Een opvallend gevleugeld schepsel klieft tijdens het Jupiler Pro League-seizoen 2021/22 door het Belgische luchtruim. Elke speeldag kiest het zo fris als een hoentje één wedstrijd uit, waarbij de hoofdvogel steevast wordt afgeschoten. Maak kennis met avis tactici, de tactiekvogel. Telkens zal dit gevederd voetbaltechnisch meesterbrein een opvallende tactische zet, een innovatief spelsysteem of een geniale wedstrijdkantelende ingreep vanuit de nok van het stadion met een adelaarsblik bestuderen en via dit platform aan u kenbaar maken. Eén ding is zeker: van de Kehrweg tot de Diaz Arena is elke stuntelige oefenmeester een vogel voor de kat.
In de partijen na de nederlagen tegen Antwerp en Union had Standard telkens een excuus: de drie punten waren belangrijker dan het voetbal, er moest na de verliespartij vooral gewonnen worden. Dat lukte tweemaal, en inderdaad zonder voetballend te overtuigen. In de beginfase van de clasico tegen Anderlecht waren de intenties uitstekend, maar we zullen nooit weten wat de jongens van Leye zonder die vroege wedstrijddodende rode kaart op de mat zouden gebracht hebben die dag. Afgelopen speeldag kwam Sint-Truiden op bezoek en voor de Rouches stond er behoorlijk veel op het spel: bij een overtuigende zege zou Standard met veel vertrouwen in eigen kunnen op twee punten van de leidersplaats verschijnen. Tactisch interessant dus, de reden van mijn terugkeer naar de nok van het Stade Maurice Dufrasne is bij deze verklaard.
Het werd een catastrofale teleurstelling. Er gaan veel theorieën de ronde over het falen van Standard tegen de Limburgse buren, maar het betreft hier toch echt een probleem dat vorig seizoen al aan het sluimeren was. Het gaat om luxeprobleem dat is uitgeroeid tot een levensgroot probleem. Ik schets het even bondig en kort door de bocht. Jackson Muleka is zo ontzettend goed in het zestienmetergebied dat je het eigenlijk niet kan maken om hem op te bank te zetten. Aangezien João Klauss nog veel meer incontournable is als kapstok van het team, kom je automatisch uit bij een tweespitsensysteem. Daarin slaagt Standard – en laat ons eerlijk zijn, hoeveel internationale topclubs brengen goed voetbal met twee nummers negen? – er niet in te voetballen, waardoor Muleka zelden in de box komt en een spel moet spelen dat hij (nog) niet beheerst. Muleka moet dus spelen omwille van zijn grote kwaliteiten als pure afwerker – ook omdat hij dan na dit seizoen ten gelde gemaakt zou kunnen worden – maar als hij tussen de lijnen komt, kan hij zijn talenten niet benutten. Een pijnlijke paradox.
Laat ons even reflecteren over de start van Mbaye Leye als hoofdcoach van Standard. Het avontuur begon met een deugddoende 12 op 12, met onder meer een knappe 0-4-zege op bezoek bij KV Mechelen, de volgende tegenstander van de Luikenaars. In welk systeem, vraagt u zich af? Wel, een dynamische 4-3-3 met een zeer offensieve Siquet en, vooral, met één spits. Muleka begon na een tijdje echter te presteren als invaller, waardoor het spitsenduo ‘João & Jack’ geboren was. Ze zijn best complementair, ze zijn allebei absoluut basiswaardig, maar het voetbal van Standard lijdt eronder. En dus moet Leye een pijnlijke maar noodzakelijke beslissing nemen.
Muleka zal opnieuw back-up van Klauss moeten worden. Aangezien de kans bestaat dat hij ook nu veel zal scoren als invaller, hoeft dat zelfs niet per se nefast te zijn voor zijn marktwaarde. Standard moet terug naar een 4-3-3, tenzij Leye hoopt dat er bij de terugkeer van centrale verdedigers Merveille Bokadi en Konstantinos Laifis wel de juiste mix van kwaliteiten ontstaat om een 3-5-2 tot een goed einde te brengen. Die formatie werd dit seizoen viermaal gehanteerd, even vaak als de ‘4-4-2 ruit’ van zaterdag. Dat zou het allicht ook ten goede komen aan Hugo Siquet, die het moeilijker heeft nu tegenstanders beseffen dat ze zijn linkervoet ‘open moeten laten’ en voorzetten met rechts koste wat het kost proberen te verhinderen.
