan een kwartier voetballen trapt Alexis Mac Allister de bezoekers op voorspong. Een knal is het van de Argentijnse middenvelder. Ik zit perfect in de lijn van het schot om het leer in het zijnet te zien verdwijnen. Heerlijke goal. Het uitvak aan het feest.

Fulham is niet van slag, en gaat meteen op zoek naar de gelijkmaker. Het sfeervak op de Hammersmith End achter het doel schaart zich achter de ploeg. De gezangen aan mijn kant van het stadion zijn iets bescheidener, maar dat houdt me niet tegen om ‘C’mon Fulham’ mee te scanderen.

Chelsea-logo

“Hé lijnrechter, wat is die tattoo onder jouw shirt op je arm?”, roept een hevigere thuisfan enkele rijen achter mij richting de man met de vlag. “Is dat een roos? Of misschien wel het logo van Chelsea. Denk dan maar eens twee keer na wat je doet”. Het mag duidelijk zijn welke andere Londense club hier als rivaal wordt bestempeld.

De papieren klappers die elke fan bij aanvang van de wedstrijd gekregen heeft, klinken steeds luider. Het lijkt zijn effect niet te missen. Ryan Sessegnon, Alex Iwobi en Rodrigo Muniz zetten de scheve situatie zowaar in minder dan een kwartier helemaal recht. Craven Cottage weet niet wat het meemaakt, en ook ik moet twee keer knipperen met mijn ogen.

De competitieleider in nauwe schoentjes tegen een thuisploeg dat zorgeloos en fris voetbal laat zien. Het stadion aan de Theems zingt en springt, maar de buit is nog lang niet binnen. 3-1, de pauze komt op een ideaal moment om even op adem te komen.

Ergens hoop ik op nog wat spektakel, maar wat gun ik het dit Fulham om de zege binnen te halen.

Ondertussen krijg ik verschillende berichten binnen van mensen die weten dat ik hier nu zit. “Amai, de goede wedstrijd uitgekozen” en “al vier goals, dat is daar de moeite”. Uiteraard is het de moeite. Maak ik straks dé stunt van de speeldag mee? Nog 45 minuten geduld.

Bibberen

In de tweede helft krijg ik onder meer Liverpool-winger Luis Díaz en Fulham-back Timothy Castagne voor mijn neus te zien – nota bene de enige Belg op het veld.

De bezoekers moeten in de tweede helft een serieuze tand bijsteken. Dat doen ze ook, maar niet met heel veel inspiratie. De thuisploeg blijft relatief eenvoudig overeind. Af en toe prikt het zelfs nog eens tegen. Naarmate het einde van de match in zicht komt, volgt er dan toch stilaan éénrichtingsvoetbal van de mannen in het rood.

Vlak voor het slotkwartier ingaat, keert de spanning helemaal terug in de partij. Luis Díaz geeft de meegereisde Liverpool-fans opnieuw hoop. 3-2. Iedereen kruipt naar het puntje van zijn stoel. Liverpool blijft jagen. Ik kijk voortdurend richting het scorebord. Ergens hoop ik op nog wat spektakel, maar wat gun ik het dit Fulham om de zege binnen te halen. De ingevallen Federico Chiesa is er nog het dichtstbij voor de bezoekers, maar scoren lukt niet meer.

De indrukwekkende wedstrijd tussen Fulham en Liverpool samengevat in iets meer dan een minuut. Cédric Pollenus

180 minuten

Na 96 minuten voetballen klinkt het verlossende fluitsignaal. Craven Cottage veert opgelucht recht en schreeuwt de blijdschap uit. Ook ik klap enthousiast mee. Liverpool verslikt zich op weg naar de titel hier op bezoek in Fulham. The Reds lopen een blauwtje. De enige uitnederlaag dit seizoen in de competitie.

Meer dan 90 minuten Engels topvoetbal, met vijf doelpunten en vooral een enthousiaste thuisploeg. Wat mij betreft had deze wedstrijd 180 minuten mogen duren, hier krijg je niet genoeg van.

Dit gaat verder dan 22 spelers die 90 minuten lang achter een bal crossen: het hoort bij de cultuur, het hoort bij het land.

Een ererondje van de Fulham-spelers is kort maar krachtig. De fierheid straalt ervan af. Geen gezamenlijk toertje, de spelers bedanken op eigen tempo het publiek. Ietwat tegen mijn verwachtingen in. Na zo een partij zou je toch denken dat de hele club uitgebreid met de fans gaat vieren. Hier in Fulham lijken ze het gewoon te zijn. Een laatste keer gooi ik de handen op elkaar.

Een foto én een sjaal voor het leven. © Cédric Pollenus

Koning Voetbal

Het stadion loopt rustig leeg, al keuvelen ook heel wat fans met een pint in de hand nog na. Een vrolijke sfeer hangt in de straten van Fulham. Op de hoek probeert nog iemand een befaamde wedstrijdsjaal te verkopen “als aandenken aan het duel”. De man gaat daar nog even blijven staan denk ik, het momentum is gepasseerd. De sjaal heeft zijn geschiedenis reeds meegemaakt.

Met mijn stukje geschiedenis rond de nek en enkele zelfgefilmde sfeerbeelden op mijn smartphone keer ik terug naar mijn hotel om straks in de avond nog eentje te drinken op de zege. Niet enkel die van Fulham, maar ook en vooral die van Koning Voetbal.

Neem het mee voor een volgend uitje naar Londen: naast de Big Ben, de Londen Eye, Buckingham Palace en co is dit een must-see – nu ja, must-do – om op het lijstje te zetten. Ook voor niet-voetbalfans een apart en memorabel gebeuren om te beleven. Want dit gaat verder dan 22 spelers die 90 minuten lang achter een bal crossen: het hoort bij de cultuur, het hoort bij het land. Ik kom alvast nog een keertje terug.