Maar goed, een simpele 4-3-3 dus. Zoals onze noorderburen ook weten, is dat een systeem dat gekend is bij zowat alle spelers en daardoor voor de noodzakelijke automatismen in balbezit zorgt. Standard bezit het spelersmateriaal om te focussen op een zogenaamde driehoekjes-4-3-3. Als middenveldstrio heb je dan een driehoek bestaande uit Gojko Cimirot, Samuel Bastien en Nicolas Raskin, maar zij behoren elk ook tot een andere driehoek waarvan vooral die van Bastien en Raskin cruciaal zijn voor het aanvalsspel. De Bosnische defensieve middenvelder moet op zijn beurt een restverdediging vormen met beide centrale verdedigers. Die extra driehoekjes van Bastien en Raskin brengen ons terug naar een van de voetbalfilosofische stokpaardjes van Michel Preud’homme – en is dus gekend bij zowel beide middenvelders als oefenmeester Leye.
Rechtsachter, rechter-8 en rechtsbuiten; linksachter, linker-8 en linksbuiten: dat zijn de driehoeken waarover sprake. Al dan niet overlappende flankverdedigers, al dan niet naar binnen komende wingers en al dan niet infiltrerende en in balverlies aan de buitenkant bijspringende centrale middenvelders, in de beste wedstrijden onder de vleugels van Preud’homme ontstonden er zo dynamische driehoeksverhoudingen waarmee Standard schijnbaar eenvoudig tot kansen kon komen. Flankaanvallers die in de half-spaces gevonden werden, waarna een infiltrerende middenvelder of back de achterlijn haalde of alleszins in een voorzet-positie terechtkwam, het was een veelvoorkomend beeld. Omschakelen naar dat systeem zou Standard opnieuw een idee aan de bal geven. Daar is nu een schrijnend gebrek aan, en dat kan eveneens gezegd worden over de voetbalelementen ‘voorzetten’ en ‘kansen’. Ook pressing bij balverlies – een mooiere vertaling van het Standard-DNA dan je truitje natmaken wanneer je op je eigen helft achter het leer aanholt – wordt gefaciliteerd door zo’n veldbezetting.
Hoe vullen we die driehoeken dan in? Aan de linkerzijde Gavory of Nkounkou, met Raskin op het middenveld en Amallah als linksbuiten. Rechts uiteraard Siquet, Bastien en … Mehdi Carcela. Die traint nog steeds zonder morren mee met de A-kern, is fysiek in orde en staat kwalitatief mijlenver boven nieuwkomer Donnum. Mbaye Leye moet zowel enkele tactische knopen doorhakken als bepaalde principekwesties naast zich neerleggen, om zo terug aan echt voetbal te doen en zijn plekje op de bank niet kwijt te spelen. Zeg dat de tactiekvogel het gezegd heeft.
Eerder verschenen:
- De tactiekvogel #1: een tactisch kader voor het Luikse DNA [Standard – KRC Genk]
- De tactiekvogel #2: los zand in een lege Brusselse doos [Eupen – Anderlecht]
- De tactiekvogel #3: tactische zet en klasseflits nekken klasseflitssysteem [Club – Cercle]
- De tactiekvogel #4: dynamisch verdedigen is geen eitje [Gent – KV Mechelen]
- De tactiekvogel #5: Oostendse zelfontmanteling [Standard – KV Oostende]
- De tactiekvogel #6: een eervolle pandoering [Charleroi – Beerschot]
- De tactiekvogel #7: een ook tactisch ouderwets potje in het Park [Anderlecht – KV Mechelen]
- De tactiekvogel #8: zelfs Club Brugge moet op niveau zijn om een offensief systeem te laten renderen [Charleroi – Club]